...

In het jaarverslag 2010 voor het VBS schetst Marc Moens de evolutie in het dossier oncologie. In vergelijking met vorig jaar is de toon heel wat minder optimistisch. Eind 2009 was er net schot gekomen in de beroepstitels oncologie voor gastro-enterologen en pneumologen. Ook voor chirurgen, gynaecologen en urologen had de Hoge Raad al een positief advies afgeleverd. Daarnaast stonden nog een achttal andere disciplines - waaronder dermatologen, oftalmologen, neurochirurgen en neurologen - in de rij om de bijzondere bekwaamheid in de oncologie binnen te halen.Erkenning sputtertMaar toen begon de erkenningsmotor te sputteren. Binnen de Hoge Raad laaide de discussie over de zin en onzin van de beroepstitel hoog op, een eenduidig standpunt bleek plots verder weg dan ooit. Om de patstelling te doorbreken, vroeg de Hoge Raad het standpunt van de diverse erkenningscommissies. Het resultaat bleek "een nooit geziene kakofonie". Zo lieten de Nederlandstalige orthopeden weten geteresseerd te zijn in de beroepstitel oncologie, terwijl de Franstalige orthopeden helemaal geen belangstelling betoonden. De erkenningscommissies voor neurochirurgie, plastische chirurgie, stomatologie en nko lieten verstaan dat ze geen vragende partij zijn. Die twee laatste groepen willen namelijk voorkomen dat er twee soorten stomatologen en nko-artsen worden gevormd. Bij de oftalmologen is de situatie nog anders: professor Patrick De Potter, die zich hoofdzakelijk toelegt op oncologische pathologie, eiste de beroepstitel op voor de oftalmologie. Door die gespreide slagorde zaten de leden van de Hoge Raad met de handen in het haar. Er zat niets anders op dan de ontwerpbesluiten m de ontvangen reacties van de erkenningscommissies as such naar minister Onkelinx te sturen. Mede door het vallen van de regering Leterme verscheen vorig jaar geen enkel koninklijk besluit voor de erkenning van een bijzonder bekwaamheid in de oncologie in het Staatsblad. "Het dossier kan immers moeilijk beschouwd worden als een dringende zaak want de discussies slepen al aan sinds 1999", schrijft Moens.MiskleunEr staan nog andere wetenswaardigheden in het jaarverslag van het VBS. Het ziet er bijvoorbeeld sterk naar uit dat het veelbelovende call-center dat Volksgezondheid inrichtte voor artsen in opleiding (aso's) met een sisser zal aflopen. Het callcenter is bedoeld om de erkenningscommissies te ondersteunen, aso's kunnen er terecht voor het antwoord op alle praktische vragen. Dat is althans de bedoeling want wie contact zoekt met een ambtenaar van Volksgezondheid moet over een flinke dosis geduld beschikken. Moens: "Na een eerste contact met het telefoonmenu schuif je onder muzikale begeleiding 10 tot 15 minuten aan voor je een persoon in levende lijve aan de lijn krijgt. Is het einde van de lijdenstocht in zicht? Integendeel, de mensen van het callcenter hebben blijkbaar instructie gekregen om nooit ofte nimmer een functionaris door te schakelen. De dame of heer van het callcenter verzoekt je heel vriendelijk om je vraag per e-mail tot de desbetreffende functionaris te richten. Directeur-generaal Michel Van Hoegaerden verzekerde ons persoonlijk dat dit de enige manier is om zijn personeel efficit en zonder onderbreking te laten werken." HemeltergendMailen helpt overigens ook al niet veel. Al naargelang de verzender volgt er al dan niet een reply op de mail. "Een onbekende dokter modaal kan het vergeten, hij of zij krijgt doorgaans zelfs geen ontvangstmelding. Voor de aso's die sinds maanden vruchteloos wachten op de uitspraak van de Hoge Raad over hun aanvraag tot erkenning is dat een hemeltergende situatie."