Vanaf 12 juni gaat de internationale week van de Infant Mental Health (IMH) door. Een jaarlijks moment om even stil te staan bij de geestelijke gezondheid van baby's en jonge kinderen, maar ook van hun ouders of zorgfiguren. Hoewel IMH zich op mentaal welzijn richt, beperkt het zich daarbij niet enkel tot het vakgebied van de psychiatrie: de kracht van IMH is namelijk multidisciplinariteit. Het brengt verschillende beroepsgroepen met elkaar in verbinding die allen werken met jonge kinderen en/of hun ouders.
Alle ervaringen die kinderen in hun eerste levensjaren opdoen, hebben namelijk een impact op hun ontwikkeling: zowel op de ontwikkeling van het lichaam en de hersenen, als op het mentale welzijn. Wat jonge kinderen meemaken, legt niet helemaal hun toekomst vast. Door de snelle groei en plasticiteit zijn er gelukkig veel kansen om een gezonde lichamelijke en mentale ontwikkeling door te maken. Uiteraard creëren we toch best een zo optimaal mogelijke context voor hen om in op te groeien.
Die context krijgen ze in eerste instantie vanuit de relatie met hun ouders of dichte zorgfiguren. Zo maken ze kennis met de wereld rondom hen en doen ze ervaringen op die hun groei mee vorm geven. Gezonde, voorspelbare en warme relaties zijn dan ook van groot belang om kinderen de kans te geven op een goede mentale en lichamelijke gezondheid. Door de kwaliteit van de relatie tussen ouders en kinderen te bevorderen, krijgt de ontwikkeling van kinderen ook alle kansen. De ruimere omgeving heeft echter ook een impact. We horen het zo vaak: "It takes a village to raise a child". Ook als arts maak je mee deel uit van dat zorgende netwerk rond gezinnen en ondersteun je mee de ontwikkelingskansen van jonge kinderen.
Onderschat het niet: als arts ben je een belangrijk zorgfiguur in het leven van jonge gezinnen
Soms is jouw steun en geruststelling voldoende voor ouders. Zo'n ontwikkelingsondersteunende interventie lijkt misschien iets kleins en voelt misschien zelfs aan alsof je niets hebt gedaan. Het kan niettemin een grote impact hebben op de relatie die zich tussen ouder en kind ontwikkelt. Op andere momenten vang je echter wel eens signalen op die erop wijzen dat meer zorg of gespecialiseerde hulpverlening nodig is. Zeker als je een gezin regelmatig ziet, kan jouw blik helpen opmerken dat er meer aan de hand is. Bij jonge kinderen is het belangrijk om tijdig zorgen te kunnen signaleren en preventief aan de slag te gaan. Op die manier hoeven kleine zorgen zich niet verder te ontwikkelen tot grote problemen. Door snel ondersteuning te bieden, kan de impact van risicofactoren beperkt worden. Inzetten op de aanwezige veerkracht in gezinnen kan daarbij tegengewicht bieden voor de kwetsbaarheidsfactoren. Bijkomende en gespecialiseerde hulp is nodig wanneer de aanwezige hulp niet genoeg is, of de zorgen te groot. Dit is niet enkel belangrijk na de geboorte: al van bij de kinderwens is het noodzakelijk om gepaste zorg te installeren en prille (wens-)ouders alle kansen te geven om een gezonde relatie met hun kind te ontwikkelen.
Het is niet gemakkelijk om als ouder te horen te krijgen dat er zorgen zijn. Als arts kan je ondersteuning bieden en ook de drempel naar meer gespecialiseerde hulp verkleinen. Het helpt wanneer ouders verwezen worden door iemand met wie ze een relatie hebben en die ze vertrouwen. Ook na verwijzing is het betekenisvol om in beeld te blijven en samen te werken vanuit een gedeelde visie. Samen met andere betrokken hulpverleners vorm je zo een stevig steunnetwerk. Zo'n netwerk kan heel wat tegengewicht bieden aan kwetsbaarheidsfactoren. Onderschat het dan ook niet: als arts ben je een belangrijk zorgfiguur in het leven van jonge gezinnen. Je maakt deel uit van het dorp dat gezinnen nodig hebben.
Dit opiniestuk kwam tot stand in samenwerking met dokter Jo Wellens.