...

De lijst van huisartsenarme zones die als uitgangsbasis dient voor het toekennen van Impulseo 1-premies staat sinds 25 juli op de website van het Riziv. De publicatie liep wat vertraging op want normaal moet die al op 1 juli gebeurd zijn. De lijst is geldig tot 31 december volgend jaar.Te weinig nieuwe huisartsenDe lijst kwam dit voorjaar al in het nieuws, omdat intussen zowat de helft van België tot huisartsenarme zone is verklaard. De algemene pers pikte dit op als een alarmerend signaal voor een dreigend tekort aan huisartsen.Dr. Yves Rosiers van het Kringloket - ook lid van de Federale Raad van Huisartsenkringen die verantwoordelijk is voor de samenstelling - wijst er evenwel op dat het aantal huisartsenarme zones niet spectaculair is toegenomen: voor Vlaanderen telt hij een zevental 'volledige uitbreidingen' (voor heel België bevat de lijst meer dan 300 zones)."Wel is het zo dat er elk jaar weer nieuwe zones bijkomen", stelt hij. Dat heeft er natuurlijk mee te maken dat de huisartsenpopulatie sterk veroudert. Er is in verhouding daarmee een lage instroom.Impulseo verbeteren?In de FRHAK werden er de laatste tijd nogal wat vragen gesteld over de effectiviteit van de premie. "Men stelt vast dat de premie zeker niet de enige reden is waarom artsen zich in een bepaald gebied vestigen", legt dr. Rosiers uit.Maar de vraag is misschien zonder voorwerp, omdat de bevoegdheid over het Impulseo-programma intussen naar de gemeenschappen is overgeheveld. Daarbij zal het hele systeem tegen het licht worden gehouden, verwacht dr. Rosiers. Het Vlaamse regeerakkoord verklaart inderdaad dat nagegaan moet worden of de Impulseo-programma's niet voor verbetering vatbaar zijn.Met het oog op de staatshervorming werd ook de Federale Raad van Huisartsenkringen al opgesplitst in een Nederlandstalige en een Franstalige Kamer. "Waar Brussel juist zit, is niet helemaal duidelijk", werpt dr. Rosiers op.De voorzitter van de Nederlandstalige Kamer werd dr. Klara Ampe, die voordien voor Domus Medica in de FRHAK zetelde. Voorlopig heeft de Nederlandstalige Kamer nog niet veel te doen. Maar dat zal wellicht veranderen als de uitwerking van de staatshervorming concretere gestalte krijgt.