Het gros van de Vlaamse ziekenhuisnetwerken ligt al in een beslissende plooi. Artsenkrant spreekt maandelijks met ziekenhuizen die beslist hebben om samen een netwerk te vormen. Deze aflevering: het netwerk Bonheiden, Lier, Mechelen en Vilvoorde.
...
Op 28 april van dit jaar tekenden het Imeldazieken huis in Bonheiden, het H.-Hartzieken huis in Lier en het AZ Sint-Maarten in Mechelen/Duffel een intentieverklaring voor het oprichten van het netwerk. "Onze ziekenhuizen werkten al op enkele vlakken samen", vertelt Paul Maertens, voorzitter van het voorbereidend overleg van het netwerk. "Zo hebben het AZ Sint-Maarten en Imeldaziekenhuis een overeenkomst op vlak van cardiale pathologie, radiotherapie en palliatieve zorg, is er de samenwerking tussen Imeldaziekenhuis en H.-Hartziekenhuis Lier voor pijntherapie, werken H.-Hartziekenhuis Lier en AZ SintMaarten samen wat betreft radiotherapie en nefrologie, om maar enkele voorbeelden te noemen."Midden juli stapte ook het AZ Jan Portaels in Vilvoorde mee in het verhaal, dat reeds samenwerkingen heeft met het Imeldaziekenhuis. In de algemene pers toonde het stadsbestuur van Vilvoorde zich destijds niet opgezet met die plannen. Zo verklaarde burgemeester Hans Bonte (sp.a) dat een samenwerking met UZ Brussel logischer zou zijn. Dokter Inge Wouters (hoofdarts AZ Jan Portaels) is daar kort over: "Vanzelfsprekend overloop je eerst alle potentiële partners."In de voorgaande afleveringen in deze reeks klonk de roep naar een wetgevend kader. Sommige netwerken hielden afwachtend de voet nog wat op de rem, anderen tekenden intuïtief al lijnen uit. Nu De Block een voorontwerp klaar heeft, voorspelt Peter Degadt (Zorgnet-Icuro), dat "het snel vooruit kan gaan". Voor dit netwerk zal dat geen impact hebben, maakt Jan Ennekens (algemeen directeur AZ Sint-Maarten) zich sterk. "Wij zijn voor op de tekst van de minister. De intentieverklaring of eerste stap ligt al een tijd achter ons. We werken nu aan een kaderovereenkomst die vastlegt binnen welke timing en binnen welk financieel en juridisch model we medische activiteiten samen kunnen organiseren. Die zou in de loop van de komende weken klaar moeten zijn."Vanaf 1 november zal een stuurgroep met inbreng van alle geledingen en met Guido Van Oevelen als voorzitter het geheel overkoepelen. Voor een periode van twee jaar zal ook een netwerkcoördinator aangesteld worden. Of die netwerkcoördinator een soort van bemiddelaar is? Dat klinkt veel te negatief, vinden de gesprekspartners, dus dat willen ze niet gezegd hebben. Nee, de netwerkcoördinator brengt de betrokkenen bij elkaar en ondersteunt het proces van netwerkvorming. "De eerste gesprekken hebben wat tijd in beslag genomen, maar met de tot nu genomen stappen willen we tonen dat we écht vooruit willen." Zolang het wetgevend kader nog niet goedgekeurd is door de regering, bestaat de kans natuurlijk dat er bepaalde stappen teruggenomen zullen moeten worden. "In de teksten en informele informatie die we opvangen, is er tot op heden niets te bespeuren dat tegen onze vooruitgang ingaat", zegt Jan Ennekens. "Er zullen nuances moeten gelegd worden, ja, en op sommige vlakken zullen we extra maatregelen moeten nemen. Maar ondertussen hebben we ook al zaken gerealiseerd die niet in de circulerende teksten staan."Zo komen de voorzitters van de medische raden van de ziekenhuizen om de twee weken samen in een 'overkoepelende artsenraad'. "Vrij snel na het bestuur en management hebben ook wij het initiatief genomen om ons te verenigen", zegt dr. Kurt Vandepitte (voorzitter medische raad H.-Hartziekenhuis Lier). "We trekken actief mee aan de kar, en houden de artsen binnen het netwerk op de hoogte."In de wettekst van minister De Block zou er trouwens niets over medebestuur door artsen terug te vinden zijn. De Bvas reageerde alvast dat ze zich "in hun hemd gezet voelen". Kurt Vandepitte: "Doordat de teksten op dat vlak vaag zijn, hebben de ziekenhuizen ruimte om er zelf uit te geraken." In het AZ Jan Portaels zetelen er reeds artsenafgevaardigden in de raad van bestuur, zegt Inge Wouters. "Voor ons zou medebestuur zodoende geen moeilijkheid betekenen."Elk ziekenhuis heeft op dat gebied andere achtergronden, er zal moeten overeengekomen worden. "Governance is inderdaad een van de meest essentiële thema's", erkent dr. Vandepitte, "maar uit de gesprekken krijgen we tot nu toe wel de indruk dat het management van de netwerkziekenhuizen openstaat voor actieve artsenparticipatie in het bestuur."Staat wel in het voorontwerp van de minister: de bedoeling dat elk ziekenhuis eenvoudige basiszorg blijft uitvoeren. Complexere of minder voorkomende zorg, zoals een bevalling of het uitbaten van een spoeddienst, zal enkel te vinden zijn in één of twee ziekenhuizen in een bepaalde regio."Je moet naar de specificiteit van elk netwerk kijken", zegt Jan Ennekens daarop. "Zo is AZ Sint-Maarten een fusieziekenhuis, door de fusie zijn in het verleden al één kraamafdeling en één spoed-gevallendienst gesloten. Er zal nog verdere samenvoeging van het huidige zorgaanbod gebeuren bij de inhuizing in het nieuwe ziekenhuis. Vooraleer die aantallen dus te beperken tot één of twee, wachten we eerst de programmatiecijfers af. Het aanbieden van een kraamafdeling lijkt me trouwens al basiszorg te zijn. In die zin stellen we ons toch vragen bij de definitie daarvan."Voor zeer complexe zorg, zoals de behandeling van zeldzame kankers, zullen patiënten worden doorverwezen naar gespecialiseerde centra, klinkt het bij het kabinet. Dokter Vandepitte: "De artsen van de vier netwerkziekenhuizen zijn momenteel al bezig met het inventariseren van deze pathologie, om uit te maken of ze inderdaad verder binnen het netwerk zal kunnen behandeld worden.""Eén ding is zeker: het gaat over de een van de meest ingrijpende veranderingen van de ziekenhuishervorming", besluit Jan Ennekens." De minister heeft zelf aangegeven dat deze beslissingen het meeste tijd zullen vergen. Uiteraard spreken we daar wel al over, maar we zijn er nog lang niet uit."