De PvdA-adepten en huisartsen Jan De Maeseneer en Dirk Van Duppen gunnen de artsen een salaris als universiteitsprofessor. Voor de eerste is dat 4.500 à 9.000 euro per maand, netto na belastingen (De Standaard, 07.10.2016), wat voor de werkgever (Vadertje Staat?) overeenkomt met +/- 12.750 à +/- 27.000 euro per maand of gemiddeld +/- 238.500 euro per jaar.

Voor de tweede is dat tussen de 7.000 en 12.000 euro per maand (MediQuality, 07.10.2016), zonder specificatie, maar allicht bedoelt hij bruto, wat voor de werkgever overeenkomt met +/- 13.300 à +/- 24.000 euro per maand of gemiddeld +/- 223.800 euro/jaar. Het gemiddelde van beide voorstellen kost de werkgever +/- 231.300 euro/jaar.

Bijna de helft meer artsen

Vandaag werken zelfstandige artsen in België gemiddeld 54 uur per week. Gesalarieerde artsen (met Scandinavië, Nederland en het Verenigd Koninkrijk als stichtende voorbeelden) zullen gemiddeld 38 uur per week werken. België zal dus 1,42-maal meer artsen nodig hebben om hetzelfde werk te doen.

Stellen we dat er vandaag 40.000 zelfstandige artsen werkzaam zijn. Dat moeten er dus 56.842 worden. Stel dat ze een gemiddelde anciënniteit hebben en het gemiddelde van de voorstellen van De Maeseneer en Van Duppen verdienen, dan kosten zij samen aan de maatschappij 13,148 miljard euro/jaar.

Het voorstel De Maeseneer/Van Duppen zal ongeveer driemaal zo duur zijn als het huidige honorariumsysteem voor artsen.

Mag ik er de beide auteurs op wijzen dat er vandaag 'maar' +/- 8 miljard euro per jaar aan artsenhonoraria wordt uitgegeven door de overheid, dat daarmee vele duizenden gesalarieerde medewerkers worden betaald (bijvoorbeeld voor klinische biologie en medische beeldvorming samen al meer dan 10.000 technologen) en dat de artsen in de ziekenhuizen gemiddeld 41% van hun honoraria moeten afstaan om er de infrastructuur en de apparatuur mee draaiende te houden.

Het voorstel De Maeseneer/Van Duppen zal met andere woorden ongeveer driemaal zo duur zijn als het huidige honorariumsysteem voor artsen.

©BelgaImage
© ©BelgaImage

Onbetaalbaar

Toen de BVAS in 2001 een analoge, maar meer gedetailleerde rekenoefening voorlegde aan de toenmalige minister van Sociale Zaken, Frank Vandenbroucke, kostte het gesalarieerd statuut maar 80% meer dan het toen in voege zijnde honorariumsysteem.

Econoom Vandenbroucke begreep snel dat de arts-werknemer onbetaalbaar was en kwam er nooit meer op terug. Zijn toenmalige collega van Werk en latere opvolger op Sociale Zaken, ex-minister Laurette Onkelinx, stopte meteen haar jacht op schijnzelfstandigen onder de artsen in de ziekenhuizen.

Natuurlijk spreekt een voorstel als dat van De Maeseneer en Van Duppen vele collegae aan, maar waar vinden de auteurs van dit utopia de nodige centen? Allicht niet bij de mutualiteiten, want die arme drommels ontvangen toch maar 1,078 miljard euro per jaar als werkingstoelagen van het RIZIV, even weinig als de totale kost van de huisartsgeneeskunde.

Of prof. De Maeseneer een equivalent van de veelvuldige reizen die hij jaarlijks onderneemt naar congressen in verre buitenlanden als Kazachstan, Nepal, Canada, Mexico, Zuid-Afrika en tussenin ook wel eens naar een dichterbij Europees land, binnen of buiten het verloningspakket van Arts Modaal wil opnemen, vermeldt hij niet.

De PvdA-adepten en huisartsen Jan De Maeseneer en Dirk Van Duppen gunnen de artsen een salaris als universiteitsprofessor. Voor de eerste is dat 4.500 à 9.000 euro per maand, netto na belastingen (De Standaard, 07.10.2016), wat voor de werkgever (Vadertje Staat?) overeenkomt met +/- 12.750 à +/- 27.000 euro per maand of gemiddeld +/- 238.500 euro per jaar. Voor de tweede is dat tussen de 7.000 en 12.000 euro per maand (MediQuality, 07.10.2016), zonder specificatie, maar allicht bedoelt hij bruto, wat voor de werkgever overeenkomt met +/- 13.300 à +/- 24.000 euro per maand of gemiddeld +/- 223.800 euro/jaar. Het gemiddelde van beide voorstellen kost de werkgever +/- 231.300 euro/jaar. Bijna de helft meer artsenVandaag werken zelfstandige artsen in België gemiddeld 54 uur per week. Gesalarieerde artsen (met Scandinavië, Nederland en het Verenigd Koninkrijk als stichtende voorbeelden) zullen gemiddeld 38 uur per week werken. België zal dus 1,42-maal meer artsen nodig hebben om hetzelfde werk te doen. Stellen we dat er vandaag 40.000 zelfstandige artsen werkzaam zijn. Dat moeten er dus 56.842 worden. Stel dat ze een gemiddelde anciënniteit hebben en het gemiddelde van de voorstellen van De Maeseneer en Van Duppen verdienen, dan kosten zij samen aan de maatschappij 13,148 miljard euro/jaar.Mag ik er de beide auteurs op wijzen dat er vandaag 'maar' +/- 8 miljard euro per jaar aan artsenhonoraria wordt uitgegeven door de overheid, dat daarmee vele duizenden gesalarieerde medewerkers worden betaald (bijvoorbeeld voor klinische biologie en medische beeldvorming samen al meer dan 10.000 technologen) en dat de artsen in de ziekenhuizen gemiddeld 41% van hun honoraria moeten afstaan om er de infrastructuur en de apparatuur mee draaiende te houden. Het voorstel De Maeseneer/Van Duppen zal met andere woorden ongeveer driemaal zo duur zijn als het huidige honorariumsysteem voor artsen.OnbetaalbaarToen de BVAS in 2001 een analoge, maar meer gedetailleerde rekenoefening voorlegde aan de toenmalige minister van Sociale Zaken, Frank Vandenbroucke, kostte het gesalarieerd statuut maar 80% meer dan het toen in voege zijnde honorariumsysteem.Econoom Vandenbroucke begreep snel dat de arts-werknemer onbetaalbaar was en kwam er nooit meer op terug. Zijn toenmalige collega van Werk en latere opvolger op Sociale Zaken, ex-minister Laurette Onkelinx, stopte meteen haar jacht op schijnzelfstandigen onder de artsen in de ziekenhuizen. Natuurlijk spreekt een voorstel als dat van De Maeseneer en Van Duppen vele collegae aan, maar waar vinden de auteurs van dit utopia de nodige centen? Allicht niet bij de mutualiteiten, want die arme drommels ontvangen toch maar 1,078 miljard euro per jaar als werkingstoelagen van het RIZIV, even weinig als de totale kost van de huisartsgeneeskunde. Of prof. De Maeseneer een equivalent van de veelvuldige reizen die hij jaarlijks onderneemt naar congressen in verre buitenlanden als Kazachstan, Nepal, Canada, Mexico, Zuid-Afrika en tussenin ook wel eens naar een dichterbij Europees land, binnen of buiten het verloningspakket van Arts Modaal wil opnemen, vermeldt hij niet.