In dit bizarre Covid-19-tijdperk zijn huisartsen uiteraard superdruk in de weer. Dat verklaart waarom enkel dokter Marlies De Brandt ons te woord kon staan over de uitgebreide masterproef waarvan in de inleiding sprake.
Manama
Marlies De Brandt herinnert er om te beginnen aan dat de groep dementerenden groeit. Elke huisarts, willen of niet, wordt ermee geconfronteerd. "Het fijne aan huisartsgeneeskunde is wel dat je patiënten 20 à 30 jaar meeneemt, een ziekte ziet ontstaan en je de juiste zorg kan bieden. Daarom is dementie interessant. Hopelijk vinden we ooit een betere oplossing. Tot zolang staan huisartsen echter in de frontlinie om zorg voor te bereiden en te voorzien."
Dementie is enorm ingewikkeld en niet zeer sexy. Toch denk ik dat deze richtlijnen een enorm verschil kunnen maken
De masterproef groeide uit de Manama van het laatste jaar geneeskunde. In het kader van het nationale dementieplan kreeg de universiteit de vraag om een richtlijn te ontwikkelen. Professor Jan De Lepeleire gaf het viertal die opdracht, te beginnen met een literatuuronderzoek. Hoe gaan huisartsen met diagnostiek om? Wat bestaat er in het buitenland? Hoe gebruiken huisartsen dat en is het toepasbaar in de Belgische context?
Na hun zevende jaar zetten de vier huisartsen in opleiding dit project verder. "De gelegenheid diende zich aan om dit uit te werken tot een kant en klare richtlijn rond de diagnostiek van dementie in de huisartsenpraktijk", dixit Marlies De Brandt. Dat is geen kleine masterthesis maar een zeer lijvig proces dat 3,5 à 4 jaar in beslag neemt. De Brandt: "Richtlijnen worden niet van de bomen geplukt. We dienden het draaiboek tot op de letter te volgen."
Expertenpanel
De stand van zaken via het literatuuronderzoek werd afgetoetst aan de realiteit. "Is de wetenschap haalbaar in de huisartsenpraktijk tijdens een consultatie van 15 à 20 minuten? In tegenstelling tot de tweede lijn beschikken we immers niet over lange(re) consultaties en over ondersteuning van neuropsychologen of medische beeldvorming in hetzelfde gebouw."
In concreto volgde overleg met een panel van experts. Naast huisartsen maken daarvan neurologen, psychiaters, geriaters, vertegenwoordigers van patiënten... deel uit. Marlies De Brandt: "De stakeholdersmeeting telt een 20-tal mensen. Zij krijgen vooraf inzage in een ruwe versie van de richtlijnen. Ze keren die binnenste buiten, bekijken het kritisch, stellen vragen en geven hun mening. Daarna volgt een meeting. De opmerkingen worden gestandaardiseerd overlopen en beantwoord. Voor zover nodig volgt een bijschaving van de richtlijn."
Dokter De Brandt denkt er met genoegen aan terug. "Dit was echt zeer zinvol en een enorme ervaring. Vers van de schoolbanken werd ons door tien profs het vuur aan de schenen gelegd. Elk detail moesten we verdedigen. Groepswerk is dan wel een voordeel. Elk lid beschikt over expertise in zijn domein."
Prijs van de Jonge Huisarts powered by Artsenkrant
Elk jaar organiseert Artsenkrant met medewerking van het Interuniversitair Centrum voor de Huisartsenopleiding (ICHO) en Domus Medica, en met de financiële steun van het Rode Kruis-Vlaanderen de 'Prijs van de Jonge Huisarts powered by Artsenkrant'.
In een eerste fase selecteert het ICHO vijf masterproeven huisartsgeneeskunde. Deze selectie gebeurt in functie van de gemiddelde score gegeven door promotor en lector. De AK-redactie stelt de genomineerden in vijf opeenvolgende edities tussen 20 maart en 24 april aan u voor.
In een tweede fase quoteert een vakjurymet daarin de professoren Jan Vandevoorde (VUB), Peter Pype (U Gent), Lieve Peremans (U Antwerpen) en Cathy Mathei (KU Leuven) - zijnde de verantwoordelijken voor de masterproeven aan elke universiteit - de masterproeven.De beste masterproef is goed voor 10 punten en vervolgens in aflopende volgorde 8, 6, 4 en 2 punten. Daarnaast hebben de lezers van Artsenkrant tussen 24 april en 15 mei de gelegenheid om hun stem uit te brengen via artsenkrant.com. De genomineerdedie het grootste aantal stemmen achter zijn naam verzamelt, krijgt tien punten en vervolgens in aflopende volgorde 8,6, 4 en 2 punten.
Tot slot worden de punten van de vak- en van de publieksjury opgeteld. De masterproef die in totaal het meeste aantal punten behaalt, wint de Prijs van de Jonge Huisarts powered by Artsenkrant.
