Even vooraf: wie vragen heeft over zelfdoding, kan terecht op het gratis nummer 1813 en www.zelfmoord1813.be. Op 30 april 1979 bemande de eerste vrijwilliger de Zelfmoordlijn. Veertig jaar later is die lijn gratis en 24 uur op 24 bemenst. De telefoonlijn werd aangevuld met een chat en e-maildienst en kreeg het verkort nummer 1813. Intussen voerden 847 vrijwilligers ruim 267.000 gesprekken met mensen in een suïcidale crisis of mensen uit hun omgeving. Het belang van praten over zelfmoord met mensen die het moeilijk hebben kan niet genoeg benadrukt worden. Daarom wil men iedereen aanmoedigen om het gesprek niet uit de weg te gaan, een devies dat des te meer geldt voor zorgverleners.
Zelfmoord, zelfdoding, suïcide, ... de woorden worden nog altijd door elkaar gebruikt in functie van eigen gevoelswaarde. In vele landen is aanzetten tot zelfmoord strafbaar. In Nederland is ook het behulpzaam zijn of het verschaffen van middelen bij zelfdoding strafbaar (WvS art294 sinds 1886). In België staat noch het aanzetten tot, noch de hulp bij suïcide vermeld in het strafrecht. In de aanloop naar het strafwetboek van 1867 was suïcide een twistappel tussen liberalen en katholieken. Individuele zelfbeschikking versus de wil van God. Een strijd die ook gevoerd werd aan het sterfbed met het weigeren van de 'heilige olie'.
In plaats van te blijven vasthouden aan een euthanasiewet die artsen nog steeds als moordenaars beschouwt tenzij ze 'vrijgepleit' worden door een commissie, kan art. 2 van de patiëntenrechtenwet alle levenseindebeslissingen en -handelingen juridisch gelijkwaardig maken in het kader van (medische) stervensbegeleiding
De burgerlijke begrafenis in 1862 van vrijmetselaar Pierre-Théodore Verhaegen, ooit eerste burger van het land en stichter van de Université Libre de Bruxelles, groeide uit tot een liberaal-maçonnieke optocht, voor de katholieken een kaakslag en een schandaal. Het was het begin van niet-katholieke sociale gedragsregels.
Het niet opnemen van 'zelfmoord' in het strafwetboek was een gevolg van de opkomst van een lekenmoraal in België onder invloed van het groeiende liberalisme en antiklerikalisme. In de aanloop naar de euthanasiewetgeving en ook nadien wilden sommige parlementsleden 'hulp bij zelfdoding-HBZ' onder dezelfde voorwaarden als euthanasie regelen, naar analogie van de Nederlandse wetgeving. De voorwaarde was dan wel dat HBZ als misdrijf gekwalificeerd werd, maar dat stootte op verzet.
Pittig detail: de zelfverklaarde vader van de euthanasiewet, wijlen Etienne Vermeersch was niet op de hoogte dat HBZ niet in de strafwet vermeld staat. Ook justitieminister Koen Geens heeft het niet voor elkaar gekregen. In zijn goedgekeurd wetsontwerp staat 'aanzetting tot zelfdoding' wél als misdrijf geboekt (20 juli 2018).
Op 26 april 2019 werd een Antwerpse arts buiten vervolging gesteld in een euthanasiedossier. De Federale controle- en evaluatiecommissie verwees hem in oktober 2015 naar het gerecht. Bijna drie jaar leven met het zwaard van Damocles: correctionele of assisen... Ik maakte het zelf mee in de periode 2008 - 2010. Gelukkig mag een arts, in deze omstandigheden beticht van vergiftiging of moord, blijkbaar gaan en staan waar hij wil.
'De arts in kwestie handelde te goeder trouw en heeft op geen enkele manier persoonlijk of professioneel voordeel nagestreefd. Een strafrechtelijke veroordeling wens je in die omstandigheden niemand toe,' schrijft Gert Huysmans, voorzitter van de Federatie Palliatieve Zorg, in De Standaard van 30 april. Waarom wenst de euthanasiecommissie dat wel? We komen het niet te weten in het TV-programma op één 'De Afspraak' met Wim Distelmans, de voorzitter van die commissie. Hij kent "de man" wel, vermeldt ook een aantal gegevens die onder het commissiegeheim vallen, maar beklaagt zich vooral over de uitspraak van het Openbaar Ministerie en de rechter van de Raadkamer: "Hulp bij zelfdoding moet toch onder dezelfde voorwaarden als euthanasie. Ook de Orde der artsen heeft het in 2003 gezegd!" De gerechtelijke uitspraak bevestigt wat juristen al lang wisten: HBZ is tot nader order geen misdrijf. "De rechters zijn niet op de stoel van de wetgever gaan zitten: de wetgever zit er nog zelf op maar negeert het probleem", mailt emeritus professor Herman Nys (KU Leuven) die ik om advies vraag.
Zelfmoord, zelfdoding, suïcide, ... de woorden worden nog altijd door elkaar gebruikt in functie van eigen gevoelswaarde
Gelukkig is politica en fertiliteitsexperte Petra De Sutter (UGent) ook op De Afspraak. Zij durft het probleem te erkennen en vraagt een dringende evaluatie, én van de wet, én van de werking van de commissie. Geen taboes vooraf, ook niet over het ondraaglijk psychisch lijden. "Maar het zal tijd en discussie vragen want als zelfs Wim Distelmans (VUB), niet weet hoe het verder moet...". Distelmans, voorzitter, rechter, wetgever en uitvoerder tegelijk.
Mag ik even dwarsdenken zoals Caroline Pauwels, rector van de VUB, bepleit in een column in De Tijd, tegen het verzuilde hokjesdenken in?
Men zou 'hulp bij zelfdoding' eerst als misdrijf kunnen kwalificeren en vervolgens onder dezelfde voorwaarden toelaten als euthanasie. Voor mij is de uitweg veel eenvoudiger: in plaats van te blijven vasthouden aan een euthanasiewet die artsen nog steeds als moordenaars beschouwt tenzij ze 'vrijgepleit' worden door een commissie, kan art. 2 van de patiëntenrechtenwet alle levenseindebeslissingen en -handelingen juridisch gelijkwaardig maken in het kader van (medische) stervensbegeleiding. Met zorgverleners en patiëntvertegenwoordigers die richtlijnen opstellen, gebaseerd op evidence-based practice en palliatieve zorgvuldigheid. In alle openheid en transparantie van handelen, met registratie, gericht wetenschappelijk onderzoek en publieke evaluatie. Zo kan de controverse die nu ontstaan is rond 'hulp bij zelfdoding' bijdragen tot een 'ars moriendi' een 'art of dying well' van de 21e eeuw.