...

Uit de interviews met de ziekenhuizen tot nu toe kwam steeds dezelfde vraag/eis naar boven. "Waar blijft het wettelijk kader?"Het klopt dat de ziekenhuizen slechts over weinig informatie beschikken. De vraag naar duidelijkheid is groot. De meest recente federale 'conceptnota netwerken' dateert van eind 2016 en loste die vraag tot op zekere hoogte in, in de zin dat de bestuurlijke contouren waarin netwerken moeten tot stand komen, werden afgetekend. Er komt een raad van bestuur en medische raad op niveau van het netwerk, en er wordt een nieuwe functie gecreëerd: hoofdarts van het netwerk. Voor de concrete invulling ervan wordt echter zeer veel ruimte aan de ziekenhuizen zelf gelaten, waardoor nog steeds veel vragen blijven. Zo wordt het bijvoorbeeld aanbevolen om ziekenhuisartsen te betrekken bij de strategiebepaling van het netwerk. Maar moeten dit eigen artsen zijn? Of kiest men ervoor artsen te delegeren? Opsteker is alvast dat de koudwatervrees in ziekenhuizen om artsen mee te laten participeren in de raad van bestuur de voorbije jaren sterk is afgenomen.Waarom blijft het kabinet De Block zo vaag?Waarschijnlijk wil de minister zich niet als opwerpen als een schoonmoeder, en de nodige ruimte laten aan het sociale ondernemerschap zodat de zaken vooruit blijven gaan. Want als we kijken naar het huidige ziekenhuislandschap, zijn de Vlaamse spelers op enkele uitzonderingen na een of andere samenwerkingsvorm aangegaan. De voorbeelden zijn er dus. Of het nu een groepering- of vzw-structuur betreft, doet er in feite niet zo toe, het belangrijkste is dat de ziekenhuizen stappen hebben ondernomen om zich in een samenwerkingsverband te verankeren. Het gaat niet zomaar om losse engagementen. Sommige van die voorbeelden ogen op het eerste gezicht wat vreemd: ze gaan over provinciegrenzen heen, of snijden steden in tweeën. Bestaat de kans dat bepaalde netwerken afgekeurd zullen worden?Het Plan van Aanpak dateert van april 2015. Ondertussen zijn we meer dan een jaar verder en is men nog niet tussengekomen. Moest er vanuit de overheid nu het signaal komen dat bepaalde netwerken niet aan de geografische criteria voldoen, dan zou dat toch rijkelijk laat zijn.Maar het zou kunnen?Een overheid kan altijd corrigerend optreden, bijvoorbeeld om een logischere verhouding met de eerstelijnszones te bekomen. Onlangs nodigden we enkele leden van de Vlaamse overheid uit op ons sectorieel bestuurscollege van de Algemene Ziekenhuizen. Daar werden een aantal voorbeelden uit de praktijk getoond. Sommige daarvan, zoals bepaalde patiëntenstromen, zijn niet logisch. Neem vandaag nog geen al te grote engagementen, klonk het advies aan de netwerken. Daarop hebben wij vanuit Zorgnet-Icuro opgemerkt dat sommige genomen beslissingen nu eenmaal niet drastisch terug te draaien zijn. Immers, wijzigingen aan één netwerk hebben onvermijdelijk gevolgen voor andere netwerken.De onduidelijkheid die vandaag heerst, kan voor de ziekenhuizen mogelijk een teken zijn dat de violen van de bevoegde ministers niet gelijkgestemd zijn.Als aan de ziekenhuizen gevraagd wordt om met elkaar te praten, moeten de ministers dat ook op een vlotte manier kunnen. De ingewikkelde bevoegdheidsverdeling in ons land maakt de situatie er echter niet evident op - zo is minister De Block bevoegd voor de financiering en de programmatie, terwijl minister Jo Vandeurzen bevoegd is voor de erkenning. Ongetwijfeld zal dat soms discussiepunten met zich meebrengen. Maar voorlopig zijn er geen indicaties dat er onoverkomelijke problemen zijn. Het appel van het project lijkt voldoende groot om de weg vooruit te kiezen.Bij de ziekenhuizen leeft de vrees dat de concurrentie tussen ziekenhuizen zal vervangen worden door concurrentie tussen netwerken.Ergens is een parellel te trekken met het fusieverhaal destijds; de concurrentie werd opgetild naar een ander niveau. Die verschuiving gaan we waarschijnlijk ook zien gebeuren binnen het netwerkconcept, en daarmee hopelijk ook een streven naar nog meer kwaliteit. Immers, mocht er geen concurrentie meer zijn, zou dit gevolgen kunnen hebben voor de kwaliteit van zorg. In die zin is een concurrentiemodel nooit slecht. Uiteraard moeten ziekenhuizen elkaar niet dood concurreren, dat spreekt voor zich. Wat met kwaliteit in het netwerk? Accreditatietrajecten, kwaliteitsindicatoren?Met VIP² (het Vlaams Indicatorenproject