Op 17 maart kwamen in meer dan 1.000 scholen de kinderen in pyjama naar school om hun steun aan Bednet te betuigen. Op 30 maart veroordeelde het Hof van Beroep van Gent een school die niet ingegaan was op de vraag om een ziek kind Tijdelijk Onderwijs aan Huis te verstrekken. Wat leren die twee feiten?

Ze leren dat Vlaanderen een unieke combinatie van voorzieningen heeft om kinderen die langdurig ziek zijn (vanaf een verwachte afwezigheid van vier weken), contact te laten houden met hun klasvriendjes en hun leerkrachten en hen begeleiding te verstrekken thuis, zodat ze bijblijven op school. Door die voorzieningen zijn zieke kinderen in Vlaanderen niet veroordeeld tot overzitten. Dat is goed voor hen, en bespaart ook miljoenen op het onderwijsbudget.

Over welke voorzieningen gaat het? Bednet - 'synchroon internetonderwijs' - installeert bij de langdurig zieke leerling thuis een speciale computer met camera en printer en zet in zijn of haar klas dezelfde apparatuur; zo kan de leerling actief lessen blijven volgen alsof hij of zij erbij was. De kinderen behouden zo ook het contact met de klasvrienden.

Het Tijdelijk Onderwijs aan Huis (TOAH) zorgt dat een leerkracht van de eigen school tot vier uur per week aan huis komt om uitleg te geven. De zogenaamde ziekenhuissscholen bestaan in sommige universitaire ziekenhuizen (Antwerpen, Gent, Leuven) en in revalidatiecentra als die van Pulderbos en De Haan: hun leerkrachten kunnen kinderen per dag één à twee uur les geven op aanwijzen van de school waar ze zijn ingeschreven.

Dat zijn initiatieven die de overheid financiert of met subsidies ondersteunt. Zieke leerlingen hebben er recht op, zoals de rechtbankuitspraak duidelijk maakt. Scholen en CLB's moéten die dus aanbieden aan de ouders.

Heel belangrijk is dat kinderen in contact blijven met de school en met hun klas. Dat maakt hun leven aangenamer en dat bevordert ook het genezingsproces.

Ouders zijn vrij om erop in te gaan of niet. En soms zijn er ook redenen en omstandigheden om dat niet te doen. Maar soms gaan ouders er om oneigenlijke redenen niet op in: omdat de school het niet aantrekkelijk genoeg voorstelt, omdat ze overdonderd zijn door de medische problemen, omdat ze vrezen dat het toch geld kost, omdat ze zelf niet kunnen omgaan met de computer, omdat ze bang zijn van leerkrachten in hun huis.

Daarom is het goed dat huisartsen ouders aansporen er gebruik van te maken. De dienstverlening is gratis. Het aanbod zorgt ervoor dat de onderwijsachterstand van de zieke leerlingen tot een minimum beperkt wordt. Het merendeel van de kinderen dat van het aanbod gebruik maakt, kan overgaan. Heel belangrijk is dat kinderen in contact blijven met de school en met hun klas. Dat maakt hun leven aangenamer en dat bevordert ook het genezingsproces. Inclusie als geneesmiddel.

www.bednet.be

Op 17 maart kwamen in meer dan 1.000 scholen de kinderen in pyjama naar school om hun steun aan Bednet te betuigen. Op 30 maart veroordeelde het Hof van Beroep van Gent een school die niet ingegaan was op de vraag om een ziek kind Tijdelijk Onderwijs aan Huis te verstrekken. Wat leren die twee feiten?Ze leren dat Vlaanderen een unieke combinatie van voorzieningen heeft om kinderen die langdurig ziek zijn (vanaf een verwachte afwezigheid van vier weken), contact te laten houden met hun klasvriendjes en hun leerkrachten en hen begeleiding te verstrekken thuis, zodat ze bijblijven op school. Door die voorzieningen zijn zieke kinderen in Vlaanderen niet veroordeeld tot overzitten. Dat is goed voor hen, en bespaart ook miljoenen op het onderwijsbudget.Over welke voorzieningen gaat het? Bednet - 'synchroon internetonderwijs' - installeert bij de langdurig zieke leerling thuis een speciale computer met camera en printer en zet in zijn of haar klas dezelfde apparatuur; zo kan de leerling actief lessen blijven volgen alsof hij of zij erbij was. De kinderen behouden zo ook het contact met de klasvrienden.Het Tijdelijk Onderwijs aan Huis (TOAH) zorgt dat een leerkracht van de eigen school tot vier uur per week aan huis komt om uitleg te geven. De zogenaamde ziekenhuissscholen bestaan in sommige universitaire ziekenhuizen (Antwerpen, Gent, Leuven) en in revalidatiecentra als die van Pulderbos en De Haan: hun leerkrachten kunnen kinderen per dag één à twee uur les geven op aanwijzen van de school waar ze zijn ingeschreven.Dat zijn initiatieven die de overheid financiert of met subsidies ondersteunt. Zieke leerlingen hebben er recht op, zoals de rechtbankuitspraak duidelijk maakt. Scholen en CLB's moéten die dus aanbieden aan de ouders.Ouders zijn vrij om erop in te gaan of niet. En soms zijn er ook redenen en omstandigheden om dat niet te doen. Maar soms gaan ouders er om oneigenlijke redenen niet op in: omdat de school het niet aantrekkelijk genoeg voorstelt, omdat ze overdonderd zijn door de medische problemen, omdat ze vrezen dat het toch geld kost, omdat ze zelf niet kunnen omgaan met de computer, omdat ze bang zijn van leerkrachten in hun huis.Daarom is het goed dat huisartsen ouders aansporen er gebruik van te maken. De dienstverlening is gratis. Het aanbod zorgt ervoor dat de onderwijsachterstand van de zieke leerlingen tot een minimum beperkt wordt. Het merendeel van de kinderen dat van het aanbod gebruik maakt, kan overgaan. Heel belangrijk is dat kinderen in contact blijven met de school en met hun klas. Dat maakt hun leven aangenamer en dat bevordert ook het genezingsproces. Inclusie als geneesmiddel.www.bednet.be