Het Riziv betaalt steeds meer mensen een hoorapparaat terug. Het budget daarvoor verdubbelde op tien jaar tijd. Knelpunten zijn er vooral voor de terugbetaling van gesofistikeerde systemen. Het Riziv vroeg aan het KCE de situatie door te lichten.
...
Het bedrag dat het Riziv in 2018 terugbetaalde voor hulpmiddelen bij gehoorverlies liep op tot 80 miljoen euro. In ons land gebruiken 455.000 personen dergelijke hulpmiddelen. Het grootste deel van het geld (86,5%) gaat naar klassieke hoorapparaten. Het resterende deel van 13,5% gaat naar meer gesofistikeerde oplossingen. Dat aandeel neemt toe. De studie van het KCE richt zich op dit deel.Onderbouwing is lastigOmdat de technologie zeer snel evolueert en het niet altijd duidelijk is welke meerwaarde bepaalde innovatieve oplossingen juist bieden, vroeg het Riziv aan het KCE na te gaan hoeveel voordeel sommige gesofistikeerde oplossingen juist bieden, en of een herziening van de terugbetalingscriteria nodig is. De KCE-studie gaat dus niet over de klassieke hoorapparaten maar meer specifiek over apparaten met beengeleiding en cochleaire implantaten. Het Kenniscentrum analyseerde de Belgische regelgeving en de uitgaven, het ging praten met de artsen en audiciens, de patiënten, de producenten, ... Het bestudeerde de wetenschappelijke literatuur en maakte een vergelijking met de buurlanden.Over een eventuele uitbreiding van de terugbetaling kan het KCE geen concreet advies geven, omdat het moeilijk blijkt dat echt wetenschappelijk te onderbouwen. Klinisch onderzoek over bijvoorbeeld implantaten hebben doorgaans betrekking op klein en zeer diverse patiëntenpopulaties, is niet bijzonder goed opgezet en gebruikt vaak erg uiteenlopende methoden. InconsistentiesToch vindt het KCE dat er voor vragen naar terugbetaling een betere oplossing moet gezocht worden. Dat blijkt eigenlijk ook uit de vergelijking met de buurlanden: België loopt soms wel wat achter. De 'partners' waarmee het KCE sprak legden daarnaast een aantal inconsistenties bloot in de Belgische regelgeving.Een opvallend voorbeeld van zo een inconsistentie is dat de terugbetaling van apparaten met beengeleiding (van de processor) minder gunstig als er geen gebruik wordt gemaakt van botverankering. Maar deze verankering wordt vooral vermeden bij jonge kinderen die nog onvoldoende stevig schedelbot hebben. Wanneer dan om deze reden een behandeling wordt uitgesteld, heeft dat nadelige gevolgen voor de taalontwikkeling van het kind. Het Riziv heeft evenwel het verschijnen van het KCE-rapport niet afgewacht om dit probleem aan te pakken.Zelfregulerend systeemHet KCE-rapport schetst de weg naar mogelijk oplossingen. De medische wereld kan zelf een leidraad ontwikkelen om innoverende technologieën op hun klinische meerwaarde voor specifieke patiëntengroepen te beoordelen. Dat gebeurt dan aan de hand van het IDEAL-model voor de opbouw van wetenschappelijk bewijs: Idea, Development, Exploration, Assessment, Long-term study.Dat kan verlopen binnen een zelfregulerend systeem zoals dat in Nederland tussen ziekenhuizen en verzekeringsinstellingen is uitgewerkt. Tijdens de assessment-fase van een nieuwe technologie zou gebruik mogelijk zijn van een vergoeding binnen een 'beperkte klinische toepassing' (BKT).RegisterDe wetenschappelijke kennis over de effectiviteit van gehoorimplantaten kan ook vergroot worden door het opzetten van een register - een opdracht voor healthdata.be (Sciensano) samen met de zorgverleners en de wetenschappelijke verenigingen. Dat register omvat ook een gedeelte nazorg (inclusief revalidatie) en uitkomsten op langere termijn.Een register wordt het best zo opgebouwd dat het consistent is met de al bestaande registers in het buitenland. Van die buitenlandse registers kunnen de organisaties achter de clinici nu al gebruik maken voor het ontwikkelen van kwaliteitsindicatoren, in samenhang met het opstellen van richtlijnen en gestandaardiseerde methodes voor de screening en de beoordeling, de behandeling, de revalidatie (met name bij cochleaire implantaten) en de nazorg.Nog belangrijke adviezenHet KCE dringt er ook op aan dat patiënten steeds duidelijk worden geïnformeerd over de mogelijke oplossingen en wat ze daarvan mogen verwachten. Een informed consent moet duidelijk gedocumenteerd worden in het elektronische dossier.Wanneer de ontwikkelde instrumenten nieuwe inzichten opleveren, kunnen de minister van Volksgezondheid en het Riziv aan de slag gaan om nieuwe terugbetalingscriteria te ontwikkelen op grond van de oorzaak van het gehoorverlies in plaats van op grond van de gebruikte technologie.Om de kosten van het implementeren van nieuwe technieken op te vangen, kan men werken met volume-prijsafspraken, of met overeenkomsten met centra die uitgaan van een vast aantal implantaten per jaar.Onmiddelijke maatregelenDe genoemde instanties kunnen een aantal bestaande inconsistenties al onmiddellijk wegwerken:De leeftijdsgrenzen voor bilaterale cochleaire implantaten in de verschillende situaties harmoniseren.De tonale drempel voor het slechtste oor bij asymmetrisch gehoorverlies gelijkstellen aan de drempel die recent werd ingevoerd voor bilateraal gehoorverlies (met het oog op terugbetaling van een unilateraal cochleair implantaat).Bij ernstig bilateraal gehoorverlies de patiënt vergoeden voor een implantaat in één oor, beter dan 'voor het eerste oor'.De terugbetaling van cochleaire implantaten op iedere leeftijd vastleggen bij een aantal zeldzame aandoeningen (syndroom van Usher, progressieve doof-blindheid, dreigende ossificatie en auditieve neuropathie).