Dat zei professor Anne De Paepe, vorige zaterdag nog rector van de UGent, op de emeritaatsviering van professor huisartsgeneeskunde Jan De Maeseneer. Om de controversiële hoogleraar in de bloemetjes te zetten, was er veel 'schoon volk' naar Gent afgezakt.

Zijn hele academische loopbaan werkte De Maeseneer aan de UGent. Na het rapport van de visitatiecommissie in 1997 kreeg hij de kans om de artsenopleiding op een totaal nieuwe leest te schoeien. Dat was een succes. Maar daarmee zijn de 24 uren van een dag niet gevuld. "Nooit was hij enkel academisch bezig", zei Anne De Paepe. "Er was ook het wijkgezondheidscentrum, het voorzitterschap van de gezondheidsraad in Gent, van de strategische adviesraad, het werk op ministeriële kabinetten, voor de Europese Commissie en de Wereldgezondheidsorganisatie. Kortom, op elk niveau waar het gezondheidsbeleid ter sprake komt, was Jan De Maeseneer aanwezig."

Colloque singulier

'Fellow traveller' gedurende jaren, dokter Ri De Ridder, leidend ambtenaar van de Dienst Geneeskundige Verzorging bij het Riziv, ging in zijn uiteenzetting terug tot de era van de Sint-Jansakkoorden (1964). Toen werden de fundamenten van onze gezondheidszorg gelegd.

"Nochtans", aldus dokter De Ridder, "stond toen in de wet Leburton het begrip 'abonnementsgeneeskunde' en per capita financiering. Wetenschappelijke evidentie leert dat dit veel betere kansen biedt op geïntegreerde eerstelijnszorg. Maar door de Sint-Jansakkoorden beheerst de kolos 'therapeutische vrijheid' het krachtenspel al meer dan een halve eeuw. Tot op vandaag. De finaliteit daarvan verengt gezondheidszorg tot het colloque singulier. Het ontdoet gezondheid(szorg) van de talloze interacties tussen het menselijk lichaam, zijn omgeving en het maatschappelijk bestel. De uitgangspunten zijn fundamenteel anders. Individuele interacties gaan over ziekten. Terwijl het maatschappelijk uitgangspunt individuele ervaringen verbindt en de link legt tussen welzijn en gezondheid. Het overheersende model is het model waarbij het professionele vrije beroep enkel verantwoording verschuldigd is aan zichzelf. Daar staat tegenover het public health systeem met maatschappelijke verantwoording."

Door de overheersing van de 'kolos' stelt De Ridder ook vandaag de dag nog weerstand vast tegen externe kwaliteitstoetsing en gegevensregistratie. "Daardoor ook blijft ICPC-registratie in de eerste lijn nog steeds moeilijk. En het 'buzz-woord' om hier tegen in te gaan is administratieve overlast."

Voor de Ridder is de cultivering van het individu ook verantwoordelijk voor "de verschrikkelijke fragmentering en het silo-denken in de gezondheidszorg".

Zeven waarden

In zijn afscheidsspeech zei Jan De Maeseneer dat zeven waarden zijn denken en werken beheersen. "Vooreerst: waardenvrije wetenschap bestaat niet. En ook maatschappelijk engagement is een waarde."

In eerste instantie had hij het over 'betrokkenheid en engagement'. "Dagelijks worden huisartsen geraakt door mensen, door hun welzijn, levensomstandigheden, pijn en onzekerheid. Dat is belangrijk maar het kan slechts duurzaam zijn als de zorg voor de zorgverstrekkers zelf voldoende aandacht krijgt", zei hij. 'Sociale rechtvaardigheid', is waarde nummer twee. "Pijnlijk is dat in België een 25-jarige 18 jaar meer levensverwachting heeft als hij universitaire studies volgde ten opzichte van iemand met een diploma basisonderwijs. Erger: de kloof verkleint niet." 'Mededogen' is zijn volgende waarde. "Een oubollig woord. Dit gaat over compassie, over het kijken met de ogen van de patiënt. Het debat gaat nu over activering, de nieuwe flinkheid, versus ondersteuning van chronische zieken. Hen actief laten participeren is niet altijd een haalbare kaart en dat mag niet tot schuldgevoelens leiden."

"Academici en wetenschappers moeten 'out of the box' durven denken", poneert De Maeseneer verder. "Er is bijvoorbeeld de paradigmashift naar chronische zorg. Zorg voor gezondheid is te vaak het simplistische uitgangspunt. Het is ook omgaan met complexiteit. Essentieel voor de onafhankelijkheid bij ons - en dit in tegenstelling tot de VS - is de publieke financiering van de academische wereld. En het mag niet bij denken blijven, er is durf nodig om dingen te veranderen."

Solidariteit

De vijfde waarde luidt: 'verbinding en verbondenheid'. "De eerste lijn gaat niet enkel over het verzorgen van zieken. Het gaat ook over sociale cohesie, over het versterken van de maatschappij. Elk individu moet weten dat het ergens terecht kan, het moet ergens kunnen bij horen. Dat geldt ook voor mensen zonder papieren."

"Maatschappelijke verantwoording en verantwoordelijkheid", is evenzeer belangrijk. De Maeseneer: "De eerste lijn dient zich te heroriënteren, van individueel naar populatieniveau. Solidariteit is essentieel. Nergens ter wereld vormt een neoliberale vrije markt de basis voor een goede gezondheidszorg. 70% van onze middelen in de sociale zekerheid ondersteunt 10% van de mensen en dat is een prima model."

En ten slotte is er 'dankbaarheid' na een geslaagde loopbaan. "De vele contacten met mensen, stemmen mij zeer dankbaar. Vooral het werken met studenten zal ik missen", besluit hij.

