Reeds meer dan een jaar staat België in al zijn geledingen onder hoogspanning. En het is verre van gedaan. Hoeveel slachtoffers maakt de pandemie nog? Verloopt de vaccinatiecampagne succesvol? Kapseist de gezondheidszorg niet? De antwoorden op die vragen bepalen de komende maanden of er winnaars in de Wetstraat wonen.
Tot voor kort slaagde het beleid er relatief goed in om covid-19 onder controle te houden. De meeste buurlanden gingen kopje onder. Met een gerichte lockdown slaagde ons land erin een derde golf af te wentelen. Maar nu dreigt andermaal een dijkbreuk. Nog afgezien van de overlijdens en het menselijk leed zou dit een ramp zijn voor de zorgverstrekkers en de gezondheidszorg.
Hoe komt dat? Werden er kansen gemist? Waarom zet men bijvoorbeeld niet veel meer in op een regionale aanpak? Stijgende besmettingscijfers in Namen en Henegouwen vereisen daar een interventie; niet in pakweg Antwerpen waar de zaak min of meer onder controle is. Die aanpak kan en moet tot op ziekenhuisniveau gaan. Het valt niet te begrijpen waarom dat nauwelijks gebeurt.
Waarom zet men niet veel meer in op een regionale aanpak?
En dan is er de metaalmoeheid bij de bevolking. De mentale schade loopt sterk uiteen maar hoe dan ook hakt de pandemie er diep in. Het virus overwinnen, kan maar als de mensen nog mee zijn en ingrijpende maatregelen blijven opvolgen. En daarvoor zijn perspectief en positieve boodschappen belangrijk. Positief is nog wat anders dan opportunistisch. Aan premature 11 juli-beloften heeft niemand wat.
Voorlopig is vaccinatie de enige weg om van een pandemie naar een endemie te gaan. Het medisch korps is grotendeels mee, zo leert de Artsenkrant-enquête in deze editie. Ondanks leveringsperikelen en de avonturen van het AstraZeneca-vaccin. Als het EMA het licht verder op groen zet voor AstraZeneca heeft deze regering blijken van koelbloedigheid en staatsmanschap gegeven. In het andere geval wachten de pek en de veren.