voor Patiënten en Professionals, nvdr) is in Vlaanderen echt een beweging aan de gang om te streven naar kwaliteit. Het is duidelijk dat dit streven ook een plaats moet krijgen binnen het netwerkverhaal. Dit gezegd zijnde, kan je niet om bepaalde historische keuzes heen, waardoor ziekenhuizen binnen eenzelfde netwerk soms bijvoorbeeld in een ander accreditatietraject zitten. Op zich hoeft dat geen probleem te zijn; achter elk van die keuzes schuilt eenzelfde overtuiging. Namelijk veilige, kwaliteitsvolle zorg aanbieden. Een dergelijke situatie zal het kwaliteitsstreven naar mijn gevoel ook niet afremmen, maar het integendeel versterken. Zo nemen de mogelijkheden voor benchmarking enorm toe. Niets verhindert uiteraard dat ziekenhuizen op bepaalde punten met elkaar afstemmen.In Vlaanderen is het netwerkconcept al verder gerijpt dan in Wallonië. Hoe verklaart u dat?De Waalse ziekenhuizen hebben een andere kijk op netwerken, die meer ideologisch geïnspireerd is. Historisch gezien vullen ze de functie van een universitair ziekenhuis ook anders in. Zeker is dat er meer tijd zal nodig zijn om de omslag te maken. Uit onze contacten met de Waalse koepelorganisaties merken we echter dat ze aan een inhaalbeweging bezig zijn. Er is interesse voor hoe we het hier doen. Stilaan wordt duidelijk dat het mogelijk is om samenwerkingen op te zetten over ideologische grenzen heen, en voormalige concurrentiemodellen te doorbreken. Kritiek? Die is er ook, ja. Maar dat mag: het is hier niet allemaal rozengeur en maneschijn.In Brussel is de situatie nog complexer.Dat klopt. Er is een grote concentratie van universitaire ziekenhuizen - ziekenhuizen tout court -, die een link hebben met het hinterland. Dat levert zeer specifieke situaties op, bijvoorbeeld op vlak van meertaligheid. De Brusselse ziekenhuizen zoeken momenteel naar oplossingen op die vraagstukken. Net als in Wallonië lijkt het stadium 'tegen netwerken' voorbij te zijn. Hun specifieke wensen en zorgen lijken ook hun weg hebben gevonden naar de conceptnota; daar staan zeker mogelijkheden in om aan de slag te gaan.In hoeverre leeft deze hervorming eigenlijk bij patiënten?In de algemene pers was de aandacht tot nu toe beperkt. Op een gegeven moment werd de vergelijking gemaakt met de indeling in politiezones destijds (België is al 15 jaar opgedeeld in een 200-tal politiezones, nvdr). Het komt erop aan dat de manier waarop ziekenhuizen zich in de toekomt zullen organiseren, niet storend mag zijn voor de patiënt.In sommige gevallen zal de patiënt zich wel verder moeten verplaatsen.Ja, maar vanuit de logica dat hij meer kwaliteitsvolle zorg zal krijgen. Door de ziekenhuisnetwerken louter als een besparingsverhaal neer te zetten, zal het inderdaad niet aanslaan. Als je het benadert vanuit kwaliteit wél. Ondertussen weten mensen ook dat concentratie van zorg betere resultaten oplevert.Wanneer zullen ziekenhuizen beginnen aan het reorganiseren van diensten?Dat is niet voor meteen. Het moratorium loopt nog. Hopelijk geraken de oproep tot intentieverklaring en het wetgevend kader er dit jaar nog door. Vanuit de overheid is een teken nodig dat het bottom-upverhaal het juiste is geweest, een bevestiging van wat al leeft zeg maar. Dat zal de ziekenhuizen een gevoel van gerustheid geven.Wanneer de netwerken er dan echt zullen staan? Als we vooruitgang boeken op vlak van financiering, kunnen we over vijf jaar al een heel stuk verder zijn. Het is goed mogelijk dat over tien jaar niemand zich hier bij wijze van spreken nog vragen bij stelt. Een beetje zoals met de fusies.Het idee bestaat dat het netwerkconcept uiteindelijk tot een soort van fusieverhaal zal leiden.Dat zal niet gebeuren, denk ik. Binnen de netwerken blijven de ziekenhuizen immers een entiteit op zich. Maar ik kan begrijpen dat het voor sommige zorgverleners soms zo overkomt, doordat ze in andere ziekenhuizen zullen moeten gaan werken, met collega's samenwerken die voorheen misschien concurrenten waren, diensten zullen verschoven worden... De geesten moeten rijpen. Net daarom gaan we als Zorgnet-Icuro zeer geregeld het netwerkconcept en het belang ervan voor de sector toelichten op onder meer artsenbijeenkomsten. Want het is natuurlijk belangrijk dat de artsen -- en de rest van de bevolking bij uitbreiding -- mee zijn in dit hele verhaal. Die vibe is nodig om het te doen slagen.