Een plaats waar kunst en psychiatrie constant overlappen, is het Dr. Guislain-museum in Gent. Het gebouw alleen al is het perfecte voorbeeld van hoe architectuur en therapie te herenigen zijn. Geen hoge gebouwen, veel groen, geen tralies, maar smeedijzeren kunst voor de ramen, en ga zo maar verder. Aan de kapel in het midden kan je natuurlijk niet ontsnappen, het zijn tenslotte nog steeds de Broeders van Liefde.

Het museum heeft altijd een vaste collectie waarin de vaak knotsgekke geschiedenis van de psychiatrie in het licht wordt gezet, maar sinds oktober is er ook weer een nieuwe tentoonstelling te bewonderen. Het was voor die reden dat ik me enkele weekends geleden aanbood aan de balie met mijn personeelskaart van de Broeders (wie had gedacht dat die nog van pas zou komen) en mijn vriend meetrok naar 'Prikkels: tussen pijn en passie'.

Overprikkeling is een thema dat in deze moderne tijd alleen maar relevanter wordt

Overprikkeling is een thema dat in deze moderne tijd alleen maar relevanter wordt. We moeten constant bereikbaar blijven voor het geval er een nieuwe melding binnenkomt, willen op de hoogte blijven van alle nieuwigheden of trends die opkomen. De indrukken groeien alleen maar, en ons brein wordt verwacht om daarmee om te kunnen.

Ook in de psychiatrie wordt er veel nagedacht over prikkels. Er wordt gezocht naar een aangename omgeving voor patiënten om te verblijven. Er wordt gebrainstormd over de perfecte comfort room, waarin een patiënt enkel rustgevende prikkels tegenkomt. Er wordt ook vaak een ruimte voorzien die volledig ontdaan is van prikkels, de zogenaamde afzonderingskamer. Vooral rond dit laatste zit erg veel controverse.

In de opdringerige onverschilligheid van de afzonderingskamer wordt elk detail een prikkel te veel

Het gaat ook in essentie om het afnemen van vrijheid op extreme wijze, door iemand voor even volledig te isoleren en op te sluiten. In de tentoonstelling wordt er op mooie wijze een stem gegeven aan het gevoel geïsoleerd te zijn met de volgende zin:

Die zin is nog lang in mijn hoofd blijven rondspoken. Vaak wordt een prikkelarme ruimte gezien als iets waar mensen gegarandeerd rust kunnen vinden, maar geen enkele ruimte is helemaal prikkelarm.

Ons eigen lichaam zal genoeg prikkels aanbieden om mee bezig te blijven. Die onverschilligheid kan onrust ook juist bevorderen. Helaas is de afzonderingskamer vaak de enige humane oplossing die we in ons arsenaal hebben. De psychiatrie heeft binnen de geneeskunde de nogal unieke positie dat het regelmatig mensen zal helpen die helemaal niet geholpen willen worden en dat brengt soms gevaarlijke situaties met zich mee.

We weten niet altijd wat het beste is voor een patiënt. Veel prikkels of weinig prikkels. Isolatie opleggen of nabijheid bieden. Dwang of geen dwang. Soms moet je durven op je instinct te vertrouwen. En natuurlijk van tijd tot tijd kunst in je leven toelaten.

Een plaats waar kunst en psychiatrie constant overlappen, is het Dr. Guislain-museum in Gent. Het gebouw alleen al is het perfecte voorbeeld van hoe architectuur en therapie te herenigen zijn. Geen hoge gebouwen, veel groen, geen tralies, maar smeedijzeren kunst voor de ramen, en ga zo maar verder. Aan de kapel in het midden kan je natuurlijk niet ontsnappen, het zijn tenslotte nog steeds de Broeders van Liefde. Het museum heeft altijd een vaste collectie waarin de vaak knotsgekke geschiedenis van de psychiatrie in het licht wordt gezet, maar sinds oktober is er ook weer een nieuwe tentoonstelling te bewonderen. Het was voor die reden dat ik me enkele weekends geleden aanbood aan de balie met mijn personeelskaart van de Broeders (wie had gedacht dat die nog van pas zou komen) en mijn vriend meetrok naar 'Prikkels: tussen pijn en passie'. Overprikkeling is een thema dat in deze moderne tijd alleen maar relevanter wordt. We moeten constant bereikbaar blijven voor het geval er een nieuwe melding binnenkomt, willen op de hoogte blijven van alle nieuwigheden of trends die opkomen. De indrukken groeien alleen maar, en ons brein wordt verwacht om daarmee om te kunnen. Ook in de psychiatrie wordt er veel nagedacht over prikkels. Er wordt gezocht naar een aangename omgeving voor patiënten om te verblijven. Er wordt gebrainstormd over de perfecte comfort room, waarin een patiënt enkel rustgevende prikkels tegenkomt. Er wordt ook vaak een ruimte voorzien die volledig ontdaan is van prikkels, de zogenaamde afzonderingskamer. Vooral rond dit laatste zit erg veel controverse. Het gaat ook in essentie om het afnemen van vrijheid op extreme wijze, door iemand voor even volledig te isoleren en op te sluiten. In de tentoonstelling wordt er op mooie wijze een stem gegeven aan het gevoel geïsoleerd te zijn met de volgende zin: Die zin is nog lang in mijn hoofd blijven rondspoken. Vaak wordt een prikkelarme ruimte gezien als iets waar mensen gegarandeerd rust kunnen vinden, maar geen enkele ruimte is helemaal prikkelarm. Ons eigen lichaam zal genoeg prikkels aanbieden om mee bezig te blijven. Die onverschilligheid kan onrust ook juist bevorderen. Helaas is de afzonderingskamer vaak de enige humane oplossing die we in ons arsenaal hebben. De psychiatrie heeft binnen de geneeskunde de nogal unieke positie dat het regelmatig mensen zal helpen die helemaal niet geholpen willen worden en dat brengt soms gevaarlijke situaties met zich mee. We weten niet altijd wat het beste is voor een patiënt. Veel prikkels of weinig prikkels. Isolatie opleggen of nabijheid bieden. Dwang of geen dwang. Soms moet je durven op je instinct te vertrouwen. En natuurlijk van tijd tot tijd kunst in je leven toelaten.