"Amai, wij zouden ook een haio kunnen gebruiken. Het is veel te druk in onze praktijk." Het is een quote die me te ore kwam tijdens een weekendwacht en die een pijnlijke perceptie op onze vervolgopleiding blootlegt. Om meteen met de deur in huis te vallen: jawel, een huisarts in opleiding (haio) kan een bijdrage leveren in uw praktijk. Maar vergeet niet dat een haio aannemen ook een tijdsinverstering vraagt. Contractgewijs zijn overlegmomenten verplicht, dewelke we in ons zogenaamd leer- en opleidingsplan moeten inbouwen. Tijdens de werkuren dus.

Deze tijdsinvestering wordt blijkbaar wel eens vergeten. Wanneer ik begon als huisarts in opleiding dacht ik oprecht dat praktijken een haio onder hun vleugels nemen omdat ze ervan houden om jonge collega's te begeleiden. Doorheen de jaren heb ik op verschillende momenten vastgesteld dat er artsen zijn die ons - of zo lijkt het - als goedkope of gemakkelijk inzetbare collega beschouwen. En bovenstaande uitspraak lijkt dat nog eens te bevestigen. We worden als een oplossing van een probleem beschouwd: een nieuwe arts in de praktijk, dat zal de werkdruk wel verlichten! In deze redenering wordt het opleidingsgedeelte gemakkelijk een bijkomstigheid.

Voordat ik in pessimistische berichtgeving lijk te verglijden, wil ik jullie nog even op het hart drukken dat er ook ontelbaar veel praktijkopleiders (PO) zijn die opleiding hoog in het vaandel dragen. PO's die met hart, ziel en aandacht een haio opleiden en begeleiden. Dit schrijven is mijn pleidooi om enkel vanuit deze drijfveer een haio aan te nemen in de praktijk. Keuzes die je omwille van de verkeerde overwegingen maakt, durven immers wel eens anders af te lopen dan gehoopt.

Een nieuwe arts in de praktijk, dat zal de werkdruk wel verlichten!

We zijn als haio dan wel arts, maar nog steeds in opleiding. Natuurlijk is het belangrijk dat we voldoende patiëntencontacten hebben en hierdoor onze hiaten aanvoelen en bijwerken. Maar iedereen heeft blinde vlekken en onze driejarige MaNaMa Huisartsgeneeskunde en de persoonlijke begeleiding van een PO zijn een ideale periode om op deze blinde vlekken gewezen te worden. Hiervoor is het noodzakelijk dat een opleider tijd vrijmaakt om consultaties te bespreken, kan opmerken waar ons klinisch redeneren misloopt en onze leeragenda blijft opvolgen.

Uiteindelijk is de opleider als supervisor nog steeds verantwoordelijk voor ons medisch handelen én op deze manier ook voor een deel van onze opleiding. Op deze manier wordt er bijgedragen aan het huisartsentekort op langere termijn: de PO's investeren zodat wij na drie jaar als volwaardige en deftig opgeleide collega- huisartsen aan de slag kunnen.

Maar ook op korte termijn is de inzet van een PO veel waard. Wanneer je als PO op regelmatige basis in gesprek gaat met je haio, voedt je wederzijds vertrouwen. De haio weet dat zij/hij op de PO terug kan vallen indien nodig, er groeien mogelijkheden tot flexibiliteit, de PO weet dat zijn patiënten bij de haio in goede handen zijn. Voor een goede praktijkwerking lijkt me dat uiterst belangrijk.

En zo kan de haio inderdaad een goede werkkracht in de praktijk worden. Maar hoe de functie als praktijkopleider daarbij ingevuld wordt, is cruciaal.

"Amai, wij zouden ook een haio kunnen gebruiken. Het is veel te druk in onze praktijk." Het is een quote die me te ore kwam tijdens een weekendwacht en die een pijnlijke perceptie op onze vervolgopleiding blootlegt. Om meteen met de deur in huis te vallen: jawel, een huisarts in opleiding (haio) kan een bijdrage leveren in uw praktijk. Maar vergeet niet dat een haio aannemen ook een tijdsinverstering vraagt. Contractgewijs zijn overlegmomenten verplicht, dewelke we in ons zogenaamd leer- en opleidingsplan moeten inbouwen. Tijdens de werkuren dus. Deze tijdsinvestering wordt blijkbaar wel eens vergeten. Wanneer ik begon als huisarts in opleiding dacht ik oprecht dat praktijken een haio onder hun vleugels nemen omdat ze ervan houden om jonge collega's te begeleiden. Doorheen de jaren heb ik op verschillende momenten vastgesteld dat er artsen zijn die ons - of zo lijkt het - als goedkope of gemakkelijk inzetbare collega beschouwen. En bovenstaande uitspraak lijkt dat nog eens te bevestigen. We worden als een oplossing van een probleem beschouwd: een nieuwe arts in de praktijk, dat zal de werkdruk wel verlichten! In deze redenering wordt het opleidingsgedeelte gemakkelijk een bijkomstigheid. Voordat ik in pessimistische berichtgeving lijk te verglijden, wil ik jullie nog even op het hart drukken dat er ook ontelbaar veel praktijkopleiders (PO) zijn die opleiding hoog in het vaandel dragen. PO's die met hart, ziel en aandacht een haio opleiden en begeleiden. Dit schrijven is mijn pleidooi om enkel vanuit deze drijfveer een haio aan te nemen in de praktijk. Keuzes die je omwille van de verkeerde overwegingen maakt, durven immers wel eens anders af te lopen dan gehoopt.We zijn als haio dan wel arts, maar nog steeds in opleiding. Natuurlijk is het belangrijk dat we voldoende patiëntencontacten hebben en hierdoor onze hiaten aanvoelen en bijwerken. Maar iedereen heeft blinde vlekken en onze driejarige MaNaMa Huisartsgeneeskunde en de persoonlijke begeleiding van een PO zijn een ideale periode om op deze blinde vlekken gewezen te worden. Hiervoor is het noodzakelijk dat een opleider tijd vrijmaakt om consultaties te bespreken, kan opmerken waar ons klinisch redeneren misloopt en onze leeragenda blijft opvolgen. Uiteindelijk is de opleider als supervisor nog steeds verantwoordelijk voor ons medisch handelen én op deze manier ook voor een deel van onze opleiding. Op deze manier wordt er bijgedragen aan het huisartsentekort op langere termijn: de PO's investeren zodat wij na drie jaar als volwaardige en deftig opgeleide collega- huisartsen aan de slag kunnen. Maar ook op korte termijn is de inzet van een PO veel waard. Wanneer je als PO op regelmatige basis in gesprek gaat met je haio, voedt je wederzijds vertrouwen. De haio weet dat zij/hij op de PO terug kan vallen indien nodig, er groeien mogelijkheden tot flexibiliteit, de PO weet dat zijn patiënten bij de haio in goede handen zijn. Voor een goede praktijkwerking lijkt me dat uiterst belangrijk. En zo kan de haio inderdaad een goede werkkracht in de praktijk worden. Maar hoe de functie als praktijkopleider daarbij ingevuld wordt, is cruciaal.