...

De minister van Volksgezondheid kreeg vragen over mHealth en telegeneeskunde van zowel Renate Hufkens (N-VA) als van Benoït Friart (MR)."Ik ben helemaal gek van de boeiende technologische evolutie en de ontwikkeling van de telegeneeskunde", verklaarde de minister. Telegeneeskunde kan de arts helpen door de patiënt goed op te volgen en deze actiever te betrekken bij zijn behandeling, zo stelde ze.Maar de minister waarschuwt er meteen voor zich door enthousiasme te laten meeslepen: "Wij moeten natuurlijk voorzichtig daarmee omgaan." Ze verduidelijkte terloops dat de m in mHealth staat voor mobile, en niet voor Maggie.AlternatiefHet regeerakkoord bepaalt dat een gerichte terugbetaling mHealth kan stimuleren als alternatief voor de klassieke geneeskunde. De minister verduidelijkte dat met een voorbeeld. Een patiënt die een elektrische cardioversie heeft ondergaan, keert drie of vier keer in het jaar terug naar de cardioloog voor controle.De patiënt kan binnenkort misschien de keuze krijgen om in plaats daarvan het 'hartsignaal' door te sturen via zijn smart phone. De cardioloog analyseert dat en pas als er problemen zijn roept hij de patiënt terug. De vergoedingen voor follow-upconsultatie worden uitgespaard, maar de cardioloog krijgt wel een honorarium.Onder voorwaardenDe evolutie gaat snel, stipt De Block aan. Toen het stappenplan voor eHealth werd opgesteld, vond men het te vroeg om daar al een hoofdstuk over mHealth aan te toe voegen. Maar de minister herhaalde nog eens in de Commissie dat ze nu wil dat dat hoofdstuk toch al geschreven wordt.Vooreerst moet bij mHealth de veiligheid verzekerd zijn. Telegeneeskunde veronderstelt dat de geregistreerde metingen eerst geijkt en gevalideerd worden. EBM-onderzoek moet aantonen dat een toepassing de gezondheid werkelijk verbetert. De privacy moet bewaakt worden: alleen de arts die vergoed wordt voor de prestatie, mag de data die de patiënt doorstuurt te zien krijgen.mHealth kan natuurlijk ook om 'spielerei' gaan, zegt de minister. Daar heeft ze ook niets op tegen. "Het is booming business, maar we moeten echt goed het onderscheid maken op basis van evidence based studies die nu lopen, of dit tot onze gezondheid kan bijdragen en ze kan verbeteren, en de patiënt er actiever bij kan betrekken."