"Het proefproject telefonische triage 1733 Leuven-Tienen boekte op alle vlakken ronduit slechte resultaten. Alle afspraken ten spijt duurde het dan nog een half jaar alvorens de stakeholders de resultaten mochten inzien. Maar ondertussen richtte men wel nieuwe structuren op om rustig verder te doen..."
...
In een tien punten tellend eisenpakket maakt de beroepsvereniging van spoedartsen (Becep) brandhout van het regeerbeleid. "Tijd voor een lenteschoonmaak", zo luidt het.De manier waarop het proefproject 1733 verlopen is kan nauwelijks op begrip van de spoedartsen rekenen. "Het wekt weinig vertrouwen en het zorgt voor een ongemakkelijke sfeer," lezen we in de nota. "Dat is des te erger omdat er extra budgetten naar 1733 werden overgeheveld."Budgetten die volgens Becep bestemd waren voor de ontwikkeling van een tool om online gegevens vanuit de spoedgevallendiensten te registreren. Dit in het kader van een early warning systeem. "Jarenlang leverde men inspanningen om wetgeving te maken en technische oplossingen te zoeken. Doel daarvan was een set basisgegevens over aanbiedingen op de spoed online door te geven aan een centrale databank. De laatste fase van het proces, namelijk de ontwikkeling van een tool om deze online gegevens ook online te kunnen verwerken, kwam er echter nooit..."Ondertussen bleef de registratie wel gewoon verder lopen. "Onzinnig", zeggen de spoedartsen.Voorts stelt de beroepsvereniging vast dat in de Nationale Raad voor Dringende Geneeskundige Hulpverlening momenteel wel beroepsverenigingen van spoedverpleegkundigen, ambulanciers, huisartsen enz. zetelen. Naast de wetenschappelijke vereniging van spoedartsen. Maar de beroepsvereniging heeft geen zitje in dit belangrijke adviesorgaan."Nochtans", zo meent Becep, "verstrekt de raad voortdurend adviezen over medische praktijkvoering van spoedartsen en over gezondheidssystemen waarin spoedartsen een sleutelrol spelen." De beroepsvereniging vraagt dus om zo snel mogelijk als vast lid in de commissie te worden opgenomen."Zeer dringend" ook moeten het gebruik, de financiering en regelgeving van dringend en niet-dringend patiëntenvervoer één bevoegdheidspakket worden. Geen belang of dit nu op federaal dan wel gemeenschapsniveau wordt.Voorts is Becep van oordeel dat ambulanciers, spoedverpleegkundigen en spoedartsen erkend moeten worden als zwaar beroep. En tot slot is er een vergoeding nodig voor de permanentie van MUG-artsen.