...

Nederlandse specialisten zijn het niet eens of een schriftelijke wilsverklaring volstaat om in te gaan op een verzoek tot levensbeëindiging bij een patiënt met vergevorderde dementie.Als een arts wil kunnen ingaan op een verzoek tot levensbeëindiging, moet hij de overtuiging hebben gekregen dat er bij de patiënt sprake is van een vrijwillig en weloverwogen verzoek van uitzichtloos en ondraaglijk lijden. Volgens de Nederlandse wet kan een arts gevolg geven aan het verzoek als de patiënt zijn wil niet meer kan uiten, maar alles heeft vastgelegd in een schriftelijke wilsverklaring.De deur staat dus op een kier, maar niet alle professionals interpreteren de Euthanasiewet op dezelfde manier. Zo zegt Arie Kruseman, voorzitter van de Nederlandse artsenvereniging KNMG, in Medisch Contact dat een arts niet kan toetsen of aan de zorgvuldigheidseisen is voldaan als met een patiënt geen enkele communicatie meer mogelijk is. "De communicatie mag ook niet-verbaal gebeuren, via klanken, gebaren of lichaamstaal, maar ze moet er wel zijn. Bij een gebrek aan communicatie is euthanasie niet geoorloofd, zelfs niet als een schriftelijke wilsverklaring aanwezig is."Kruseman stelt dat deze medisch-professionele norm de verwoording is van hetgeen de wetgever volgens de KNMG heeft bedoeld. Artsen zijn aan die norm gehouden. Ze doen er verstandig aan de patiënt en zijn naasten hierover tijdig duidelijkheid te geven, zeker als de patiënt een schriftelijke wilsverklaring heeft ingeleverd.