...

We gingen te rade bij Nady Van Broeck, docent ELP-zorg en voor de KU Leuven academisch verantwoordelijke van de interuniversitaire postmasteropleiding in de eerstelijnspsychologische zorg. Zij vindt de terugbetaling van ELP alvast een eerste stap in de goede richting. Op basis daarvan kan er worden voortgewerkt."De essentie van het idee zit goed. De conventie zet het belang van eerstelijnspsychologische zorg op de voorgrond. Het blijft absoluut noodzakelijk om de modaliteiten van terugbetaling van het hele pakket van psychologische zorg tijdens de volgende legislatuur voort uit te werken. Daarvoor is meer tijd nodig en die was er nu niet. Ik heb er alle begrip voor dat veel psychologen problemen hebben met enkele aspecten van deze eerste maatregel, maar ik geef er de voorkeur aan om die te zien als een eerste voet tussen de deur. De ELP-zorgverlener behoudt overigens alle vrijheid om na een ELP-traject binnen de conventie met de patiënt buiten de conventie te blijven voortwerken tegen de reguliere tarieven. Dat geldt ook voor alle andere zorg die hij verstrekt buiten de conventie. Belangrijk is dan uiteraard dat hij de patiënt daar duidelijk over informeert."Kan de eerstelijnsterugbetaling de problemen die vandaag bestaan, doen afnemen?Nady Van Broeck: We hopen dat de maatregel een positief effect zal hebben op enkele obstakels bij de uitbouw van de ELP-zorg. Omdat er geen terugbetaling was, bleef ELP-zorg duur en daardoor verwezen huisartsen weinig door naar die zorgvorm. We hopen dat de terugbetaling die drempel zal verlagen. Een ander obstakel is de ervaring van de klinisch psychologen zelf. De meesten zijn het meest vertrouwd met tweede- of de derdelijnspsychologische zorg. De maatregel kan psychologen aanmoedigen om zich meer te bekwamen in een ELP-zorgaanbod waarmee meer wordt ingezet op preventie en een probleemoplossingsgerichte aanpak van de psychologische problemen.Maar die eerstelijnspsychologische zorg is momenteel ook minder uitgebouwd, omdat artsen er minder naar doorverwijzen?Dat kan zeker meespelen. Een aantal huisartsen heeft niet de routine om veel samen te werken met klinisch psychologen en klinisch orthopedagogen. Het heeft trouwens tot 2015 geduurd vooraleer dat wettelijk erkende gezondheidszorgberoepen werden. De erkenning als WUG-beroep (Wet Uitoefening Gezondheids zorgberoepen) kan de uitbouw van een samenwerkingsrelatie zeker ten goede komen. Vanaf nu kan een huisarts immers samenwerken met een wettelijk erkend klinisch psycholoog of orthopedagoog van wie hij weet dat die zich moet houden aan basisafspraken rond de werkwijze van een WUG-beroep.Hoe kan de maatregel ertoe bijdragen dat huisartsen sneller zullen doorverwijzen?Huisartsen proberen bij psychische problemen eerst en vooral om zelf zo goed mogelijk te helpen, maar als dat niet volstaat, grijpen ze vaak naar medicatie voor patiënten bij wie psychologische zorg meer aangewezen is. Als ze toch willen verwijzen, weten ze vaak niet naar welke klinisch psycholoog of klinisch orthopedagoog ze kunnen doorverwijzen. Als ze wel verwijzen, volgen patiënten het doorverwijzingsadvies niet altijd op vanwege de wachtlijsten of de prijs. De eerstelijnsterugbetalingsmaatregel kan vooral het financiële obstakel kleiner maken.Het vertrouwen en de ervaring moeten natuurlijk groeien. Bij de proefprojecten die enkele jaren geleden op Vlaams niveau werden opgezet, hebben we gezien dat huisartsen en ELP-psychologen de samenwerking als zeer positief beoordeelden. Psychologen die in ELP zijn opgeleid, communiceren op een transparante en beknopte manier over het psychologische assessment en de indicatiestelling en over de interventies die ze aanbieden. Als huisarts krijg je zo een beter zicht op wat die klinisch psycholoog of orthopedagoog doet. Er wordt ook verslag uitgebracht en er volgt bij het begin en het einde van het ELP-zorgtraject ook een evaluatie. Zo kun je vaststellen wat de doorverwijzing heeft opgeleverd: moet er worden voortge-werkt, is een doorverwijzing naar tweede lijn nodig, enzovoort. Daardoor kan het vertrouwen groeien.Hoe komt een huisarts die niet vertrouwd is met ELP, in contact met psychologen naar wie hij kan doorverwijzen?In de basisopleiding van de huisarts en in de bijscholingen is er al heel wat aandacht voor het belang van psychologische behandelingen. Huisartsen moeten zich uiteraard ook zelf verder informeren aan de hand van brochures en publicaties. Zowel in solo- als in groepspraktijken zien we meer en meer dat huisartsen een samenwerking opzetten met een klinisch psycholoog in hun team of netwerk. Veel klinisch psychologen nemen zelf het initiatief om zich kenbaar te maken bij de huisartsen, als ze zich in een regio vestigen. Ook de beroepsverenigingen van klinisch psychologen en de psychologenkringen en huisartsenkringen in de verschillende provincies kunnen daarbij een belangrijke rol spelen.Stel dat er in de toekomst meer wordt doorverwezen naar de eerste lijn, ontstaan daar dan ook geen wachttijden?Op dit moment staan er mensen op de wachtlijsten van wie we niet weten of voor hun eerstelijns- of tweedelijnszorg het meest aangewezen is. Als we de mensen voor wie ELP-zorg aangewezen is, sneller die hulp kunnen aanbieden, dan verdwijnt een aantal van die mensen uit de wachtlijsten. Omdat het aantal sessies beperkt is, kunnen ook meer patiënten een ELP-traject aanvatten binnen een bepaalde periode. Als de wachtlijsten korter worden, kunnen patiënten met meer complexe zorgnoden sneller in de tweedelijnspsychologische zorg terecht. Uit onderzoek blijkt overigens dat de kansen op herstel of verbetering veel groter zijn, als mensen minder lang moeten wachten op de voor hun meest aangewezen psychologische zorg.Het aantal beschikbare zorgverleners zou geen probleem mogen zijn. Er zijn heel wat psychologen en orthopedagogen beschikbaar die opgeleid zijn in psychologisch assessment, indicatiestelling en behandeling. Omdat we in Vlaanderen en federaal in ons land pas de laatste decennia echt werk maken van de uitbouw van die vorm van psychologische zorg, denk ik wel dat zowel in de basisopleiding als in de postmasteropleidingen en bijscholingen de training in ELP-zorg meer plaats zal moeten krijgen.