...

Een aantal factoren belemmeren de opsporing van hiv in bepaalde bevolkingsgroepen, stelt de Orde vast: het onvoldoende gebruikmaken van de klassieke opsporingsmethodes, de drempel om gezondheidswerkers aan te spreken over seksuele geaardheid en seksueel risicogedrag, evenals de vrees voor stigmatisering en morele veroordeling.In het nationale hiv-plan 2014-2019 wordt aanbevolen om, in lijn met de bestaande wetgeving, gedecentraliseerde en gedemedicaliseerde opsporing te ontwikkelen om prioritaire groepen te bereiken, evenals de contexten waarin er sprake is van verhoogde prevalentie en waarin een groot aantal laattijdige diagnoses verwacht kan worden. De keerzijde van die vlottere toegang is evenwel het gebrek aan een gemedicaliseerde omgeving, vindt de Orde. Er is daarom nood aan een correcte omkadering.Artsen garant voor kwaliteitDe Nationale Raad vindt dat dergelijke opsporingen georganiseerd, gecontroleerd en geëvalueerd moeten worden door referentie-instellingen, die erkend of goedgekeurd werden door de bevoegde overheid en intern over artsen beschikken, die garant staan voor kwaliteit, hygiëne en goede opsporingspraktijken.Verder hamert de Orde op een strikte rekrutering van vrijwilligers, respect voor het privéleven, gepaste opvolging en ondersteuning - met verwijzing naar een behandelend arts voor bevestiging van het testresultaat.Medisch circuit prioritairTen slotte meent de Nationale Raad dat prioritair moet worden aangemoedigd dat de opsporing gebeurt via het medische circuit. Niet-gelokaliseerde en gedemedicaliseerde opsporing moet deel uitmaken van een globale strategie, ter aanvulling van de bestaande middelen die hun diensten al bewezen hebben. Ook de vorming en sensibilisering van de eerstelijnsactoren, meer bepaald de rol die huisartsen kunnen spelen in hiv-opsporing, moeten een prioriteit zijn om de struikelblokken voor de opsporing van prioritaire groepen weg te werken, luidt het.De Orde zal dit advies opnieuw evalueren op grond van de resultaten van de toepassing van het hiv-plan 2014-2019.