...

Om meer zicht te krijgen op de huidige situatie van de opleiding tot arts- specialist in België, bevroeg de FOD Volksgezondheid in 2021 en 2022 arts-specialisten in opleiding, stagemeesters en coördinerend stagemeesters uit de Vlaamse en Franstalige Gemeenschap. In totaal vulden respectievelijk 1.494, 573 en 163 onder hen de vragenlijst in. Het is de eerste keer dat in België een dergelijke nulmeting plaatsvindt. Het rapport legt verschillende pijnpunten bloot. Een eerste belangrijk verbeterpunt betreft overleg, evaluatie en feedback. Meer dan de helft van de bevraagde aso's zegt één keer per maand of zelden een overlegmoment te hebben met de stagemeester, een op de tien heeft nooit zo'n gesprek. Volgens acht op de tien stagemeesters vinden deze overlegmomenten dan weer minstens maandelijks plaats. Zo bevat het rapport wel meer verschillen in perceptie, maar een probleem waar zowel stagemeesters, coördinerend stagemeesters als aso's het over eens zijn, is het gebrek aan tijd om aan de opleiding van de arts-specialist te besteden. De noden van de stagediensten blijken soms voorrang te krijgen op de praktische opleiding. Bijna de helft van de aso's vindt dan ook dat de planning en organisatie van de balans tussen dienstverlening en opleidingskansen een prioritair thema is. Ook supervisie geven is volgens de bevraagde assistenten overigens iets om snel aan te pakken. Zo geeft meer dan een op de tien aan dat de eerste persoon die instaat voor de dagelijkse supervisie een andere aso is, en krijgt de meerderheid minstens maandelijks met klinische problemen te maken die hun competenties, kennis en ervaring te boven gaan. Lees verder: Uitdaging: (meer) tijd vinden