...

Bij het klinisch onderzoek stelt de collega een hoge bloeddruk vast; 168 op 98 mmHg, bij controle 166 op 98 mmHg. Is dit ook al vastgesteld bij de behandelend arts? De werkneemster reageert verrast. "Nee," antwoordt ze. "Maar ik ga nooit langs bij mijn huisarts. Waarom zou ik? Ik voel me kiplekker. Behalve af en toe die hoofdpijn dan." Waarop de collega een verwijsbrief meegeeft voor de behandelend arts.Een week later komt het antwoord: "Bloeddruk van 170 op 100 mmHg. Behandeling met nebivolol opgestart."Stille doderEen te hoge bloeddruk op zich wordt zelden aangevoeld. In sommige gevallen kan het wel aanleiding geven tot hoofdpijn. Het is ook alom geweten dat bij mannen een te hoge bloeddruk een van de cardiovasculaire risicofactoren is, dat zij dus een hoger risico hebben op een hartinfarct.Vrouwen hebben globaal gezien een kleinere kans op een hartinfarct. Precies daardoor wordt het cardiovasculair risico bij vrouwen onderschat, ook door hen zelf, en worden zij onvoldoende opgevolgd.Door bij deze mevrouw de te hoge bloeddruk te detecteren, en haar door te verwijzen, is een behandeling opgestart. Hierdoor is de kans groot dat zij vanaf nu minder last zal hebben van de aanvallen van hoofdpijn, wat de kwaliteit van haar leven nu al zal verbeteren.De ibuprofen-paracetamolcocktails zullen dan ook minder vaak nodig zijn, wat goed nieuws is voor haar maag en lever. En last but not least, haar kans op een hartinfarct in de komende tien jaar zal ook gevoelig dalen.OngrijpbaarHet is niet altijd even eenvoudig om onze meerwaarde via de preventieve arbeidsgeneeskundige onderzoeken concreet aan te tonen. Bovenstaande casus bijvoorbeeld. Als mevrouw niet langs was gekomen, had ze dan effectief een hartinfarct gekegen? We kunnen statistische kansberekeningen doen, maar voor dit specifieke geval? Onmogelijk te zeggen. Misschien wel, misschien niet.Misschien zou ze binnen enkele maanden voor een verkoudheid bij de huisarts langsgaan, en zou die dan de te hoge bloeddruk vaststellen. Misschien ook niet.Heel af en toe is er wél een onmiddellijke aantoonbare meerwaarde van de preventieve onderzoeken. Gisteren nog vertelde een collega me dat ze onlangs bij een werknemer een gewichtsverlies van 10 kg ten opzichte van het voorgaande jaar had vastgesteld. Ook al was hij voor het overige klachtenvrij, ze heeft hem naar zijn behandelend arts doorverwezen. En die heeft met een labonderzoek een leukemie vastgesteld. Maar weegt zulk een incidentele ontdekking op tegen de kosten van al de preventieve onderzoeken? Beter voorkomen...Hoe kunnen we de door de tal van simpele ingrepen vermeden vroegtijdige overlijdens en verminderde levenskwaliteit aantonen?Het vaststellen van de lichtjes gedaalde longfunctiemeting, die bij een roker nét de motivatie geeft om te stoppen met roken? De melding van heel lichtjes gestoorde biomonitoring op een afdeling, waardoor een betere afzuiging van een mogelijk kankerverwekkend product wordt verbeterd? Ons advies voor een ergonomische werkaanpassing, waarbij een werkplatform lichtjes wordt gekanteld en waardoor de bandwerker minder voorovergebogen moet werken?Nu, er zijn wel degelijk tal van uitgebreide retrospectieve en prospectieve studies uitgevoerd, en ze zijn behoorlijk consistent in hun bevindingen: voor elke euro die in preventieve geneeskunde wordt geïnvesteerd, heeft men een ROI (een return on investment) van drie euro. De heel kleine koerswijzigingen die vroegtijdig worden ingezet (zoals werknemers aanzetten om meer de trap te gebruiken etc.) zijn kostenefficiënter dan de laattijdige, drastische ingrepen (coronaire bypasschirurgie, chronische hartmedicatie, strikt dieet en gevoelige levensstijlaanpassingen).Maatschappelijke taakMaar zo zwart-wit kunnen we het nu ook weer niet stellen. Een bemoeilijkende factor is bijvoorbeeld dat in een aantal van dergelijke preventieve acties de maatschappij wel degelijk het voordeel heeft van de op latere leeftijd vermeden gezondheidsproblemen, maar dat de werkgever de kost zal dragen van de vroegtijdige koerscorrecties; alleszins bij arbeidsgeneeskundige interventies.Om héél cru te zijn, wat kan het de werkgever schelen dat zijn werknemer niet overlijdt aan een hartinfarct op 69-jarige leeftijd? Dan is die toch al lang vervangen door een jonger exemplaar? Vandaar ook het belang dat een systeem van preventieve geneeskunde mee uitgedragen en ondersteund wordt vanuit de overheid. Wat bij ons gelukkig ook het geval is.Nu, voor alle duidelijkheid: ook voor de werkgevers is er ook op korte termijn wel degelijk voordeel te halen; niet alleen vanuit altruïstisch oogpunt maar ook vanuit een objectieve economische realiteit.Het gezondheidstoezicht en arbeidsgerelateerde adviezen van arbeidsartsen, verpleegkundigen, ergonomen, psychologen en andere preventieadviseurs kunnen, wanneer gekaderd in een globaal preventiebeleid, leiden tot een gezondere en meer tevreden werknemerspopulatie, met een verhoogde productiviteit en een gedaald absenteïsme.Het is uiteraard aan ons om dit ook telkens zo concreet mogelijk aan te tonen.