We spreken dr. Milbouw enkele dagen nadat het Franstalige College voor huisartsgeneeskunde van België (CMG) en Domus Medica de richtlijn uitvaardigden om patiënten die symptomen vertonen van besmetting met COVID-19 telefonisch te triëren. "En vandaag zijn de richtlijnen opnieuw veranderd." Goed opvolgen is dus de boodschap, neemt dokter Milbouw zich voor.

De huidige omstandigheden van de coronaviruspandemie zijn wellicht een change of scene voor een jonge huisarts? "Ik begon net een routine te vinden in mijn consultaties", lacht ze. Sinds september werkt ze vast in huisartsenpraktijk Medika samen met dr. Gert Huysmans (voorzitter Federatie Palliatieve Zorg Vlaanderen, nvdr), zijn echtgenote dr. Sonja Eerdekens en hun haio dr. Ben Blancke. "Een telefonisch consult biedt niet dezelfde nuances als een gewoon consult, dus het is een beetje aftasten. Maar als team, inclusief onze secretaresses, kunnen we heel wat aan."

In haar masterproef ging dr. Milbouw na of er nood is aan een psychologische screening en/of begeleiding binnen de huidige aanpak van T2D in de eerste lijn. "Uit onderzoek blijkt dat er bij T2D-patiënten redelijk wat therapieontrouw is", vertelt de jonge huisarts. "De therapietrouw is reeds verbeterd door in te zetten op educatie, maar er is nog marge. Zo gaat steeds meer aandacht uit naar de invloed van psychische factoren."

(lees verder onder het kader)

Prijs van de Jonge Huisarts powered by Artsenkrant

Elk jaar organiseert Artsenkrant met medewerking van het Interuniversitair Centrum voor de Huisartsenopleiding (ICHO) en Domus Medica, en met de financiële steun van het Rode Kruis-Vlaanderen de 'Prijs van de Jonge Huisarts powered by Artsenkrant'.

In een eerste fase selecteert het ICHO vijf masterproeven huisartsgeneeskunde. Deze selectie gebeurt in functie van de gemiddelde score gegeven door promotor en lector. De AK-redactie stelt de genomineerden in vijf opeenvolgende edities tussen 20 maart en 24 april aan u voor.

In een tweede fase quoteert een vakjurymet daarin de professoren Jan Vandevoorde (VUB), Peter Pype (U Gent), Lieve Peremans (U Antwerpen) en Cathy Mathei (KU Leuven) - zijnde de verantwoordelijken voor de masterproeven aan elke universiteit - de masterproeven.De beste masterproef is goed voor 10 punten en vervolgens in aflopende volgorde 8, 6, 4 en 2 punten. Daarnaast hebben de lezers van Artsenkrant tussen 24 april en 15 mei de gelegenheid om hun stem uit te brengen via artsenkrant.com. De genomineerde die het grootste aantal stemmen achter zijn naam verzamelt, krijgt tien punten en vervolgens in aflopende volgorde 8,6, 4 en 2 punten.

Tot slot worden de punten van de vak- en van de publieksjury opgeteld. De masterproef die in totaal het meeste aantal punten behaalt, wint de Prijs van de Jonge Huisarts powered by Artsenkrant.

De 'Prijs van de Jonge Huisarts powered by Artsenkrant' is goed voor een geldbedrag van 2.500 euro geschonken door Rode Kruis Vlaanderen. Elke laureaat ontvangt ook een gratis abonnement op Artsenkrant voor de duur van één jaar.

Psychisch welzijn

Onder begeleiding van haar promotor prof. dr. Christophe De Block (UA-UZA) bevroeg Soetkin Milbouw 50 patiënten onder orale antidiabetica. De patiënten kregen vragenlijsten over psychisch welzijn, diabetes gerelateerde stress, levenskwaliteit, therapietrouw en levensstijl. Wat bleek na analyse? Bijna één op de drie (28%) patiënten uit het onderzoek heeft verminderd psychisch welzijn. Daarbij definieerde dr. Milbouw 'verminderd psychisch welzijn' in haar masterproef als een patiënt die hoger dan normaal scoorde op een of meer van de volgende criteria: depressie, angst en stress.

Meer specifiek bleek uit het onderzoek dat zo'n 18% van alle ondervraagde patiënten symptomen vertoont die compatibel zijn met milde tot ernstige depressie. Geen van hen raadpleegde op het moment van de bevraging een psycholoog of deed daar in het verleden beroep op. Soetkin Milbouw: "Als we de gegevens erbij halen van Intego uit 2015, dan stellen we vast dat de prevalentie van depressie in Vlaanderen 8,2% is. We moeten rekening houden met het feit dat dit cijfer mogelijk wel wat hoger ligt door onderrapportering, maar toch betekent dit dat onze respondenten en dus T2D-patiënten mogelijk kwetsbaarder zijn voor depressie dan de algemene bevolking."

