In 1996 creëerde de politiek de academisering van de eerste twee jaren van de medisch-specialistische opleiding in ruil voor de invoering van de numerus clausus. De universiteiten kregen zo de sleutel in handen van de toegangspoort tot de specialistische geneeskunde. De beroepsverenigingen waren bijzonder ontstemd want ze werden quasi buitenspel gezet en de kandidaat-specialisten en -huisartsen werden gereduceerd tot studentjes. De in 1996 opgerichte planningscommissie medisch aanbod gaf zijn eerste adviezen op 22 oktober 1996 en op 7 januari 1997. Het eerste Koninklijk besluit van 29/8/1997 met het globaal aantal toegelaten artsen verscheen op 5/9/1999: 700 voor het jaar 2004; 650 voor het jaar 2005; 600 voor het jaar 2006. De verdeling over Vlaamse en Franse Gemeenschap werd zonder meer op 60 - 40 vastgelegd, grosso modo de verhouding in de bevolking. Vandaag bedraagt het aantal toegelaten artsen 1.230 en zal eenmalig stijgen tot 2.460 in 2018 wegens de 'dubbele cohorte': studenten die zeven jaar dienden te studeren worden dan gediplomeerd samen met hen die het curriculum van zes jaar zullen hebben gevolgd.

Aan Vlaamse kant werd in 1997 consequent het ingangsexamen ingevoerd, aan Franse kant startte een nu al bijna twee decennia durende politiek-ideologische en academisch-economische oplichterij waarbij honderden studenten geneeskunde samen met hun betalende ouders als kanonnenvlees worden gebruikt. Eerst werd een numerus fixus na drie kandidatuurjaren ingevoerd. De overtallige studenten vonden met actieve politieke steun de weg naar de Raad van State. Met succes: ze mochten verder studeren. Er ontstonden Franse termen die in geen woordenboek terug te vinden zijn: de 'reçus - collés' voor de heropgeviste studenten en de 'lissage', wat inhoudt dat het aantal artsen dat boven het quotum afstudeert, moet worden afgehouden van het toegelaten quotum van de daaropvolgende jaren. Maar het overtal werd zo groot dat de Franstalige universiteiten beter een paar jaar hun faculteiten konden sluiten. Een patstelling en een confrontatie met de huidige minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Maggie De Block, die moedig het wettelijke federale quotum van 605 Franstalige studenten blijft handhaven.

Om haar enigszins tegemoet te komen, voerde de Franse Gemeenschap met het besluit van de Franse gemeenschap van 17 juli 2015 een wedstrijd in op het eind van het eerste academiejaar geneeskunde: slechts de best geplaatsten verdeeld over de vijf Franstalige faculteiten [Brussel (2), Luik, Namen en Bergen] mogen doorstromen en arts worden. Geslaagd maar toch niet binnen de 605 besten creëerde de verantwoordelijke minister, Jean-Claude Marcourt, opnieuw 'des reçus-collés'. Eind juni 2016 waren er 255 gedesillusioneerde jonge mensen die - althans theoretisch - niet verder geneeskunde mogen studeren. Een doortrapte zet zo blijkt nu: de Franse Gemeenschap was 'vergeten' dit besluit ter advies voor te leggen aan de afdeling wetgeving van de Raad van State zodat zijn afdeling bestuursrechtspraak zonder veel moeite de studenten die een klacht indienden de toelating kon verlenen om toch verder te studeren.

Minister De Block, voer het advies van de Planningscommissie uit, maar hou het been stijf qua toekenning van het aantal Franstalige Riziv-nummers

Bovendien trekt de Raad van State afdeling bestuursrechtspraak de Koninklijke besluiten in twijfel waar zijn collega's van de afdeling wetgeving in 2008 en 2015 geen graten in zagen. Het lijkt op een samenzwering met als uiteindelijk doel de numerus clausus na 19 jaar gewoon af te schaffen. Heeft ook de Planningscommissie überhaupt nog zin als naast het Belgisch gehakketak jaarlijks honderden EU-artsen zich zomaar in België kunnen vestigen of komen specialiseren? Ondertussen hebben honderden Vlaamse jonge mensen hun dromen zien vervliegen omdat ze niet slaagden in hun ingangsexamen.

De Bvas en het VBS hebben altijd unaniem de pragmatische Vlaamse aanpak verdedigd, de schandelijke manier van handelen van de Franstalige Gemeenschap scherp veroordeeld en geëist dat buitenlandse artsen op dezelfde manier als de Belgische worden behandeld.

Mijn persoonlijk advies aan minister Maggie De Block: kom de Franstaligen tegemoet door het advies van de planningscommissie van 26/4/2016 uit te voeren (56,5% Vlaamse en 43,5% Franstalige artsen op het verhoogde quotum van 1.320) maar geef de Vlamingen genoegdoening door het been stijf houden qua toekenning van het aantal Franstalige Riziv-nummers en qua afspraken inzake de lissage.

