De intentie van de actie is veelzijdig: het onderwerp bespreekbaar maken, stigma verlagen, beschikbaarheid van geschikte hulp aankaarten en daardoor rechtstreeks het aantal overlijdens door suïcide verminderen. Sociale media deelden massaal filmpjes en foto's, in allerlei talen en vanuit verschillende invalshoeken, in ontwikkelde en onderontwikkelde landen. De bedoelingen van dit soort WHO-bewustwordingscampagnes zijn ongetwijfeld nobel. Maar op welke manier zullen ze het geestelijke gezondheidszorg-beleid beïnvloeden? Kan het eventueel politiek geëxploiteerd worden?

Nieuwe directeur-generaal

De New York Times bood recent de kat de bel aan in een kritische reportage over de verkiezingen van een nieuwe WHO-top. De volgende directeur-generaal zal immers in mei aangesteld worden. Tot voor kort was het WHO-directeurschap het voorwerp van een gênante koehandel, waarbij corruptie niet geschuwd werd. Nu zullen alle landen die deel uit maken van de organisatie, voor het eerst hun stem kunnen uitbrengen op een aantal kandidaten die openlijk appliceren voor de job.

Er zal gekozen worden tussen een 52-jarige Ethiopische malaria-expert met grote regeringservaring in eigen land, een Brit van 67 die als medewerker van de Verenigde Naties verschillende infectie-epidemies bezwoer maar geen politieke ervaring heeft, en de enige vrouw van het gezelschap, een 54-jarige Pakistaanse cardioloog met expertise in obesitas. Ook zij heeft politieke ervaring door gedurende verschillende jaren deel uit te maken van de Pakistaanse regering.

En de geestelijke gezondheidszorg?

De journalist van de NYT fileert in zijn stuk genadeloos de problemen van de WHO als organisatie: op vlak van financiële slagkracht en de afhankelijkheid van donaties, de ingewikkelde relatie met de farmacie, kerntaken die geruisloos door andere spelers op de markt worden overgenomen. Op de website van de WHO kan u de campagnes van de verschillende kandidaten vergelijken, maar inhoudelijk valt dit zwaar tegen. Alle drie willen ze meer transparantie en efficiëntie, hogere budgetten, goedkopere geneesmiddelen en vaccins, de mogelijkheid om snel in te grijpen bij een pandemie, aandacht voor de opwarming van de aarde en de algemene gezondheidstoestand van alle mensen. Geen van hen echter vraagt aandacht voor de geestelijke gezondheidszorg, geen van hen richt zich op het absolute belang van psychisch welbevinden naast lichamelijke gezondheid.

Proud to be psy

Het Proud to be PSY-onderzoek, waar Artsenkrant wellicht geheel toevallig op 7 april over berichtte, onthult dat 3 op 4 psychiaters van oordeel is dat ze onvoldoende zichtbaar zijn in het publieke debat. Psychiaters hebben als geen ander zicht op de noden en de uitdagingen van de geestelijke gezondheidszorg, op de voorwaarden die moeten vervuld worden om de globale gezondheid van de mens, van lichaam en geest, te optimaliseren. Psychiaters zijn de stakeholders bij uitstek, niet alleen in beroepsorganisaties en in regionale en nationale besturen, maar ook en vooral bij organisaties als de WHO.

Binnen de WHO kunnen psychiaters het beleid bijsturen in de richting van preventie en aanpak van psychische gezondheidsklachten

Zonder een aantal volhardende psychiaters stonden er geen geestelijke gezondheids-doelstellingen in de Sustainable Development Goals. Net als feministische invloeden binnen de Verenigde Naties voor een shift in voortplantingsrechten en demografische ontwikkelingen hebben gezorgd, kan de inhoudelijke reflex van een aantal psychiaters het beleid bijsturen in de richting van preventie en aanpak van psychische gezondheidsklachten. Velen geroepen, weinig uitverkoren is hier geenszins van toepassing. Nauwelijks iemand voelt zich geroepen, al is dat ontzettend hard nodig.

