...

Op medische discussiefora blijven huisartsen hun ongenoegen uiten over de pensioenhervormingen. De voorwaarde van een loopbaan van minstens 42 jaar om onbeperkt te kunnen bijverdienen na 65 jaar, is ronduit discriminerend, klinkt het. Door hun lange studieloopbaan raken (huis)artsen immers schier onmogelijk aan een professionele loopbaan van minimum 42 jaar op 65, ook al omdat afgekochte studiejaren niet meetellen om die kaap van 42 te ronden (zie ook AK 2292). Met als gevolg dat ze niet kunnen profiteren van de soepelere regelgeving. En dat terwijl ze voor hun 65 jaar al enorm veel hebben gegeven aan de maatschappij én er daarenboven enkele jaren van gratis dienstverlening op hebben zitten, tijdens hun studies. Hier en daar nemen artsen het echter op voor de beperking op bijverdiensten na 65 jaar. Door verder te werken zouden artsen van 65 jaar of ouder hun jongere collega's kansen en perspectieven ontnemen, wat de aantrekkingskracht van het beroep kan doen verminderen voor beginnende collega's (die het pensioen van hun oudere collega's moeten betalen). Het beschikbare werk moet eerlijk verdeeld worden onder diegenen die tijdens hun beroepsloopbaan moeten betalen voor wie 65 jaar of ouder is, zo luidt de stelling.Werkgelegenheid?"Dat is een versleten argument", spreekt Prof. Em. Roger Blanpain (KU Leuven) die redenering tegen. "Wie zoiets beweert, gaat ervan uit dat er te weinig werk is, terwijl er net werk te veel is. Trouwens, door verder te werken na hun pensioengerechtigde leeftijd, creëren mensen net extra jobs. Kijk naar mij: op mijn tachtig jaar werk ik nog steeds én stel ik twee à drie mensen tewerk." De professor arbeidsrecht vindt het verder niet kunnen dat de overheid een onderscheid maakt tussen beroepsgroepen. "Het wettelijk pensioen beloont iedereen die bijdragen heeft betaald tijdens zijn carrière, dat is een verworven recht. Maar daarnaast is er ook artikel 23 van de grondwet, het recht op arbeid. De regel die onbeperkt bijverdienen na de leeftijd van 65 jaar toestaat, verbreedt de draagwijdte van dat recht. Maar tegelijkertijd sluit de beperkende voorwaarde van een carrière van minimum 42 jaar een grote groep van de intellectuele klasse, die zich door langere universitaire studies heeft geworsteld, uit. En dat is ongrondwettelijk."