...

Het AZ Sint-Elisabeth uit Zottegem spande een zaak aan tegen het Riziv, omdat het voor het jaar 2006 en 2007 telkens meer dan 100.000 euro moest terugbetalen. De betrokken rechter vroeg aan het Grondwettelijk Hof een prejudicieel advies over het systeem van referentiebedragen en de manier waarop terugvorderingen worden berekend.Uitvoeringsbesluiten Het systeem van referentiebedragen werd in de ZIV-wet ingevoerd in 2002 - pas later volgden in fasen de uitvoeringsbesluiten. Het systeem houdt in dat ziekenhuizen die voor een bepaalde pathologie meer uitgeven dan het gemiddelde van alle ziekenhuizen samen, het bedrag dat ze 'te veel' aan het Riziv hebben aangerekend moeten terugbetalen.Het systeem moet de historisch gegroeide ongelijkheid tussen ziekenhuizen wegwerken. Ziekenhuizen mogen tot 10% boven het gemiddelde gaan, voordat bedragen worden teruggevorderd.De uitvoeringsbesluiten maakten dat vanaf 2006 bedragen werden teruggevorderd. De referentiebedragen die voor de berekening gebruikt werden, waren aanvankelijk pas drie jaar na de prestaties bekend. Het AZ Sint-Elisabeth voert aan dat, met deze werkwijze, ziekenhuizen en zorgverleners op het moment dat ze de prestaties leverden, niet op de hoogte waren van de referentiecriteria en de referentiebedragen die zij moesten respecteren.Later volgden nieuwe uitvoeringsbesluiten die het systeem bijstuurden. Vanaf 2009 kregen de ziekenhuizen een indicatief of voorberekend referentiebedrag voor het lopende jaar. Zorgverleners konden hun gedrag daaraan aanpassen.Het AZ Sint-Elisabeth voert daarenboven aan dat een 'straf' volgens het legaliteitsbeginsel nooit met terugwerkende kracht kan worden ingevoerd - ook een punt dat door het Grondwettelijk Hof werd beoordeeld.Niet discriminerend in de tijd Het Grondwettelijk Hof moet wetten toetsen aan een aantal grondwettelijke bepalingen en internationale verdragen. Maar het ziekenhuis beargumenteert niet hoe de berekening van referentiebedragen in strijd zou zijn met het gelijkheidsbeginsel van de Grondwet. Het Hof gaat daarom alleen na of de regeling die tussen 2006 en 2009 gold, "discriminerend is vanwege de werking ervan in de tijd".Dat de wet vanaf 2009 nog werd bijgestuurd, vindt het Hof geen reden om te spreken over discriminatie: "Uit de loutere wijziging van een wettelijk regeling kan (...) niet worden afgeleid dat de vroegere wetgeving ongrondwettig zou zijn." De methode van 2006 vindt het Hof ook niet discriminerend omdat alle ziekenhuizen altijd de beschikbare informatie hadden.Het principe van een 'gemiddelde a posteriori' heeft het Hof in een eerder arrest al onderzocht: "de wetgever (heeft er de voorkeur aan gegeven) geen systeem van theoretisch forfait a priori in te voeren, maar een systeem van gemiddelde a posteriori, dat aldus ertoe strekt de praktijk zoveel mogelijk te benaderen (...)".Van een boete of straf is hier verder ook geen sprake, vindt het Hof. Het systeem werd in de ZIV-wet ingevoerd, louter om de praktijkverschillen tussen ziekenhuizen weg te werken. Dat in het Parlement tijdens de voorbereidende werkzaamheden inderdaad al eens sprake was van 'straf' en 'beboeten', is niet voldoende om dit als een strafmaatregel te beschouwen - aldus het Hof.