Hoe komt het dat artsen zo vaak euthanasie toepassen, terwijl het één van de 'meest indringende en belastende' handelingen is die tot hun beschikking staan?
...
Hoe komt het dat artsen zo vaak euthanasie toepassen, terwijl het één van de 'meest indringende en belastende' handelingen is die tot hun beschikking staan? Filosoof Henri Wijsbek (Universiteit Amsterdam) ging in Medisch Contact op zoek naar het antwoord op die vraag. Medisch Contact is het weekblad van de officiële artsenorganisatie KNMG. Wijsbeks vertrekpunt is dat euthanasie in Nederland steeds vaker wordt toegepast. Hij vindt dat vreemd omdat veel artsen moeite hebben met euthanasie terwijl ze met palliatieve sedatie in veel gevallen een goed alternatief voorhanden hebben. Geen medische redenWijsbek gaat uit van de KNMG-richtlijn die palliatieve sedatie definieert als "het opzettelijk verlagen van het bewustzijn van een patiënt in de laatste levensfase om het ondraaglijk lijden dat voortkomt uit refractaire symptomen weg te nemen". Als laatste levensfase wordt een termijn van maximaal twee weken aangehouden. Palliatieve sedatie buiten die periode is levensverkortend en dus gewoon als euthanasie te bestempelen, argumenteert hij. Binnen de periode van twee weken valt sedatie wel onder normaal medisch handelen omdat het medisch geïndiceerd is. Als aan de voorwaarden voor euthanasie is voldaan, is vaak ook aan de voorwaarden voor palliatieve sedatie voldaan, stelt Wijsbek vast. De Amsterdamse filosoof ziet geen medische redenen om in die gevallen voor euthanasie te kiezen.De KNMG-richtlijn zegt dat de voorkeur van de patiënt doorslaggevend moet zijn in situaties waarin als zowel sedatie als euthanasie mogelijk zijn. Wijsbek werpt daar tegen op dat het vanuit het standpunt van de patiënt niet veel kan uitmaken. Wat is het verschil tussen een injectie die hem in een coma brengt waaruit hij niet meer zal ontwaken en een injectie waaraan hij sterft na heel kort in een coma te zijn geweest?Fundamenteel verschilBekijk je het daarentegen vanuit het standpunt van de arts, dan is het onderscheid tussen palliatieve sedatie en euthanasie wél fundamenteel verschillend, schrijft hij: "Voor artsen is er wel een duidelijk verschil, namelijk het verschil tussen een normale, medisch geïndiceerde handeling en een niet-normale en dus nooit medisch geïndiceerde handeling die zij als de meest belastende (*) ervaren die er is." Henri Wijsbek kan zich wel voorstellen dat patiënten soms de voorkeur geven aan direct sterven boven een paar dagen in coma liggen, maar hij vraagt zich af of de voorkeur van de patiënt opweegt tegen de zware belasting van de arts. In veel gevallen kan de patiënt geen zwaarwegende medische redenen aanvoeren om de voorkeur te geven aan euthanasie boven sedatie, schrijft hij. De arts van zijn kant heeft alle reden om palliatieve sedatie te verkiezen boven "de meest belastende, niet-normale medische handeling die tot zijn beschikking staat".