De 'Prijs van de Jonge Huisarts powered by Artsenkrant' is goed voor een geldbedrag van 2.500 euro geschonken door Rode Kruis Vlaanderen. Elke laureaat ontvangt ook een gratis abonnement op Artsenkrant voor de duur van één jaar.
Ebpnet
De laatste fase zijn de conclusies: wat werkt (niet)? "CEBAM, het Belgisch centrum voor EBM, fungeerde als validatieorgaan. Het gaat na, controleert en beslist of de procedure correct gevolgd werd en/of onze richtlijn wetenschappelijk juist is. Dat onderzoek doorliepen we twee keer. Elke letter is gewikt en gewogen."
Enkele maanden geleden volgde dan de validatie en recent de lancering in Ebpnet. De richtlijn is nu gekoppeld aan de meeste EMD's. Dokter De Brandt: "Bij het stellen van een diagnose kan je via het elektronisch programma klikken tot aan onze richtlijn en de procedure volgen. Het zal een tijdje duren alvorens we de valkuilen kennen en we weten of dit aanslaat en/of huisartsen zich hierin kunnen vinden. De procedure voorziet een evaluatie na vijf jaar."
Een patiëntenversie van de richtlijn is er niet. "Door de aard van de aandoening was het niet mogelijk de patiënten er zelf bij te betrekken. De Alzheimerliga vertolkt de stem van de patiënt en van de mantelzorgers."
Ingewikkeld
Uiteraard hopen dokter De Brandt en collega's dat de richtlijn massaal gebruikt wordt. "Het aanbod is groot en vele richtlijnen zijn in verbouwing wegens wetenschappelijk voorbijgestreefd. Permanent wordt er herschreven. En dementie is enorm ingewikkeld en niet zeer sexy. Toch denk ik dat deze richtlijnen een enorm verschil kunnen maken."
Het gaat dan niet enkel over diagnostiek. Cruciaal is: wat volgt erna? "Huisartsen menen soms dat er niet veel aan te doen is. En dus laten ze de zaken op hun beloop. Heel wat problemen zijn evenwel te voorkomen. Op voorwaarde dat huisartsen zich inspannen, de diagnose - al dan niet volgens de richtlijnen -- tijdig en correct stellen en (vooral) er patiënt en mantelzorger op het juiste moment bij betrekken. De patiënt is beter op de hoogte, het aanvaardingsproces kan langer insijpelen en we kunnen voorzorgen treffen voor de zorgdiagnose", zegt Marlies.
Zo wordt zorg gekaderd en kan de patiënt en zijn familie zich voorbereiden op wat komt. "Nu benoemen we het niet en diepen we de diagnostiek niet verder uit. Er is toch geen therapie. Dat is jammer. De richtlijn kan tijdig een kapstok bieden en dat is cruciaal."
Masterproef in het kort
We hebben met een team van vier auteurs en in samenwerking met het Expertisecentrum Dementie een richtlijn ontworpen voor de diagnostiek van dementie in de huisartsenpraktijk. De bedoeling van ons werk was een draaiboek te ontwikkelen om de huisarts te begeleiden in dit diagnostisch proces. Deze richtlijn is inmiddels goedgekeurd door CEBAM en terug te vinden op EB Practicenet.
Waarom is jullie masterproef belangrijk?
Gezien onze vergrijzende populatie en sterke toename in het aantal patiënten met een dementieel syndroom, nam de nood aan een duidelijke richtlijn voor de detectie en diagnose van deze groep patiënten toe. Wij wensen met ons werk een gestructureerd kader te bieden voor de huisarts die dit diagnostisch proces steeds vaker zal dienen te doorlopen, in de hoop dat een tijdige diagnose deze mensen de nodige zorg, ondersteuning en behandeling kan bieden.
Wat is er nieuw aan jullie werk?
Uit het Dementie plan 2016 (federaal overleg van de Hoge Gezondheidsraad) bleek dat er in België nog geen richtlijn bestond rond de diagnostiek van dementie voor de huisarts. Op welke eerste tekens dient een huisarts te letten? Welke vragenlijsten gebruikt men dan? Moet een huisarts technische onderzoeken aanvragen of eerder verwijzen? Op basis van een uitgebreid literatuuronderzoek en nazicht van een groot aantal bestaande internationaal richtlijnen werd er voor het eerst een richtlijn samengesteld die de huisarts hierin kan ondersteunen.
Waarom is het belangrijk dat andere (huis)artsen leren over jullie onderzoek?
Wij hopen dat zowel artsen in de eerste als in de tweede lijn in deze richtlijn een handvat vinden die hen begeleidt in het stellen van de diagnose bij het vermoeden van dementie. De bedoeling is dat we hierop volgend een gepast zorgplan kunnen voorbereiden met de patiënt en zijn omgeving. Hoe vlotter dit diagnostisch proces verloopt, hoe beter we de patiënt nadien kunnen omkaderen.