Een van de mooiste dingen aan ons vak, vind ik de oneindige mogelijkheid om bij te leren. Een obscure subspecialisatie? Bezoek dan het jaarlijks internationaal congres! Een nieuwe professionele interesse? Ga eens naar een lezing, neem deel aan een workshop! Geïnteresseerd in psychotherapie? Kom naar de EPA Summer School!
En zo overhandigde ik mijn werktelefoon aan de stagiair om niet veel later op de trein te stappen naar Straatsburg voor vier dagen levendige discussies en boeiende lezingen met een handvol professoren en zevenentwintig collega-assistenten psychiatrie.
We kwamen samen vanuit heel Europa en geen enkele student had Engels als moedertaal. Al voelen we ons allemaal net iets Britser na een pintje of twee, en loopt dat Engels tegen de avond wel vlot.
Ik was de junior van de groep, met mijn schamele maand ervaring in het vak, maar dat compenseerde ik duchtig met mijn enthousiasme. Je krijgt tenslotte niet elke dag de kans om in discussie te treden met trotse vertegenwoordigers van de grootste drie stromingen in de psychotherapie.
Een Franse psychoanalyticus, een Britse gedragstherapeut en een Vlaamse systeemtherapeut kwamen ons de passie voor hun vak bijbrengen. Het klinkt als het begin van een slechte mop, maar ik heb zelden zo genoten van hoorcolleges. Het zijn stromingen die in theorie niet altijd goed met elkaar kunnen opschieten. De eeuwige discussie van de oppervlakkige CBT versus de oeverloze psychoanalyse, bijvoorbeeld.
Het klinkt als het begin van een slechte mop, maar ik heb zelden zo genoten van hoorcolleges
Dan is het natuurlijk prachtig om een lezing te krijgen over de gelijkenissen tussen CBT en psychoanalyse, of de neurobiologische wortels van psychoanalyse. En als er dan nogmaals een artikel uit 1903 wordt gequoteerd omdat het geschreven is door de Almachtige Freud, kan ik dat nog laten passeren.
Het hoogtepunt van de lessen was het moment dat er een simulatiepatiënt naar voor kwam met een bestaande casus, waarop vervolgens de drie therapeuten werden 'losgelaten' - zonder dat ze van elkaars gesprek op de hoogte waren. Het resultaat was een spektakel waardig aan Oscar Wilde. Elke therapeut had een drastisch andere aanpak en elke therapeut verkreeg net iets andere informatie. Maar alle drie vonden ze op een prachtige manier aansluiting bij de patiënt. En bij alle drie merkte je hoe gepassioneerd ze waren voor het vak dat ze beoefenden.
Op enkele dagen tijd heb ik contacten gelegd waarvan ik hoop dat ze voor de rest van mijn carrière blijven duren. Ik ben ook al uitgenodigd om op bezoek te komen in een tiental landen waar ik nooit spontaan het vliegtuig naartoe had gepakt, maar waarvoor ik nu al in mijn agenda naar een geschikt weekend aan het zoeken ben. Ik ben ook weer lid van een nieuwe Whatsapp- chatgroep die me dagelijks bestookt met nieuwe berichten.
Zo wordt mijn leven weer een beetje rijker; met elke lezing die ik bijwoon, elk land dat ik bezoek, elke persoon die ik ontmoet. Stapje voor stapje dichter bij dat mooie toekomstbeeld: psychiater zijn.
En zo overhandigde ik mijn werktelefoon aan de stagiair om niet veel later op de trein te stappen naar Straatsburg voor vier dagen levendige discussies en boeiende lezingen met een handvol professoren en zevenentwintig collega-assistenten psychiatrie.We kwamen samen vanuit heel Europa en geen enkele student had Engels als moedertaal. Al voelen we ons allemaal net iets Britser na een pintje of twee, en loopt dat Engels tegen de avond wel vlot. Ik was de junior van de groep, met mijn schamele maand ervaring in het vak, maar dat compenseerde ik duchtig met mijn enthousiasme. Je krijgt tenslotte niet elke dag de kans om in discussie te treden met trotse vertegenwoordigers van de grootste drie stromingen in de psychotherapie. Een Franse psychoanalyticus, een Britse gedragstherapeut en een Vlaamse systeemtherapeut kwamen ons de passie voor hun vak bijbrengen. Het klinkt als het begin van een slechte mop, maar ik heb zelden zo genoten van hoorcolleges. Het zijn stromingen die in theorie niet altijd goed met elkaar kunnen opschieten. De eeuwige discussie van de oppervlakkige CBT versus de oeverloze psychoanalyse, bijvoorbeeld. Dan is het natuurlijk prachtig om een lezing te krijgen over de gelijkenissen tussen CBT en psychoanalyse, of de neurobiologische wortels van psychoanalyse. En als er dan nogmaals een artikel uit 1903 wordt gequoteerd omdat het geschreven is door de Almachtige Freud, kan ik dat nog laten passeren.Het hoogtepunt van de lessen was het moment dat er een simulatiepatiënt naar voor kwam met een bestaande casus, waarop vervolgens de drie therapeuten werden 'losgelaten' - zonder dat ze van elkaars gesprek op de hoogte waren. Het resultaat was een spektakel waardig aan Oscar Wilde. Elke therapeut had een drastisch andere aanpak en elke therapeut verkreeg net iets andere informatie. Maar alle drie vonden ze op een prachtige manier aansluiting bij de patiënt. En bij alle drie merkte je hoe gepassioneerd ze waren voor het vak dat ze beoefenden. Op enkele dagen tijd heb ik contacten gelegd waarvan ik hoop dat ze voor de rest van mijn carrière blijven duren. Ik ben ook al uitgenodigd om op bezoek te komen in een tiental landen waar ik nooit spontaan het vliegtuig naartoe had gepakt, maar waarvoor ik nu al in mijn agenda naar een geschikt weekend aan het zoeken ben. Ik ben ook weer lid van een nieuwe Whatsapp- chatgroep die me dagelijks bestookt met nieuwe berichten.Zo wordt mijn leven weer een beetje rijker; met elke lezing die ik bijwoon, elk land dat ik bezoek, elke persoon die ik ontmoet. Stapje voor stapje dichter bij dat mooie toekomstbeeld: psychiater zijn.