Dat zei professor Anne De Paepe, vorige zaterdag nog rector van de UGent, op de emeritaatsviering van professor huisartsgeneeskunde Jan De Maeseneer. Om de controversiële hoogleraar in de bloemetjes te zetten, was er veel 'schoon volk' naar Gent afgezakt.Zijn hele academische loopbaan werkte De Maeseneer aan de UGent. Na het rapport van de visitatiecommissie in 1997 kreeg hij de kans om de artsenopleiding op een totaal nieuwe leest te schoeien. Dat was een succes. Maar daarmee zijn de 24 uren van een dag niet gevuld. "Nooit was hij enkel academisch bezig", zei Anne De Paepe. "Er was ook het wijkgezondheidscentrum, het voorzitterschap van de gezondheidsraad in Gent, van de strategische adviesraad, het werk op ministeriële kabinetten, voor de Europese Commissie en de Wereldgezondheidsorganisatie. Kortom, op elk niveau waar het gezondheidsbeleid ter sprake komt, was Jan De Maeseneer aanwezig."Colloque singulier'Fellow traveller' gedurende jaren, dokter Ri De Ridder, leidend ambtenaar van de Dienst Geneeskundige Verzorging bij het Riziv, ging in zijn uiteenzetting terug tot de era van de Sint-Jansakkoorden (1964). Toen werden de fundamenten van onze gezondheidszorg gelegd."Nochtans", aldus dokter De Ridder, "stond toen in de wet Leburton het begrip 'abonnementsgeneeskunde' en per capita financiering. Wetenschappelijke evidentie leert dat dit veel betere kansen biedt op geïntegreerde eerstelijnszorg. Maar door de Sint-Jansakkoorden beheerst de kolos 'therapeutische vrijheid' het krachtenspel al meer dan een halve eeuw. Tot op vandaag. De finaliteit daarvan verengt gezondheidszorg tot het colloque singulier. Het ontdoet gezondheid(szorg) van de talloze interacties tussen het menselijk lichaam, zijn omgeving en het maatschappelijk bestel. De uitgangspunten zijn fundamenteel anders. Individuele interacties gaan over ziekten. Terwijl het maatschappelijk uitgangspunt individuele ervaringen verbindt en de link legt tussen welzijn en gezondheid. Het overheersende model is het model waarbij het professionele vrije beroep enkel verantwoording verschuldigd is aan zichzelf. Daar staat tegenover het public health systeem met maatschappelijke verantwoording."Door de overheersing van de 'kolos' stelt De Ridder ook vandaag de dag nog weerstand vast tegen externe kwaliteitstoetsing en gegevensregistratie. "Daardoor ook blijft ICPC-registratie in de eerste lijn nog steeds moeilijk. En het 'buzz-woord' om hier tegen in te gaan is administratieve overlast."Voor de Ridder is de cultivering van het individu ook verantwoordelijk voor "de verschrikkelijke fragmentering en het silo-denken in de gezondheidszorg".Zeven waardenIn zijn afscheidsspeech zei Jan De Maeseneer dat zeven waarden zijn denken en werken beheersen. "Vooreerst: waardenvrije wetenschap bestaat niet. En ook maatschappelijk engagement is een waarde."In eerste instantie had hij het over 'betrokkenheid en engagement'. "Dagelijks worden huisartsen geraakt door mensen, door hun welzijn, levensomstandigheden, pijn en onzekerheid. Dat is belangrijk maar het kan slechts duurzaam zijn als de zorg voor de zorgverstrekkers zelf voldoende aandacht krijgt", zei hij. 'Sociale rechtvaardigheid', is waarde nummer twee. "Pijnlijk is dat in België een 25-jarige 18 jaar meer levensverwachting heeft als hij universitaire studies volgde ten opzichte van iemand met een diploma basisonderwijs. Erger: de kloof verkleint niet." 'Mededogen' is zijn volgende waarde. "Een oubollig woord. Dit gaat over compassie, over het kijken met de ogen van de patiënt. Het debat gaat nu over activering, de nieuwe flinkheid, versus ondersteuning van chronische zieken. Hen actief laten participeren is niet altijd een haalbare kaart en dat mag niet tot schuldgevoelens leiden.""Academici en wetenschappers moeten 'out of the box' durven denken", poneert De Maeseneer verder. "Er is bijvoorbeeld de paradigmashift naar chronische zorg. Zorg voor gezondheid is te vaak het simplistische uitgangspunt. Het is ook omgaan met complexiteit. Essentieel voor de onafhankelijkheid bij ons - en dit in tegenstelling tot de VS - is de publieke financiering van de academische wereld. En het mag niet bij denken blijven, er is durf nodig om dingen te veranderen."SolidariteitDe vijfde waarde luidt: 'verbinding en verbondenheid'. "De eerste lijn gaat niet enkel over het verzorgen van zieken. Het gaat ook over sociale cohesie, over het versterken van de maatschappij. Elk individu moet weten dat het ergens terecht kan, het moet ergens kunnen bij horen. Dat geldt ook voor mensen zonder papieren.""Maatschappelijke verantwoording en verantwoordelijkheid", is evenzeer belangrijk. De Maeseneer: "De eerste lijn dient zich te heroriënteren, van individueel naar populatieniveau. Solidariteit is essentieel. Nergens ter wereld vormt een neoliberale vrije markt de basis voor een goede gezondheidszorg. 70% van onze middelen in de sociale zekerheid ondersteunt 10% van de mensen en dat is een prima model."En ten slotte is er 'dankbaarheid' na een geslaagde loopbaan. "De vele contacten met mensen, stemmen mij zeer dankbaar. Vooral het werken met studenten zal ik missen", besluit hij.