...

Het speelt in op heel actuele vragen in de zorg, vertelt prof. Paul Van Royen, voorzitter van KARVA. "Het persoonsgerichte wil zeggen dat we meer aandacht hebben voor de eigen 'agenda' van de mensen aan wie we zorg verlenen. We hebben bijvoorbeeld steeds vaker te maken met chronische patiënten. Bij acute kritische zorg moet je zorgen dat je de patiënt erdoor haalt, de juiste medicatie geeft enzovoort. Bij chronische zorg zijn de patiënten zelf veel meer aan zet, en moet je nagaan wat hun levensdoelen zijn." "Daarnaast zullen we in de zorg altijd keuzes moeten maken, en die keuzes moeten onderbouwd zijn op een evidence-based manier. We willen nieuwe inzichten en behandelingen in de praktijk brengen, maar altijd gestoeld op evidentie." "Het bindmiddel tussen die twee is samenwerking. Want als je persoonsgericht en evidence-based wil werken, kan je dat als individuele huisarts of specialist of als ziekenhuis niet meer. Covid heeft bewezen dat interdisciplinaire en teamgerichte samenwerking meer dan ooit nodig is. Dat is dus het globale thema van die dag, dat ook aan bod komt in het afsluitende debat met vertegenwoordigers van de eerste lijn, ziekenhuizen, de welzijnszorg en ook van de stad Antwerpen. Ook patiënten zelf komen daar aan het woord." Het thema wordt in de voormiddag aangesneden in een Engelstalige sessie die aansluit op het internationale Antwerp Medical Students' Congress. Bert Aertgeerts (KU Leuven) heeft het over 'evidence-based practice' en Paul Van Royen (UAntwerpen) licht het concept interprofessionele samenwerking toe. Christophe Deben (CORE, UAntwerpen) presenteert nieuw onderzoek over gerichte en gepersonaliseerde kankerbehandeling als stap naar meer persoonsgerichte zorg. Daarna zijn er drie parallelsessies in de voormiddag en drie in de namiddag, telkens rond één thema: samenwerking binnen urgentiegeneeskunde, samenwerking bij lage rugpijnbehandeling, opvang en begeleiding van daders en slachtoffers van seksueel misbruik en intrafamiliaal geweld, samenwerking bij de revalidatie van de oncologische patiënt, samenwerking bij de behandeling van het zieke kind, en samenwerking rond gynaecologie en zwangerschap. Voor elk van deze onderwerpen wordt ingegaan op de aspecten samenwerking, nieuwe inzichten en een persoonsgerichte aanpak, zegt Paul Van Royen. "Neem bijvoorbeeld de sessie over opvang en begeleiding van daders en slachtoffers. Daar zijn specialisten in gespecialiseerde centra mee bezig, maar het zijn vaak de eerstelijnszorgers die deze mensen in eerste instantie zien, er is ook samenwerking met andere zorgverleners en diensten nodig. In de sessie over de behandeling van het zieke kind gaat het over samenwerking tussen huisartsen en kinderartsen - hoe moet deze in de opleiding al aan bod komen, hoe is de situatie in België en in Europa? Hoe moeten we samenwerken om kinderen met ontwikkelingsstoornissen beter te begeleiden? In de sessie over gynaecologie en zwangerschap komt dan weer het thema noodanticonceptie aan bod, daarvoor is de samenwerking tussen arts en apotheker essentieel." De GDA wordt afgesloten met een netwerkevent met barbecue (afzonderlijke inschrijving nodig). "We denken dat mensen echt wel nood hebben om elkaar weer in het echt te zien na tweeënhalfjaar online vergaderingen en webinars," zegt Paul Van Royen. "Online kun je veel zaken heel efficiënt doen, maar er gaat toch niets boven elkaar in levenden lijve te ontmoeten. We dreigen in een wereld terecht te komen waar artsen en specialisten elkaar alleen kennen via mail of online, en waar de patiënt de enige is die alle zorgverleners nog echt te zien krijgt. Hierbij dus een warme oproep om ook voor het netwerkevent in te schrijven. De avond voordien vieren we officieel 400 jaar KARVA - eigenlijk 402 jaar, want omwille van covid hebben we de viering al twee keer moeten uitstellen."