Het valt moeilijk te begrijpen welke wesp het Verbond der Belgische Specialisten nu gestoken heeft. Alvast ondergetekende ging er vanuit dat de strijdbijl tussen huisartsen en specialisten begraven was.

Niet dus. Sommige artsen-specialisten krijgen nog steeds zure oprispingen bij het horen van de termen echelonnering en Globaal Medisch Dossier. Allicht speelt een misplaatst superioriteitsgevoel.

Ter illustratie een korte flashback naar meer dan 20 jaar geleden en de introductie van het GMD. Een syndicaal actieve specialist sneerde toen dat het medisch dossier niet meer is dan een snoepje dat artsen-specialisten goedmoedig gunden aan de collega's huisartsen. Die mentaliteit...

Welke wesp heeft het Verbond der Belgische Specialisten nu gestoken?

Dat een medisch dossier bij de huisarts een softe vorm van getrapte gezondheidszorg introduceert, is een doorn in het oog. Vermoedelijk omdat vele duizenden (deels) extramuraal werkende specialisten ook hun boterham moeten verdienen. Al is de vraag hoe valoriserend het is voor een pediater om dag in dag uit snotneuzen te behandelen. Tijdens de praktijkuren wel te verstaan. Niet in het weekend en 's nachts. Dan neemt de huisarts van wacht het wel over.

En zo rollen huisartsen en specialisten nog een keertje ouderwets vechtend over straat. Terwijl de overheid minstens boter op het hoofd heeft.

Een plethora zoals in de jaren 1990 is er niet meer. Correct uitgemeten zijn de contingenten specialisten - en huisartsen - echter evenmin. In sommige disciplines zijn er te veel artsen, andere hebben er te weinig. Uiteraard is dat nefast voor een goede taakverdeling.

Nog een blinde vlek in het overheidsdiscours: extramuraal werkende specialisten. Ze worden straal genegeerd. Vaak bestaan ze gewoon niet voor de wet. Ook dat is helaas al decennia zo. Meer dan dringend tijd voor het beleid om het hele plaatje onder ogen te zien.

Het valt moeilijk te begrijpen welke wesp het Verbond der Belgische Specialisten nu gestoken heeft. Alvast ondergetekende ging er vanuit dat de strijdbijl tussen huisartsen en specialisten begraven was. Niet dus. Sommige artsen-specialisten krijgen nog steeds zure oprispingen bij het horen van de termen echelonnering en Globaal Medisch Dossier. Allicht speelt een misplaatst superioriteitsgevoel. Ter illustratie een korte flashback naar meer dan 20 jaar geleden en de introductie van het GMD. Een syndicaal actieve specialist sneerde toen dat het medisch dossier niet meer is dan een snoepje dat artsen-specialisten goedmoedig gunden aan de collega's huisartsen. Die mentaliteit... Dat een medisch dossier bij de huisarts een softe vorm van getrapte gezondheidszorg introduceert, is een doorn in het oog. Vermoedelijk omdat vele duizenden (deels) extramuraal werkende specialisten ook hun boterham moeten verdienen. Al is de vraag hoe valoriserend het is voor een pediater om dag in dag uit snotneuzen te behandelen. Tijdens de praktijkuren wel te verstaan. Niet in het weekend en 's nachts. Dan neemt de huisarts van wacht het wel over. En zo rollen huisartsen en specialisten nog een keertje ouderwets vechtend over straat. Terwijl de overheid minstens boter op het hoofd heeft. Een plethora zoals in de jaren 1990 is er niet meer. Correct uitgemeten zijn de contingenten specialisten - en huisartsen - echter evenmin. In sommige disciplines zijn er te veel artsen, andere hebben er te weinig. Uiteraard is dat nefast voor een goede taakverdeling. Nog een blinde vlek in het overheidsdiscours: extramuraal werkende specialisten. Ze worden straal genegeerd. Vaak bestaan ze gewoon niet voor de wet. Ook dat is helaas al decennia zo. Meer dan dringend tijd voor het beleid om het hele plaatje onder ogen te zien.