Verder bleek een associatie te bestaan tussen verminderd psychisch welzijn en moeilijkheden om zich te houden aan het juiste dieet. Dit kan een indicatie zijn dat psychische factoren een rol spelen in levensstijlaanpassingen. Er werd geen associatie gevonden tussen verminderd psychisch welzijn en therapietrouw op vlak van medicatie en glycemiecontrole.

De huisarts legt het vaakst de nadruk op medicatie, gevolgd door dieet en beweging, en het minst op psychisch welzijn. Terwijl de nood aan extra begeleiding het hoogst blijkt te zijn op dit laatste vlak

Extra begeleiding

Hebben T2D-patiënten nood aan extra begeleiding door de huisarts op vlak van psychisch welzijn? Dr. Milbouw haalt er een grafiek bij van de vijf 'pijlers' van behandeling: medicatie, dieet, beweging, zelfmonitoring en psychisch welzijn. "We vroegen de patiënten: hoe belangrijk vindt u elk van deze behandeldoelen? Hoeveel nadruk legt uw huisarts erop? En heeft u nood aan extra begeleiding? Aan medicatie hechten ze duidelijk het meeste belang, vervolgens aan - en on geveer even veel - dieet, beweging en psychisch welzijn. Hun huisarts legt het vaakst de nadruk op medicatie, gevolgd door dieet en beweging, en het minst op psychisch welzijn. Terwijl de nood aan extra begeleiding het hoogst blijkt te zijn op dit laatste vlak." Concreet had 10% van de ondervraagde patiënten zo'n vraag naar extra begeleiding.

In een tweede en laatste luik van haar masterproef vroeg dr. Milbouw 60 huisartsen in welke mate zij aandacht hebben voor psychisch welzijn. De meerderheid bevroeg dit in slechts minder dan de helft van hun diabetesconsultaties. "Meer nog", stelt dr. Milbouw, "32% van de huisartsen bevroeg dit nooit." De meest genoemde oorzaak is... Tijdsgebrek. "Dit is niet het soort gesprek dat je in enkele minuten kan afronden. En de huisarts heeft het al zo druk. Het moet allemaal werkbaar blijven. Een optie kan zijn om het actief te bevragen en bij een duidelijke nood een opvolggesprek in te plannen."

Gevraagd naar andere mogelijkheden voor 'extra begeleiding', denkt dokter Milbouw luidop na. "Je zou jaarlijks bij diabetespatiënten een korte vragenlijst kunnen afnemen en een opvolggesprek voorzien voor wie positief scoort. Vandaag worden enkele consultaties bij de diëtist en diabeteseducator in het kader van een diabeteszorgtraject aan een lager tarief aangeboden. Misschien is het een idee om dat in de toekomst ook mogelijk te maken voor enkele consultaties bij een psycholoog?"

Milbouw, S. Is there a need for psychological screening and/or support in primary diabetes care? Promotor: prof. Christophe De Block (UZA).

Masterproef in het kort

Soetkin Milbouw: "Deze masterproef bevestigt het belang van psychisch welzijn bij de type 2 diabetespatiënt, alsook de nood aan meer aandacht voor dit thema in de eerstelijnszorg. Bij maar liefst 28% van onze studiepopulatie was sprake van verminderd psychisch welzijn."

Waarom is jouw masterproef belangrijk?

"Met meer aandacht voor psychisch welzijn kunnen psychische comorbiditeiten vroegtijdig opgespoord en aangepakt worden in een groeiende diabetespopulatie. Dit heeft zowel op niveau van de patiënt (o.a. meer levenskwaliteit) als op maatschappelijk niveau (o.a. lagere kosten gezondheidszorg) een impact."

Wat is er nieuw aan je werk?

"Wat deze studie interessant maakt, is dat het standpunt van zowel patiënt als huisarts aan bod komt. Hierbij bleek een duidelijke discrepantie te bestaan tussen het belang van verminderd psychisch welzijn en de aandacht die eraan besteed wordt tijdens de diabetesconsultatie. Dit motiveert tot een aanpassing van het huidige beleid."

Waarom is het belangrijk dat andere (huis)artsen leren over je onderzoek?

"Ik vermoed dat quasi elke huisarts achter het idee staat dat het psychisch welzijn van elke patiënt van belang is en dat een fijngevoeligheid hiervoor essentieel is. Met onze studie hoop ik aandacht te vestigen op een kwetsbare patiëntengroep, bij wie psychisch welzijn mogelijk extra aandacht verdient."

