Dit is het tweede deel van het interview dat in sterk gecondenseerde versie verscheen in Artsenkrant van 21 januari. Het eerste deel kan u hier lezen.

Wat waren de troeven van het Belgische gezondheidszorgsysteem tijdens de pandemie?

"Ik kan dat eenvoudig samenvatten. We konden kapitaliseren op alles wat goed werkte voor de crisis, op alle sterke punten die voor de crisis bestonden. We botsten daarentegen op alle verbeterpunten die we kenden uit bestaande rapporten zoals het performantierapport van het KCE, de gezondheidsenquête of meerdere OESO-rapporten. Dat toont nogmaals aan dat je je huis op orde moet zetten of het dak repareren wanneer de zon schijnt en niet wanneer het regent.

"Een van de grote troeven is de flexibiliteit van ons gezondheidszorgsysteem, zowel van zorgverstrekkers als van ziekenhuisbeheerders die snel wisten te schakelen. Onze zorgverstrekkers zijn goed opgeleid, flexibel en in staat om te ondernemen en snel te ageren. De ziekenhuizen hebben zich, onder de regie van de overheid, heel snel hervormd. In de eerste lijn maakten we met de huisartsen de triagecentra, die nadien overgingen in vaccinatiecentra.

"Ook de ziekteverzekering toonde haar flexibiliteit met nieuwe financieringssystemen. Over teleconsultatie werd al jaren gesproken. Plots was er de covidpandemie en werd het met bijzondere wetten en bijzondere besluiten meteen ingevoerd.

"Het RIZIV en de organen van het RIZIV zorgden snel voor specifieke financiering van de triagecentra, de vaccinatiecentra en de laboratoria. Er werden voorschotten voorzien voor ziekenhuizen en specialisten, die plots geen niet-dringende activiteit meer mochten hebben. Met ons prestatiesysteem zouden ze anders plots zonder inkomen vallen. We maakten dat assistenten konden worden inzetten voor wacht. Zowel door het terrein als door de overheid en de ziekteverzekering is flexibel gereageerd.

"In het buitenland kijkt men enorm op naar de manier waarop we de vaccinatiestrategie hebben opgezet. De prioriteit ging naar vaccinatie van ouderen met comorbiditeit. We waren vooral uniek in het feit dat we op basis van data van de ziekenfondsen chronisch zieken onder een bepaalde leeftijd konden detecteren. De wereld was jaloers dat wij data hebben die ons toelaten om goed vast te stellen waar kwetsbare personen zitten. Het toont aan dat als je in je reguliere gezondheidszorgsysteem over bepaalde data beschikt, je daarop in crisisperiodes dubbel en dik kan kapitaliseren.

"Het toont aan dat het beste recept om ons voor te bereiden op de volgende crisis is ervoor te zorgen dat ons reguliere gezondheidszorgsysteem doeltreffend en doelgericht is, efficiënt functioneert en dat we beschikken over goed opgeleide en gemotiveerde zorgverstrekkers die zowel fysiek als mentaal in goede gezondheid verkeren. "

We waren vooral uniek in het feit dat we op basis van data van de ziekenfondsen chronisch zieken onder een bepaalde leeftijd konden detecteren.

Welke zwakheden betekenden een rem tijdens de pandemie?

"Ik zie drie grote zwakheden. Ten eerste de gebrekkige aandacht in ons land voor alles wat te maken heeft met gezonde levensstijl en preventie. Stel dat we in januari, februari 2020 niet enkel maatregelen hadden genomen om de verspreiding van het virus tegen te gaan, maar dat we ook een groot project hadden opgestart om de gezondheid van mensen te verbeteren.

"We weten dat behalve ouderen ook mensen met overgewicht of met een chronische problematiek kwetsbaar waren. Stel dat we ons tot doel hadden gesteld het overgewicht van mensen met obesitas terug te dringen door in te zetten op diëtisten en met levensstijladvies. Ik denk dat het effect gigantisch zou zijn geweest.

