...

De Raad van State vernietigde op 2 december 2024 het KB van 20 september 2022 'tot wijziging van het KB van 19 april 2014 houdende vaststelling van de normen waaraan de zorgprogramma's beroertezorg moeten voldoen om erkend te worden en tot wijziging van het KB van 16 december 2018 houdende vaststelling van het maximum aantal gespecialiseerde zorgprogramma's acute beroertezorg met invasieve procedures'. Tegen dit besluit werd een beroep tot nietigverklaring ingediend door het A.S.Z. Aalst, het OLV ziekenhuis Aalst en het Jessa ziekenhuis.Gebrek aan zorgvuldigheidTegen het KB werd een gebrek aan zorgvuldigheid aangevoerd door de ziekenhuizen. Volgens de auditeur bij de Raad van State, die hierin door de Raad van State werd gevolgd, bleek geenszins dat de Belgische staat bij het vaststellen van het KB van 20 september 2022 alle relevante feitelijke en juridische gegevens voldoende heeft onderzocht om zich ervan te vergewissen dat de voorgestelde regeling ook daadwerkelijk de nagestreefde doelstellingen van een correcte geografische spreiding kan realiseren. Door aan alle erkennende overheden de mogelijkheid te geven om een zelfde maximum aantal van acht gespecialiseerde zorgprogramma's "acute beroertezorg met invasieve procedures" te erkennen, voor zover het maximum aantal van vijftien te erkennen zorgprogramma's voor het hele Rijk niet wordt overschreden, is er geen garantie dat er een dergelijke optimale geografische spreiding tot stand zal komen. Niet alleen zullen de deelstaten de concrete geografische spreiding nog moeten uitwerken, het erkenningsbeleid van de ene erkennende overheid zal ook mee bepalen hoeveel zorgprogramma's een andere erkennende overheid nog kan erkennen. De erkennende overheden zullen dus ook zelf de verdeling uiteindelijk bepalen.Wie eerst komt, eerst maaltDaarbij kan de toepassing van het "wie eerst komt, eerst maalt"- beginsel ervoor zorgen dat een race ontstaat tussen de erkennende overheden met een onevenwichtige geografische spreiding tot gevolg, tenzij er afspraken zouden zijn gemaakt tussen de erkennende overheden over een globale beoordeling van de erkenningsaanvragen.Uit de bepalingen van het bestreden kan niet worden afgeleid dat de Belgische staat zelf heeft onderzocht welke invloed de criteria van de aanrijtijden en de bestaande expertise op de verdeling van het zorgprogramma zou hebben. Ook in het administratief dossier is geen enkel document aanwezig waaruit blijkt dat de Belgische staat heeft onderzocht wat de concrete invloed is van de toepassing van beide criteria op de verdeling van het zorgprogramma en de concrete geografische spreiding en dat de verzoekende partij of de Raad van State enig inzicht hierin verschaft.Het KB van 20 september 2022 werd dan ook niet met de vereiste zorgvuldigheid vastgesteld en bijgevolg vernietigd.Arresten nr. 261.613 en 261.614