De intentie van de actie is veelzijdig: het onderwerp bespreekbaar maken, stigma verlagen, beschikbaarheid van geschikte hulp aankaarten en daardoor rechtstreeks het aantal overlijdens door suïcide verminderen. Sociale media deelden massaal filmpjes en foto's, in allerlei talen en vanuit verschillende invalshoeken, in ontwikkelde en onderontwikkelde landen. De bedoelingen van dit soort WHO-bewustwordingscampagnes zijn ongetwijfeld nobel. Maar op welke manier zullen ze het geestelijke gezondheidszorg-beleid beïnvloeden? Kan het eventueel politiek geëxploiteerd worden?Nieuwe directeur-generaalDe New York Times bood recent de kat de bel aan in een kritische reportage over de verkiezingen van een nieuwe WHO-top. De volgende directeur-generaal zal immers in mei aangesteld worden. Tot voor kort was het WHO-directeurschap het voorwerp van een gênante koehandel, waarbij corruptie niet geschuwd werd. Nu zullen alle landen die deel uit maken van de organisatie, voor het eerst hun stem kunnen uitbrengen op een aantal kandidaten die openlijk appliceren voor de job. Er zal gekozen worden tussen een 52-jarige Ethiopische malaria-expert met grote regeringservaring in eigen land, een Brit van 67 die als medewerker van de Verenigde Naties verschillende infectie-epidemies bezwoer maar geen politieke ervaring heeft, en de enige vrouw van het gezelschap, een 54-jarige Pakistaanse cardioloog met expertise in obesitas. Ook zij heeft politieke ervaring door gedurende verschillende jaren deel uit te maken van de Pakistaanse regering. En de geestelijke gezondheidszorg?De journalist van de NYT fileert in zijn stuk genadeloos de problemen van de WHO als organisatie: op vlak van financiële slagkracht en de afhankelijkheid van donaties, de ingewikkelde relatie met de farmacie, kerntaken die geruisloos door andere spelers op de markt worden overgenomen. Op de website van de WHO kan u de campagnes van de verschillende kandidaten vergelijken, maar inhoudelijk valt dit zwaar tegen. Alle drie willen ze meer transparantie en efficiëntie, hogere budgetten, goedkopere geneesmiddelen en vaccins, de mogelijkheid om snel in te grijpen bij een pandemie, aandacht voor de opwarming van de aarde en de algemene gezondheidstoestand van alle mensen. Geen van hen echter vraagt aandacht voor de geestelijke gezondheidszorg, geen van hen richt zich op het absolute belang van psychisch welbevinden naast lichamelijke gezondheid. Proud to be psyHet Proud to be PSY-onderzoek, waar Artsenkrant wellicht geheel toevallig op 7 april over berichtte, onthult dat 3 op 4 psychiaters van oordeel is dat ze onvoldoende zichtbaar zijn in het publieke debat. Psychiaters hebben als geen ander zicht op de noden en de uitdagingen van de geestelijke gezondheidszorg, op de voorwaarden die moeten vervuld worden om de globale gezondheid van de mens, van lichaam en geest, te optimaliseren. Psychiaters zijn de stakeholders bij uitstek, niet alleen in beroepsorganisaties en in regionale en nationale besturen, maar ook en vooral bij organisaties als de WHO. Zonder een aantal volhardende psychiaters stonden er geen geestelijke gezondheids-doelstellingen in de Sustainable Development Goals. Net als feministische invloeden binnen de Verenigde Naties voor een shift in voortplantingsrechten en demografische ontwikkelingen hebben gezorgd, kan de inhoudelijke reflex van een aantal psychiaters het beleid bijsturen in de richting van preventie en aanpak van psychische gezondheidsklachten. Velen geroepen, weinig uitverkoren is hier geenszins van toepassing. Nauwelijks iemand voelt zich geroepen, al is dat ontzettend hard nodig.