...

Is een operatierobot zijn geld waard? Het debat hierover woedde de voorbije weken opnieuw naar aanleiding van een Australisch onderzoek naar robotchirurgie bij prostaatkanker. Hieruit bleek dat het gebruik van een operatierobot weliswaar zorgt voor minder bloedverlies, minder pijn en een sneller ontslag uit het ziekenhuis, maar op een termijn van 12 weken geen verschil maakt in levenskwaliteit voor de patiënt. Ook incontinentie en impotentie kwamen even vaak voor met of zonder robotchirurgie. Het onderzoek lijkt eerdere uitspraken van het Federaal Kenniscentrum (KCE) te bevestigen: robots kosten veel geld, maar hebben weinig of geen bewezen voordelen.Een operatierobot is inderdaad erg duur. Een toestel kost ongeveer twee miljoen euro met een gemiddelde jaarlijkse onderhoudskost van 150.000 euro. Daarbovenop komt een kost per ingreep van meer dan 1.100 euro voor de instrumenten en het materiaal. De levensduur van een operatierobot is beperkt tot zeven à tien jaar.Ons land telt veel operatierobots. Nederland heeft één robot per 800.000 inwoners, Duitsland één op 1.250.000; België heeft er één op 400.000. In sommige regio's hebben patiënten op een afstand van 25 km keuze uit 12 ziekenhuizen met een robot. Dat is te veel, want de meeste toestellen zijn onderbenut.Hoe is het zover kunnen komen?De belangrijkste oorzaak is dat de operatierobot nooit in de programmatie is opgenomen. Programmatie heeft precies als doel een goede spreiding van diensten en apparatuur te garanderen. De ziekenhuiswet biedt hiertoe alle ruimte. Om één of andere reden heeft de overheid dit nagelaten, waardoor de opmars van de robot ongestoord zijn weg kon volgen.Je kan het chirurgen niet kwalijk nemen dat ze getriggerd zijn door nieuwe mogelijkheden. Elke goede chirurg wil zijn patiënten de beste behandeling bieden. Bovendien is het veel ergonomischer werken voor de chirurg. Innovatie is inherent aan het beroep en de meest gedreven chirurgen zullen hun ziekenhuis altijd aansporen om te investeren in nieuwe technologie. Uiteraard profileren ziekenhuizen zich hiermee, maar dat is meer dan louter 'marketing'. Het gaat erom dat elk ziekenhuis mee wil zijn met zijn tijd en zijn artsen en patiënten de mogelijkheden en de voordelen wil bieden van nieuwe technologie. Daar is niets verkeerd mee.Terugbetaling creëert vraagSinds 2009 is radicale prostatectomie met robotchirurgie terugbetaald. De ziekenfondsen hebben hierop aangestuurd in de medicomut. Het spreekt vanzelf dat deze terugbetaling geleid heeft tot meer expansie van robots. Dat alleen voor radicale prostatectomie een terugbetaling is voorzien, maakt de situatie bovendien nog moeilijker. De investering is economisch immers moeilijk te dragen zolang andere ingrepen met robotchirurgie - in de gynaecologie, abdominale heelkunde, cardiale chirurgie enz. - niet terugbetaald worden.MonopolieEen laatste element in dit verhaal is het monopolie van het bedrijf Intuitive Surgical, niet alleen op de robot, maar ook op alle instrumenten. Die positie houdt de kostprijs voor de ziekenhuizen artificieel hoog.Wat hebben we nu geleerd?De expansie van de robots toont aan dat er iets schort met de besluitvorming rond nieuwe medische technieken en hun terugbetaling. Veeleer dan binnen de medicomut over tarieven en terugbetaling te debatteren, had men met alle betrokken partners vooraf een spreidingsplan (programmatie) moeten afspreken. Het is dan ook opmerkelijk dat dezelfde ziekenfondsen, die (terecht) ijverden voor terugbetaling, vandaag staan te roepen dat de ziekenhuizen een prestigepolitiek voeren die niet aan een reële vraag beantwoordt.Wat nu?Innovatie is positief. Robotchirurgie zal zich verder ontwikkelen. Er zijn meer en meer toepassingen, ook buiten de urologie. Bovendien vervallen over enkele jaren de patenten. Hierdoor zal de markt meer kunnen spelen. De ziekenhuisnetwerken zijn in de toekomst het beste platform voor investeringen in hooggespecialiseerde technologie. Ten slotte is en blijft de expertise van de chirurg belangrijk. Voldoende opleiding en ervaring zijn noodzakelijk om de techniek veilig toe te passen. Ook hier zijn de netwerken het aangewezen platform, zodat elke chirurg die zich op robotchirurgie toelegt een voldoende aantal patiënten per jaar kan behandelen.