Huisartsen in opleiding zullen een ziekenhuisstage uit de basisopleiding kunnen laten meetellen voor de beroepsopleiding. De redactie verneemt uit goede bron dat minister De Block het uitvoeringsbesluit over de erkenning van huisartsen in die zin wil laten aanpassen.
...
Met deze aanpassing wil De Block blijkbaar de gevolgen van de hervorming van de huisartsenopleiding verlichten. Huisartsen moeten vanaf 2018 tijdens de beroepsopleiding een ziekenhuisstage van minstens zes maanden verrichten, dat op een moment dat ziekenhuizen door de 'dubbele cohorte' een extra toevloed van artsen in opleiding moeten verwerken.Tijdelijke maatregelDe gevolgen van de 'dubbel cohorte' zullen voor de huisartsenopleiding na vier jaar weggeëbd zijn, rekent de federale volksgezondheidsminister. Maar voor de specialistenopleiding zullen die wel zes jaar voelbaar blijven. De maatregel van De Blok geldt voor die periode van zes jaar - van 2018 tot 2024.Ziekenhuisstages tijdens de basisopleiding kunnen maar meetellen voor de beroepsopleiding als huisarts in de mate dat die stage ook betrekking heeft op een klinische activiteit die van belang is voor het huisartsenberoep en plaatsvindt in een passende dienst. Het zijn alleen de stages uit het zesde jaar - tot zes maanden - die als dusdanig kunnen meetellen.SpecialistenopleidingTegelijk wil De Block een aantal aanpassingen uitvoeren in het de beroepsopleiding van specialisten. Thans is bepaald dat artsen-specialisten in opleiding minstens een derde van de stages moeten uitvoeren in een universitair ziekenhuis (of in een stagedienst die als universitair erkend is) - en minstens ook een derde in een algemeen ziekenhuis.In de toekomst zal dat minsten twaalf maanden in een universitaire en minstens twaalf maanden in een niet-universitaire dienst worden.ASO's zullen in plaats van hoogste zes maanden hoogstens twaalf maanden stage mogen doen in een dienst die daarvoor niet officieel erkend is - dat met het oog op het ontwikkelen van specifieke vaardigheden.Zowel huisartsen als specialisten zullen deeltijdse (minstens halftijdse) stages mogen verrichten - maar de beroepsopleiding wordt dan weliswaar in verhouding verlengd. Huisartsen in opleiding kunnen een wetenschappelijke activiteit op het gebied van de huisartsgeneeskunde (maximum twaalf maanden) voor de helft laten meetellen voor de beroepsopleiding.