...

De FOD Volksgezondheid publiceerde een rapport over de zes proefprojecten 'Bevallen met verkort ziekenhuisverblijf'. In totaal namen 13.978 vrouwen aan de projecten deel - iets meer van de helft van de 27.372 vrouwen die in totaal in dezelfde periode in de zes betrokken ziekenhuizen bevielen. In de periode van 2013 tot 2017 zag men inderdaad dat de verblijfsduur in een kraamkliniek met gemiddeld 18% daalde. Wel was die verkorting al grotendeels een feit voordat de proefprojecten zelf van start gingen.Tevredenheid en kwaliteitMeer dan 80% van de deelnemende moeders gaven achteraf aan tevreden te zijn dat ze aan het project hadden deelgenomen. Over belangrijke onderdelen van het traject - de planning en de voorbereiding van de terugkeer naar huis, informatie over waar de bevallen vrouwen terecht konden met hun vragen en problemen, educatie over de zorg voor de baby, een als veilig ervaren terugkeer naar huis - gaf 90% van de vrouwen aan tevreden te zijn.Voor de beoordeling van de kwaliteit van de zorg kijkt het rapport vooral naar het aantal heropnamen na de bevalling. Wellicht als gevolg van de selectie en de betere postnatale begeleiding, lag het aantal heropnamen mogelijk iets lager bij deelnemende moeders dan gemiddeld.Bij baby's kan men na een sneller ontslag uit het ziekenhuis iets meer heropnamen verwachten. Sommige problemen manifesteren zich immers pas na enkele dagen - neonatale geelzucht is een typisch voorbeeld. Men zag in de proefprojecten zeker geen onverwachte toename van het aantal heropgenomen pasgeborenen.De auteurs van het rapport stellen duidelijk dat men uit de evaluatie van de projecten geen echt wetenschappelijke conclusies kan trekken. De zes projecten volgden een eigen protocol, met eigen inclusie- en exclusiecriteria. Er was geen nulmeting en geen controlegroep. Verdere wetenschappelijke analyse en gevalideerde statistisch opvolging van het verkorte kraamverblijf blijven daarom zeker wenselijk. Maar het rapport ziet in ieder geval geen aanwijzingen dat er door het snellere ontslag problemen zouden opduiken.Traject verder standaardiserenDe eigen evaluatie van de ziekenhuizen onderstreept dat een optimale postnatale opvolging start met een goede prenatale zorg. Goede educatie en informatie vóór de bevalling, en kijken naar de aanwezige ondersteuning, is cruciaal. De educatie vóór de opname aanvatten helpt overigens de werkdruk te verminderen tijdens het ziekenhuisverblijf.Voor adequate prenatale en postnatale zorg zijn samenwerking van de zorgverleners over de muren van de ziekenhuizen heen, én goede afspraken binnen de eerste lijn, een belangrijke voorwaarde.De projecten waren vragende partij om na de looptijd van de proefprojecten van twee jaar er nog een derde jaar aan te breien. De minister van volksgezondheid stemde daarmee in, maar de projecten moesten dat jaar dan wel werken met één gestandaardiseerd protocol.LessenDe overheid trekt een aantal lessen uit de projecten die worden meegenomen in de verdere uitwerking van een beleid rond de kraamklinieken. De bedoeling is dat het standaardtraject gebruikt in het derde werkingsjaar door de zes proefprojecten het uitgangspunt wordt voor een algemene praktijkrichtlijn rond een 'verkort' kraamverblijf. Er zijn aparte projecten gestart rond kwetsbaarheid van zwangere vrouwen.Een verkort verblijf in de kraamkliniek, zo bleek ook uit de projecten, vergroot de werkbelasting voor de zorgverleners. De overheid neemt dit mee als een belangrijk werkpunt.