...

De auteurs hebben tricyclo-DNA (tcDNA) ontwikkeld, dat zijn korte nucleïnezuursegmenten of AON's (antisense oligonucleotiden). Die binden zich specifiek aan het target-messenger-RNA en werken zodanig op dat RNA in dat een dystrofine wordt aangemaakt dat weliswaar onvolledig maar stabiel en functioneel is. Dat eiwit is nodig voor de goede werking van de spiercellen en wordt bij de ziekte van Duchenne in onvoldoende hoeveelheid aangemaakt door een mutatie van het gen dat ervoor codeert. Deze nieuwe generatie van verbindingen, die intraveneus worden toegediend, werd uitgetest op muismodellen van de spierdystrofie van Duchenne en blijkt een betere klinische werking te hebben dan de andere behandelingen die in ontwikkeling zijn. Ze veroorzaken geen enkele bijwerking op de spieren, het hart, de ademhaling of het centrale zenuwstelsel. Integendeel, na 12 weken behandeling zagen de onderzoekers dat die functies zeer significant verbeterd waren. De wetenschappers zagen ook dat de emotionele respons, die van nature overdreven is bij deze aandoening, weer normaal werd na de moleculaire 'chirurgie' op het RNA. Het geneesmiddel blijft lang in het lichaam aanwezig, maar wordt dan geleidelijk uitgescheiden, zodat het ook weinig toxisch is. De eerste proeven bij de mens zullen over anderhalf tot twee jaar worden uitgevoerd.