...

Maandag 11 mei publiceerde het Riziv de cijfers over de 'toetreding' tot het akkoord voor 2020. Het akkoord tussen artsen en ziekenfondsen werd eind januari gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. De artsen die een eigen tarief willen toepassen konden tot dat tot eind februari aan het Riziv melden.Er zit altijd een systematische vertekening in de meegedeelde cijfers. Niet alleen omdat wie niets doet dan maar geacht wordt akkoord te zijn. Maar vooral omdat het percentage dat het akkoord verwerpt, berekend wordt op een veel te groot totaal aantal artsen. Zo gaat men voor Vlaanderen uit van tussen de 11.000 en de 12.000 'actieve' huisartsen, en van 17.000 specialisten - maar zoveel artsen zijn er in Vlaanderen niet klinisch bedrijvig. Het zijn alle artsen die de federale overheid kent uit een databank.Het Riziv geeft ook altijd de statistieken voor geaccrediteerde artsen. Die tellen niet mee om te zien of een meerderheid van de artsen in bepaalde arrondissementen het akkoord verwerpt. Maar ze geven wel een wat betrouwbaarder beeld van wat klinisch actieve artsen over het tarievenakkoord denken. Om geaccrediteerd te blijven moet je ook nog patiënten hebben.De tabellen hieronder geven het percentage van respectievelijk de huisartsen en de specialisten die het akkoord verwerpen, opgesplitst per Gewest. We geven ook twee tabellen met dezelfde percentages voor geaccrediteerde artsen.Traditioneel zijn de Vlaamse huisarten de groep die zich het meest houdt aan het tarievenakkoord, en zijn de Vlaamse specialisten de groep die het akkoord het vaakst verwerpt.Tussen specialisten van verschillende disciplines bestaan er bovendien grote verschillen. Bij een geriater of een internist kun je er als patiënt vrij vast op rekenen dat het tarief uit het akkoord toegepast wordt. Maar wie naar een dermatoloog of oogarts gaat, zal vaak een hoger honorarium moeten betalen. Hieronder een tabel van de verschillende specialisten. De disciplines die het minst vaak toetreden tot het akkoord staan bovenaan. In de kolom links staat het aantal van de artsen waarop de percentages zijn berekend. In de middelste kolom staat het percentage van artsen dat toch als toegetreden tot het akkoord wordt beschouwd, maar tijdens een gedeelte van hun spreekuren toch een eigen tarief aanrekent.Dat een arts in opleiding het akkoord verwerpt, is erg uitzonderlijk. Bij de huisartsen zijn de haio's inbegrepen, de aso's worden wel apart vermeld. In de groep huisartsen gaat om 2.133 haio's - ongeveer 10% van het opgegeven aantal huisartsen.Maar bij de 'huisartsen' is nog wel wat meer vertekening aanwezig want deze groep is heterogeen samengesteld. Er zit bijvoorbeeld een belangrijk aantal 'algemeen geneeskundigen' bij, die ook zeer zelden het tarievenakkoord opzegt.Wie alleen naar de 'erkende huisarts' kijkt, met de bevoegdheidcodes 003-004 en 007-008, ziet dat daarvan 11% het akkoord verwerpt (percentage voor heel België).