Premie voor ondersteunend personeel in de huisartsenpraktijk

In de lente van dit jaar maakte minister van Volksgezondheid en Sociale Zaken Frank Vandenbroucke een bedrag van 16,7 miljoen euro vrij om huisartsen financieel te ondersteunen bij het in dienst nemen van ondersteunend personeel. Daarbij wordt gedacht aan een verpleegkundige of een praktijkassistent die eenvoudige medische handelingen of technisch-ondersteunende handelingen voor hun rekening kunnen nemen. De huisarts krijgt zo meer tijd om zich aan zijn hoofdtaak te wijden, de zorg voor de patiënt.Het KB dat het zogenoemde Lentepakket in werking doet treden, verscheen op 14 augustus in het Staatsblad.Huisartsen en huisartsenpraktijken die gaan voor een eerste aanwerving kunnen van 1 september tot 31 oktober een aanvraag indienen bij het Riziv. Afhankelijk van het aantal aanvragen varieert de eenmalige premie (tegemoetkoming voor zorgcontinuïteit) tussen minimaal 5.000 euro en maximaal 7.500 euro. Naar schatting 5.477 praktijken - 4.872 solo- en 605 groepspraktijken - komen voor de tegemoetkoming in aanmerking. VoorwaardenOm in aanmerking te komen voor de premie moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan. De praktijk moet minstens 500 GMD's en een minimumbedrag van 25.000 euro aan terugbetalingen van huisartsgeneeskundige verstrekkingen tellen. De arbeidsovereenkomst wordt afgesloten voor onbepaalde duur en moet minstens dertien uur per week bedragen. Voor huisartsen en praktijken die al iemand in dienst hebben, kunnen van 1 november tot 31 december de forfaitaire tegemoetkoming voor praktijkbeheer aanvragen. De hoogte van de premie wordt bepaald aan de hand van het aantal aanvragen, maar bedraagt minstens 3.796 euro. Ook voor deze premie gelden dezelfde voorwaarden als voor de tegemoetkoming voor zorgcontinuïteit.