...

De Vlaamse decanen van de medische faculteiten en diensthoofden huisartsgeneeskunde roepen minister Onkelinx op om de contingentering te behouden. De minister zou de uitstroombeperkingen voor bepaalde specialismen, en met name de huisartsgeneeskunde, graag afschaffen. Maar ze kan beter mikken op een goede omkadering van de huisarts in de eerste lijn. Ook de studenten geneeskunde sluiten zich bij het protest aan.Minister Onkelinx wil bepaalde tekorten wegwerken door de uitstroombeperkingen (die eigenlijk niemand tegenhouden) af te schaffen. De redenering is fout en naast de kwestie, zo vinden de decanen en de hoogleraren huisartsgeneeskunde. Om te beginnen zijn er in België nog lang geen huisartstekorten. In ons land heeft een huisarts gemiddeld veel minder patiënten dan in de Scandinavische landen en in Nederland. Maar deze landen hebben wel een veel betere organisatie van de eerste lijn, stellen de professoren. Huisarts ondersteunenEr is nood aan meer ondersteuning voor de huisarts zodat die zijn kerntaken en coördinerende functies kan vervullen, zo schrijven de hoogleraren. Opvolging en uitvoerend werk, en vooral administratieve taken, moet de huisarts aan anderen kunnen uitbesteden. De Belgische huisarts moet vooral anders kunnen werken. De geneeskunde wordt immers steeds ingewikkelder. Er komt meer aandacht voor preventie, terwijl tal van - vaak oudere - patiënten kampen met verschillende chronische aandoeningen. De professoren pleiten dan ook voor een sterker uitgebouwde eerste lijn, waar de huisarts onder meer hulp krijgt van praktijkassistenten en eerstelijnsverpleegkundigen. Daarnaast moet er een getrapte zorg komen, met een vaste inschrijving van de patiënt in de praktijk. De toekomst zit in meer organisatie en multidisciplinaire samenwerking.Scheefgegroeide situatieDe minister moet werk maken van betere werkomstandigheden in plaats van het doorbreken van de maximumquota. De hoogleraren wijzen erop dat, als er nu opvallend weinig huisartsen zijn tussen de 40 en de 55 jaar, dat juist te maken heeft met het laattijdig ingrijpen in het vroegere overaanbod. Beginnende huisartsen in de jaren 80 en 90 haakten massaal af en kozen voor een ander beroep omdat ze te weinig patiënten zagen.De hoogleraren wijzen erop dat in Vlaanderen de situatie werd bijgestuurd en sinds kort ook voor de huisartsgeneeskunde gunstig evolueert: meer studenten kiezen weer voor deze richting. Maar in het zuiden van het land heeft men niet voldoende inspanningen gedaan en is de situatie uit de hand blijven lopen. De minister wil de contingentering herzien om daaraan een mouw te passen, vermoeden de hoogleraren en decanen.Kwaliteit van de opleidingDe studenten geneeskunde van de Vlaamse universiteiten treden de hoogleraren bij. "In Wallonië slaagt men er jaar na jaar niet in om de afgesproken aantallen in de contingentering na te komen. Dit zorgt voor een belangrijke overmaat aan bepaalde artsen", schrijft het Vlaams Geneeskundig StudentenOverleg. Maar de knelpuntspecialismen zijn daar net zo goed aanwezig. De minister "zoekt hopeloos naar een oplossing".Net zoals de hoogleraren vinden de studenten dat je de onderbemanning van bepaalde specialismen moet tegengaan door de onderliggende factoren aan te pakken. "Een leegte wordt niet opgevuld door meer leegte te creëren", stellen ze.De studenten breken ook een lans voor het behoud van het toelatingsexamen en de uitbreiding ervan naar Wallonië. De instroombeperking staat voor hen immers garant voor een betere opleiding, zeker nu dat de basisopleiding tot zes jaar beperkt wordt. En het in de hand houden van het artsenaanbod, verbetert ook de kwaliteit en de betaalbaarheid van de gezondheidszorg, aldus de studenten.