We spreken dr. Milbouw enkele dagen nadat het Franstalige College voor huisartsgeneeskunde van België (CMG) en Domus Medica de richtlijn uitvaardigden om patiënten die symptomen vertonen van besmetting met COVID-19 telefonisch te triëren. "En vandaag zijn de richtlijnen opnieuw veranderd." Goed opvolgen is dus de boodschap, neemt dokter Milbouw zich voor.De huidige omstandigheden van de coronaviruspandemie zijn wellicht een change of scene voor een jonge huisarts? "Ik begon net een routine te vinden in mijn consultaties", lacht ze. Sinds september werkt ze vast in huisartsenpraktijk Medika samen met dr. Gert Huysmans (voorzitter Federatie Palliatieve Zorg Vlaanderen, nvdr), zijn echtgenote dr. Sonja Eerdekens en hun haio dr. Ben Blancke. "Een telefonisch consult biedt niet dezelfde nuances als een gewoon consult, dus het is een beetje aftasten. Maar als team, inclusief onze secretaresses, kunnen we heel wat aan."In haar masterproef ging dr. Milbouw na of er nood is aan een psychologische screening en/of begeleiding binnen de huidige aanpak van T2D in de eerste lijn. "Uit onderzoek blijkt dat er bij T2D-patiënten redelijk wat therapieontrouw is", vertelt de jonge huisarts. "De therapietrouw is reeds verbeterd door in te zetten op educatie, maar er is nog marge. Zo gaat steeds meer aandacht uit naar de invloed van psychische factoren."(lees verder onder het kader)Onder begeleiding van haar promotor prof. dr. Christophe De Block (UA-UZA) bevroeg Soetkin Milbouw 50 patiënten onder orale antidiabetica. De patiënten kregen vragenlijsten over psychisch welzijn, diabetes gerelateerde stress, levenskwaliteit, therapietrouw en levensstijl. Wat bleek na analyse? Bijna één op de drie (28%) patiënten uit het onderzoek heeft verminderd psychisch welzijn. Daarbij definieerde dr. Milbouw 'verminderd psychisch welzijn' in haar masterproef als een patiënt die hoger dan normaal scoorde op een of meer van de volgende criteria: depressie, angst en stress.Meer specifiek bleek uit het onderzoek dat zo'n 18% van alle ondervraagde patiënten symptomen vertoont die compatibel zijn met milde tot ernstige depressie. Geen van hen raadpleegde op het moment van de bevraging een psycholoog of deed daar in het verleden beroep op. Soetkin Milbouw: "Als we de gegevens erbij halen van Intego uit 2015, dan stellen we vast dat de prevalentie van depressie in Vlaanderen 8,2% is. We moeten rekening houden met het feit dat dit cijfer mogelijk wel wat hoger ligt door onderrapportering, maar toch betekent dit dat onze respondenten en dus T2D-patiënten mogelijk kwetsbaarder zijn voor depressie dan de algemene bevolking." Verder bleek een associatie te bestaan tussen verminderd psychisch welzijn en moeilijkheden om zich te houden aan het juiste dieet. Dit kan een indicatie zijn dat psychische factoren een rol spelen in levensstijlaanpassingen. Er werd geen associatie gevonden tussen verminderd psychisch welzijn en therapietrouw op vlak van medicatie en glycemiecontrole.Hebben T2D-patiënten nood aan extra begeleiding door de huisarts op vlak van psychisch welzijn? Dr. Milbouw haalt er een grafiek bij van de vijf 'pijlers' van behandeling: medicatie, dieet, beweging, zelfmonitoring en psychisch welzijn. "We vroegen de patiënten: hoe belangrijk vindt u elk van deze behandeldoelen? Hoeveel nadruk legt uw huisarts erop? En heeft u nood aan extra begeleiding? Aan medicatie hechten ze duidelijk het meeste belang, vervolgens aan - en on geveer even veel - dieet, beweging en psychisch welzijn. Hun huisarts legt het vaakst de nadruk op medicatie, gevolgd door dieet en beweging, en het minst op psychisch welzijn. Terwijl de nood aan extra begeleiding het hoogst blijkt te zijn op dit laatste vlak." Concreet had 10% van de ondervraagde patiënten zo'n vraag naar extra begeleiding.In een tweede en laatste luik van haar masterproef vroeg dr. Milbouw 60 huisartsen in welke mate zij aandacht hebben voor psychisch welzijn. De meerderheid bevroeg dit in slechts minder dan de helft van hun diabetesconsultaties. "Meer nog", stelt dr. Milbouw, "32% van de huisartsen bevroeg dit nooit." De meest genoemde oorzaak is... Tijdsgebrek. "Dit is niet het soort gesprek dat je in enkele minuten kan afronden. En de huisarts heeft het al zo druk. Het moet allemaal werkbaar blijven. Een optie kan zijn om het actief te bevragen en bij een duidelijke nood een opvolggesprek in te plannen."Gevraagd naar andere mogelijkheden voor 'extra begeleiding', denkt dokter Milbouw luidop na. "Je zou jaarlijks bij diabetespatiënten een korte vragenlijst kunnen afnemen en een opvolggesprek voorzien voor wie positief scoort. Vandaag worden enkele consultaties bij de diëtist en diabeteseducator in het kader van een diabeteszorgtraject aan een lager tarief aangeboden. Misschien is het een idee om dat in de toekomst ook mogelijk te maken voor enkele consultaties bij een psycholoog?"Milbouw, S. Is there a need for psychological screening and/or support in primary diabetes care? Promotor: prof. Christophe De Block (UZA).