Ik schrijf deze column tijdens de laatste dagen van 2020. Ze zijn koud, regenachtig en verwaaid, die dagen. Ik vul ze met mensenwarmte, van dicht (mijn man en mijn zoon, en mijn mama, die mijn knuffelcontact is) of van ver (alle andere dierbaren). Het lukt, die warmte op afstand, maar enkel omdat ik die warmte ook zo dichtbij heb. Ik denk vaak aan mensen die nu die warmte dichtbij niet hebben, moeten missen. Wat moet dat zwaar zijn.

Ik vul die dagen ook met boeken, met tekenen, met mooie dingen in musea. En met schrijven, waaronder dit stukje.

Hoe doen mensen het, zo lang verstoken zijn van mensenwarmte en van kunst en cultuur? Hoe zalvend en troostend zijn ze immers beide. Hoe levensnoodzakelijk. Zeker als je gezondheid bedreigd is, als je in een ziekenhuiskamer ligt.

Ik zie het zo vaak, op onze afdeling, ons warme nestje van de hematologie in het UZ Gent, hoe mensen andere mensen tot mens maken. Hoe een kaartje, een berichtje, een bezoek, een lach (ook al is het bij ons altijd al achter een masker geweest; ogen kunnen trouwens verdomd schoon lachen, dat weten wij al lang), een wereld kunnen betekenen. Hoe besmettelijk lachen is. Hoe troostend een woord.

Hoe doen mensen het, zo lang verstoken zijn van mensenwarmte en van kunst en cultuur?

Maar ik zie ook wat kunst en cultuur kunnen betekenen. Voor iedereen, maar zeker ook voor zij die ziek zijn, opgenomen zijn, veel te lang verstoken van veel te veel. Ik zie hoe kunst en cultuur het verschil kunnen maken voor zwaar zieke mensen. Ik zag hoe een jonge vrouw een kunstwerk meebracht naar haar kamer, bij elke opname, ik zag hoe haar vrienden dit kunstwerk binnensmokkelden op intensieve zorgen, waar ze wekenlang werd beademd. En waar ze eerst gereduceerd leek te zijn tot een lichaam, zag ik hoe dit kunstwerk van haar weer een mens maakte.

Ik zag hoe enkele patiënten die deelnamen aan ons voorleesproject (waarin studenten geneeskunde en gezondheidswetenschappen voorlezen aan patiënten met kanker) door teksten openbloeiden, herinneringen ophaalden en opnieuw beleefden, hoe ze door de mooie teksten op zo'n korte tijd zo'n intense band opbouwden met de studenten. Ik zag wat dit deed met de studenten (en voelde wat dit deed met mij als coördinator).

Ik zag hoe een jonge vrouw die zelf cello speelde, en er helemaal door zat na een zeer langdurige opname in isolatie, voor het eerst in heel lange tijd weer glimlachte toen een jonge kerel een cellosuite van Bach kwam spelen op haar kamer. Ik zag hoeveel dit betekende voor de jonge cellist, te zien wat zijn muziek kon betekenen voor mensen.

Uit deze wonderlijke ervaringen rijpte het idee om een soort roomservice voor kunst en cultuur te maken. De Culturele Jukebox zou patiënten die zijn opgenomen in het UZ Gent een platform bieden van waarop ze kunnen kiezen uit een voorleessessie, een live uitvoering van een cellosuite van Bach of een vorm van beeldende kunst. Voor vrijwilligers zou het een forum zijn waarop ze hun 'diensten' kunnen aanbieden, en waar ze de rechtstreekse impact van kunnen zien.

Ik zie hoe kunst en cultuur het verschil kunnen maken voor zwaar zieke mensen

Dit is mijn kleine droom. Om die droom waar te maken, en vele andere dromen die de 'healing power of art' als thema hebben, werd het Fonds Prinses Delphine Van Saksen-Coburg opgericht aan het UZ Gent. De prinses moest niet lang nadenken over onze vraag, ze vond het een eer en was bijzonder ontroerd. Als geen ander erkent zij het belang en de helende kracht van kunst en cultuur.

Tijdens de Warmste Week in december 2020, brachten we al een voorsmaakje van De Culturele Jukebox. Zorgverleners op kankerafdelingen en kankeronderzoekers brachten een wervelende culturele show voor patiënten die waren opgenomen in het UZ Gent, die werd gestreamd naar de TV-schermen op de patiëntenkamers. De reacties waren hartverwarmend en gaven ons nog meer goesting om dit project waar te maken.

