...

De Belgian Heart Rhythm Association (BeHRA) organiseerde vorig jaar in juni voor het eerst de nationale week van het hartritme. De analyse van de gegevens werd recent afgerond. Prof. Neree Claes (Universiteit Hasselt) stelde ze vrijdag voor op Europrevent, het Europese congres over de preventie van hart- en vaatziekten.Mensen ouder dan 40 konden tijdens de hartritmeweek in 69 ziekenhuizen laten nagaan of ze aan voorkamerfibrillatie leden. De actie was erg succesvol: 14.298 personen boden zich aan. Uiteindelijk kwamen de gegevens van 11.550 personen in aanmerking voor analyse. De gescreende voorbijgangers waren gemiddeld 59 jaar oud, 38% was man en 62% vrouw. Ze vulden een vragenlijst in waarmee hun voorgeschiedenis van voorkamerfibrillatie en hun CHA2DS2-VASc-score, die het risico van beroerte aangeeft, in kaart konden worden gebracht. Daarna werd ook een ECG afgenomen.AnticoagulantiaBij 229 personen - dat is 2% van de gescreende populatie - werd voorkamerfibrillatie vastgesteld. De aandoening werd voor het eerst opgemerkt bij 148 patiten. De grootste groep (169) had een verhoogd risico van trombo-embolie en diende met anticoagulantia behandeld te worden. Ze hadden een totale CHA2DS2-VASc-score van twee of meer. Patiten die positief scoorden, kregen na de screening een brief mee voor de huisarts voor verdere opvolging. Prof. Neree Claes wijst op de centrale rol die de huisarts kan innemen bij de screening naar voorkamerfibrillatie. "Het is niet altijd de cardioloog die de patit als eerste ziet. Screening naar voorkamerfibrillatie kan perfect in samenwerking met de huisarts. Hoe dat precies in zijn werk kan gaan, wil ik nog verder onderzoeken."De resultaten tonen het nut van screening naar een onregelmatig hartritme duidelijk aan. Zeker omdat voorkamerfibrillatie bij een op de drie patiten geen klachten geeft en soms te laat ontdekt wordt.De nationale week van het hartritme loopt dit jaar van 6 tot 12 juni. Meer info:www.mijnhartritme.be