...

Op vraag van het Riziv werkte het Kenniscentrum voorstellen uit om het systeem van remgelden op raadplegingen en huisbezoeken te vereenvoudigen. Want nu is dat veel te complex. Afhankelijk van de situatie zijn er vaste en procentuele bedragen van toepassing, naast een franchiseformule, zoals bij de maximumfactuur. Door de grote complexiteit is het overzicht volledig zoek voor het Riziv, de ziekenfondsen, patiënten en zorgverstrekkers, stelt het KCE. Dat is te wijten aan opeenvolgende politieke keuzes, zonder enige globale visie, vindt het experticecentrum. In sommige gevallen is het remgeld een budgettair instrument, dan weer een incentive om patiënten voor een welbepaalde zorgvorm te doen kiezen (denk maar aan het GMD), of dient het om de zorgtoegankelijkheid voor kwetsbare groepen te vrijwaren. Alvorens over te gaan tot een vereenvoudiging, vindt het Kenniscentrum het daarom noodzakelijk om duidelijk de principes te omschrijven waarop die hervorming moet stoelen, evenals de doelstellingen ervan. Verder moeten de politieke verantwoordelijken rekening houden met het bestaan van supplementen, die eigenlijk een vorm van indirect remgeld zijn, stelt het KCE. Over een vereenvoudiging van de maximumfactuur en de derdebetalersregeling is eveneens reflectie vereist.AdministratieSamengevat pleit het KCE pleit voor:* meer gebruiksvriendelijkheid: afgeronde bedragen zijn gemakkelijker dan procentuele remgelden;* meer coherentie: een verschillende eigen bijdrage afhankelijk van de kwalificatie van de arts (al dan niet erkend) of van de woonplaats van de patiënt (thuis of in een instelling) moet worden afgeschaft. Evenals een verschil in remgeld volgens het aantal patiënten dat de huisarts per contact ziet;* meer transparantie: de vorm van het remgeld (vast bedrag of procentueel) mag niet afhangen van patiëntenkenmerken (met of zonder verhoogde tegemoetkoming);* remgelden die onafhankelijk zijn van de bepaling van de honoraria.Een formele evaluatie van de aanvaardbaarheid voor de beroepsgroep en van de praktische haalbaarheid, onder meer op het vlak van de administratieve eenvoud, is een conditio sine qua non, geeft het rapport nog mee.