...

Er zijn twee soorten modellen van TH: ofwel "treedt het ziekenhuis buiten zijn muren" om zorg te verstrekken bij de patiënt thuis, ofwel specialiseren de eerstelijnszorgverleners (zoals huisartsen, thuisverpleegkundigen, kinesitherapeuten, ....) zich in het geven van dit soort zorg. Volgens de literatuur lijkt de veiligheid van TH alvast geen probleem lijkt te vormen, terwijl de levenskwaliteit en de tevredenheid van de patiënten minstens vergelijkbaar lijken te zijn met die van de klassieke hospitalisatie. Voor België blijven deze bewijzen tot nog toe echter uit.Nog veel vragen "Er bestaan al een aantal innoverende initiatieven in België, maar ze zijn geïsoleerd en hebben geen precieze gemeenschappelijke werkingsregels", meent het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE).Daarom is er volgens het adviesorgaan "nood aan een duidelijk referentiekader: wie beslist er over een TH en op basis van welke criteria? Voor welk type van zorg? Wie verleent deze zorg? Hoe moet deze worden georganiseerd? Wie financiert wat en hoe?"Daarnaast moet er nog heel wat verkennend werk gebeuren, voegt het KCE toe in haar advies. Zo moet(en):-bij de zorgcontinuïteit tussen ziekenhuis en eerste lijn, de ondersteunende diensten niet uit het oog worden verloren verliezen (levering van maaltijden, gezinshulp,...). De bestaande structuren moeten worden gebruikt en gecoördineerd, in plaats van nieuwe op te richten.-de wetgeving inzake medische aansprakelijkheid, veiligheid, kwaliteit en financiering (binnen het kader van de hervorming van de ziekenhuisfinanciering, die recent werd opgestart) enz. worden aangepast.-er voldoende goed opgeleid personeel zijn alsook doeltreffende ICT-tools (binnen het kader van het nationale plan eHealth).PilootprojectenDoor dit "groot aantal openstaande vragen" beveelt het KCE daarom aan om eerst een pilootprojecten op te starten, in plaats van TH onmiddellijk op grote schaal in te voeren.