Hebt u zelf ideetjes, of wilt u zich opgeven als vrijwilliger voor als we van start kunnen gaan? Mail naar: deculturelejukebox@uzgent.be.

Ik schrijf deze column tijdens de laatste dagen van 2020. Ze zijn koud, regenachtig en verwaaid, die dagen. Ik vul ze met mensenwarmte, van dicht (mijn man en mijn zoon, en mijn mama, die mijn knuffelcontact is) of van ver (alle andere dierbaren). Het lukt, die warmte op afstand, maar enkel omdat ik die warmte ook zo dichtbij heb. Ik denk vaak aan mensen die nu die warmte dichtbij niet hebben, moeten missen. Wat moet dat zwaar zijn. Ik vul die dagen ook met boeken, met tekenen, met mooie dingen in musea. En met schrijven, waaronder dit stukje. Hoe doen mensen het, zo lang verstoken zijn van mensenwarmte en van kunst en cultuur? Hoe zalvend en troostend zijn ze immers beide. Hoe levensnoodzakelijk. Zeker als je gezondheid bedreigd is, als je in een ziekenhuiskamer ligt. Ik zie het zo vaak, op onze afdeling, ons warme nestje van de hematologie in het UZ Gent, hoe mensen andere mensen tot mens maken. Hoe een kaartje, een berichtje, een bezoek, een lach (ook al is het bij ons altijd al achter een masker geweest; ogen kunnen trouwens verdomd schoon lachen, dat weten wij al lang), een wereld kunnen betekenen. Hoe besmettelijk lachen is. Hoe troostend een woord. Maar ik zie ook wat kunst en cultuur kunnen betekenen. Voor iedereen, maar zeker ook voor zij die ziek zijn, opgenomen zijn, veel te lang verstoken van veel te veel. Ik zie hoe kunst en cultuur het verschil kunnen maken voor zwaar zieke mensen. Ik zag hoe een jonge vrouw een kunstwerk meebracht naar haar kamer, bij elke opname, ik zag hoe haar vrienden dit kunstwerk binnensmokkelden op intensieve zorgen, waar ze wekenlang werd beademd. En waar ze eerst gereduceerd leek te zijn tot een lichaam, zag ik hoe dit kunstwerk van haar weer een mens maakte. Ik zag hoe enkele patiënten die deelnamen aan ons voorleesproject (waarin studenten geneeskunde en gezondheidswetenschappen voorlezen aan patiënten met kanker) door teksten openbloeiden, herinneringen ophaalden en opnieuw beleefden, hoe ze door de mooie teksten op zo'n korte tijd zo'n intense band opbouwden met de studenten. Ik zag wat dit deed met de studenten (en voelde wat dit deed met mij als coördinator). Ik zag hoe een jonge vrouw die zelf cello speelde, en er helemaal door zat na een zeer langdurige opname in isolatie, voor het eerst in heel lange tijd weer glimlachte toen een jonge kerel een cellosuite van Bach kwam spelen op haar kamer. Ik zag hoeveel dit betekende voor de jonge cellist, te zien wat zijn muziek kon betekenen voor mensen. Uit deze wonderlijke ervaringen rijpte het idee om een soort roomservice voor kunst en cultuur te maken. De Culturele Jukebox zou patiënten die zijn opgenomen in het UZ Gent een platform bieden van waarop ze kunnen kiezen uit een voorleessessie, een live uitvoering van een cellosuite van Bach of een vorm van beeldende kunst. Voor vrijwilligers zou het een forum zijn waarop ze hun 'diensten' kunnen aanbieden, en waar ze de rechtstreekse impact van kunnen zien. Dit is mijn kleine droom. Om die droom waar te maken, en vele andere dromen die de 'healing power of art' als thema hebben, werd het Fonds Prinses Delphine Van Saksen-Coburg opgericht aan het UZ Gent. De prinses moest niet lang nadenken over onze vraag, ze vond het een eer en was bijzonder ontroerd. Als geen ander erkent zij het belang en de helende kracht van kunst en cultuur. Tijdens de Warmste Week in december 2020, brachten we al een voorsmaakje van De Culturele Jukebox. Zorgverleners op kankerafdelingen en kankeronderzoekers brachten een wervelende culturele show voor patiënten die waren opgenomen in het UZ Gent, die werd gestreamd naar de TV-schermen op de patiëntenkamers. De reacties waren hartverwarmend en gaven ons nog meer goesting om dit project waar te maken. Hebt u zelf ideetjes, of wilt u zich opgeven als vrijwilliger voor als we van start kunnen gaan? Mail naar: deculturelejukebox@uzgent.be.