In 1996 creëerde de politiek de academisering van de eerste twee jaren van de medisch-specialistische opleiding in ruil voor de invoering van de numerus clausus. De universiteiten kregen zo de sleutel in handen van de toegangspoort tot de specialistische geneeskunde. De beroepsverenigingen waren bijzonder ontstemd want ze werden quasi buitenspel gezet en de kandidaat-specialisten en -huisartsen werden gereduceerd tot studentjes. De in 1996 opgerichte planningscommissie medisch aanbod gaf zijn eerste adviezen op 22 oktober 1996 en op 7 januari 1997. Het eerste Koninklijk besluit van 29/8/1997 met het globaal aantal toegelaten artsen verscheen op 5/9/1999: 700 voor het jaar 2004; 650 voor het jaar 2005; 600 voor het jaar 2006. De verdeling over Vlaamse en Franse Gemeenschap werd zonder meer op 60 - 40 vastgelegd, grosso modo de verhouding in de bevolking. Vandaag bedraagt het aantal toegelaten artsen 1.230 en zal eenmalig stijgen tot 2.460 in 2018 wegens de 'dubbele cohorte': studenten die zeven jaar dienden te studeren worden dan gediplomeerd samen met hen die het curriculum van zes jaar zullen hebben gevolgd. Aan Vlaamse kant werd in 1997 consequent het ingangsexamen ingevoerd, aan Franse kant startte een nu al bijna twee decennia durende politiek-ideologische en academisch-economische oplichterij waarbij honderden studenten geneeskunde samen met hun betalende ouders als kanonnenvlees worden gebruikt. Eerst werd een numerus fixus na drie kandidatuurjaren ingevoerd. De overtallige studenten vonden met actieve politieke steun de weg naar de Raad van State. Met succes: ze mochten verder studeren. Er ontstonden Franse termen die in geen woordenboek terug te vinden zijn: de 'reçus - collés' voor de heropgeviste studenten en de 'lissage', wat inhoudt dat het aantal artsen dat boven het quotum afstudeert, moet worden afgehouden van het toegelaten quotum van de daaropvolgende jaren. Maar het overtal werd zo groot dat de Franstalige universiteiten beter een paar jaar hun faculteiten konden sluiten. Een patstelling en een confrontatie met de huidige minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Maggie De Block, die moedig het wettelijke federale quotum van 605 Franstalige studenten blijft handhaven. Om haar enigszins tegemoet te komen, voerde de Franse Gemeenschap met het besluit van de Franse gemeenschap van 17 juli 2015 een wedstrijd in op het eind van het eerste academiejaar geneeskunde: slechts de best geplaatsten verdeeld over de vijf Franstalige faculteiten [Brussel (2), Luik, Namen en Bergen] mogen doorstromen en arts worden. Geslaagd maar toch niet binnen de 605 besten creëerde de verantwoordelijke minister, Jean-Claude Marcourt, opnieuw 'des reçus-collés'. Eind juni 2016 waren er 255 gedesillusioneerde jonge mensen die - althans theoretisch - niet verder geneeskunde mogen studeren. Een doortrapte zet zo blijkt nu: de Franse Gemeenschap was 'vergeten' dit besluit ter advies voor te leggen aan de afdeling wetgeving van de Raad van State zodat zijn afdeling bestuursrechtspraak zonder veel moeite de studenten die een klacht indienden de toelating kon verlenen om toch verder te studeren. Bovendien trekt de Raad van State afdeling bestuursrechtspraak de Koninklijke besluiten in twijfel waar zijn collega's van de afdeling wetgeving in 2008 en 2015 geen graten in zagen. Het lijkt op een samenzwering met als uiteindelijk doel de numerus clausus na 19 jaar gewoon af te schaffen. Heeft ook de Planningscommissie überhaupt nog zin als naast het Belgisch gehakketak jaarlijks honderden EU-artsen zich zomaar in België kunnen vestigen of komen specialiseren? Ondertussen hebben honderden Vlaamse jonge mensen hun dromen zien vervliegen omdat ze niet slaagden in hun ingangsexamen. De Bvas en het VBS hebben altijd unaniem de pragmatische Vlaamse aanpak verdedigd, de schandelijke manier van handelen van de Franstalige Gemeenschap scherp veroordeeld en geëist dat buitenlandse artsen op dezelfde manier als de Belgische worden behandeld. Mijn persoonlijk advies aan minister Maggie De Block: kom de Franstaligen tegemoet door het advies van de planningscommissie van 26/4/2016 uit te voeren (56,5% Vlaamse en 43,5% Franstalige artsen op het verhoogde quotum van 1.320) maar geef de Vlamingen genoegdoening door het been stijf houden qua toekenning van het aantal Franstalige Riziv-nummers en qua afspraken inzake de lissage.