Om de weerbaarheid van het medisch korps te verhogen, zal de maatschappij zelf flink uit haar pijp mogen komen. Er is bijvoorbeeld de administratieve overlast. Daarbij volstaat het uiteraard niet papieren tijgers om te toveren in elektronische draken. Dat verlicht het leven niet. Wat we nodig hebben, is een daadwerkelijke en effectieve/efficiënte afbouw van formulieren, attesten en ander ongein. Daarnaast - en dat kost geld - dringt een betere balans tussen privé- en beroepsleven zich op. De tijd dat (huis)artsen 80-urige werkweken klopten en vrouw en kind nauwelijks zagen, moet stilaan achter ons liggen.

Eén ding is zeker. Samen met het meldpunt tegen agressie bewijst de opstart van Arts in Nood dat de Orde definitief nieuwe wegen is ingeslagen. Waken over de eer en de waardigheid van het beroep, over de deontologie en het tuchtrecht... Het waren en zijn belangrijke opdrachten, maar ze volstaan niet. Steeds meer mensen - ook artsen - stellen zich vragen bij de bestaansredenen van de Orde in haar huidige vorm. Dat is logisch, ze dateert van 1938 en fundamentele wijzigingen zijn er sindsdien niet geweest.

Zeer lovenswaardig is dat de ordinale dirigenten beseffen dat er iets moet gebeuren en er ook iets aan doen

Een mini-facelift zoals de recente naamsverandering - van Orde der Geneesheren naar Orde der artsen - verandert daar uiteraard weinig aan. Zeer lovenswaardig is dat de ordinale dirigenten beseffen dat er iets moet gebeuren en er ook iets aan doen - zie ook het elektronisch laten verlopen van de verkiezingen. Het mag niet doen vergeten dat een fundamentele make-over maar mogelijk is indien de politieke kaste meewil. Op dat vlak is het zeer droevig gesteld. Politici van divers pluimage lanceerden de jongste decennia hervormingsvoorstel na hervormingsvoorstel. Veel verder dan een wetsvoorstel kwam het nooit. De Orde is een oude, taaie tante, zoveel is duidelijk. Het helpt daarbij niet dat de publieke opinie en bepaalde politici er liever op inhakken dan ze via wettelijke weg te hervormen.

Om de weerbaarheid van het medisch korps te verhogen, zal de maatschappij zelf flink uit haar pijp mogen komen. Er is bijvoorbeeld de administratieve overlast. Daarbij volstaat het uiteraard niet papieren tijgers om te toveren in elektronische draken. Dat verlicht het leven niet. Wat we nodig hebben, is een daadwerkelijke en effectieve/efficiënte afbouw van formulieren, attesten en ander ongein. Daarnaast - en dat kost geld - dringt een betere balans tussen privé- en beroepsleven zich op. De tijd dat (huis)artsen 80-urige werkweken klopten en vrouw en kind nauwelijks zagen, moet stilaan achter ons liggen.Eén ding is zeker. Samen met het meldpunt tegen agressie bewijst de opstart van Arts in Nood dat de Orde definitief nieuwe wegen is ingeslagen. Waken over de eer en de waardigheid van het beroep, over de deontologie en het tuchtrecht... Het waren en zijn belangrijke opdrachten, maar ze volstaan niet. Steeds meer mensen - ook artsen - stellen zich vragen bij de bestaansredenen van de Orde in haar huidige vorm. Dat is logisch, ze dateert van 1938 en fundamentele wijzigingen zijn er sindsdien niet geweest.Een mini-facelift zoals de recente naamsverandering - van Orde der Geneesheren naar Orde der artsen - verandert daar uiteraard weinig aan. Zeer lovenswaardig is dat de ordinale dirigenten beseffen dat er iets moet gebeuren en er ook iets aan doen - zie ook het elektronisch laten verlopen van de verkiezingen. Het mag niet doen vergeten dat een fundamentele make-over maar mogelijk is indien de politieke kaste meewil. Op dat vlak is het zeer droevig gesteld. Politici van divers pluimage lanceerden de jongste decennia hervormingsvoorstel na hervormingsvoorstel. Veel verder dan een wetsvoorstel kwam het nooit. De Orde is een oude, taaie tante, zoveel is duidelijk. Het helpt daarbij niet dat de publieke opinie en bepaalde politici er liever op inhakken dan ze via wettelijke weg te hervormen.