...

De uitgaven voor urgentiegeneeskunde stegen in 2011 met 17,6% tot 71 miljoen euro. De forse stijging is te wijten aan de invoering van nieuwe supplementen op de honoraria.De spoeddiensten van de Belgische ziekenhuizen kregen vorig jaar bijna 2,3 miljoen mensen over de vloer, zo leert het auditverslag van het Riziv dat Artsenkrant kon inkijken. Die toestroom was goed voor meer dan 3,9 miljoen prestaties in de uitgavenpost urgentiegeneeskunde. Dat komt omdat nogal wat patiënten door meer dan één arts behandeld worden.De verdeling over de drie types van spoedartsen blijft vrij stabiel. Urgentisten namen twee derde (66%) van de prestaties voor hun rekening, gevolgd door acutisten (22%) en BAG-artsen (12%). Het percentage verwezen patiënten schommelt rond 30%. In absolute cijfers hebben 693.000 patiënten zich met een verwijsbrief op de spoedafdelingen aangemeld. Meer dan 1,6 miljoen patiënten zochten de spoedafdelingen op zonder doorverwijzing.Nieuwe honorariaOpvallend: in een jaar tijd stegen de uitgaven voor urgentiegeneeskunde van 60,4 miljoen naar meer dan 71 miljoen euro. Een stijging met maar liefst 17,6% die voor een groot deel het gevolg is van twee nieuwe honoraria die op 1 januari 2011 werden ingevoerd: - een supplement van 5,37 euro op de consultatie;- een supplement van 13,43 euro voor 'bijgeroepen specialist'.De kostprijs van die supplementen alleen al bedraagt bijna 6,5 miljoen. Interessant om weten is dat het Riziv ook de kostprijs berekende per contact op de spoed. Die ligt op 30,95 euro, dat is 3,4 euro meer dan in 2010.Regionale spoedDe audit bevat voor het eerst ook regionale cijfers voor het bezoek aan spoeddiensten. Die bevestigen de verwachtingen. Vlamingen doen met 173 contacten per 1.000 inwoners veel minder een beroep op spoeddiensten dan Walen (267/1.000) of Brusselaars (295/1.000). Het gemiddelde voor heel België is 212 contacten met een spoeddienst per 1.000 inwoners. West-Vlamingen, Oost-Vlamingen en Limburgers lopen het minst naar de spoeddienst. Aan het andere eind van het spectrum vinden we inwoners van Brussel, op de voet gevolgd door de Henegouwers en de Namenaars. (Zie ook grafiek op bladzijde 6 in Artsenkrant van vandaag.)