"We waren sterk bezig met corrigerende maatregelen, maar de beste manier om je voor te bereiden, is zorgen voor een goede algemene gezondheid. Dat geldt zowel voor het systeem als voor de mensen. Er is te weinig aandacht voor gezonde levensstijl en preventie, zowel op het somatische als op het mentale.

"Covid gaf ons wel het inzicht dat we moeten investeren in mentale gezondheid. Sommige groepen werden erg getroffen. Denk aan ouderen, maar ook aan jongeren. Als je met een crisis wordt geconfronteerd, wil je dat de mentale gezondheid en de mentale weerbaarheid van mensen zo hoog mogelijk is. Investering in mentale veerkracht is nuttig, zeker met het oog op wat er ons de komende jaren en decennia te wachten staat.

De beste manier om je voor te bereiden, is zorgen voor een goede algemene gezondheid

"Een tweede zwakte die ons parten speelde, is de fragmentatie van ons gezondheidszorgsysteem. Voor de ziekenhuizen beschikten we over noodplannen. Die hielpen ons om snel te schakelen. De noodplannen waren wel niet globaal, maar per ziekenhuis. Dat volstond niet tijdens de pandemie.

"Ik richtte het Hospital & Transport Surge Capacity Committee (HTSC) op omdat we niet enkel noodplannen op ziekenhuisniveau nodig hadden, maar moesten zorgen dat er een overflow mogelijk was naar andere ziekenhuizen, zowel binnen als buiten de bestaande netwerken.

"Dat is relatief goed gelukt omdat de ziekenhuissector weliswaar gefragmenteerd, maar toch relatief beperkt is. Je kan de vertegenwoordigers van de honderd ziekenhuizen bij wijze van spreken in één zaal verzamelen. En met de koepels was het makkelijk snel af te spreken. Met de ziekenhuizen kan ik relatief makkelijk mijn telefoon pakken en met een paar mensen afspraken maken. "

De fragmentatie van de eerstelijnszorg baarde waarschijnlijk meer zorgen?

"De eerste lijn is inderdaad een ander verhaal. Wanneer de eerste lijn onder druk komt door een pandemie en je wil zowel Covidpatiënten behandelen als tegelijk de reguliere zorg ontzien, dan lukt dat enkel als je samenwerkt. Er zijn natuurlijk lokale voorbeelden van artsen die onderling of met verpleegkundigen en apothekers samenwerkten. Er waren veel lokale variaties.

"Maar waar je in de eerste lijn altijd op stoot, is het gebrek aan integratie en structuur. In Vlaanderen heb je wel de eerstelijnszones, maar dat is nog redelijk conceptueel. Om te dialogeren met de eerste lijn kan ik Domus Medica en SSMG uitnodigen, maar eigenlijk moet je ook de syndicaten rond de tafel brengen. Die hebben niet allemaal dezelfde visie.

"Sommigen vonden dat elke arts zijn eigen praktijk moest managen, terwijl anderen meer geneigd waren over gezamenlijke structuren na te denken. Sommige huisartsen wilden vaccineren in het eigen kabinet, anderen in de vaccinatiecentra. Betrek je er ook de andere actoren van de eerste lijn bij, dan wordt het nog complexer.

"Een derde pijnpunt was de sector van de ouderenzorg. Er zijn in België meer dan 30.000 mensen gestorven door Covid. Dat mogen we toch niet onderschatten. Dan spreek ik nog niet overal iedereen die ziek is geweest. Sommigen dragen daar nog de gevolgen van omdat ze hun job verloren of met langdurige symptomen blijven kampen.

"Van de 30.000 overledenen was 90% ouder dan 65, met een belangrijk aandeel voor de 85-plussers. Zeker die oudste groep verbleef vaak in de ouderenzorginstellingen, die al jaren kampen met een tekort aan geschoold personeel en voldoende beschermingsmateriaal.

"In de eerste fase van de pandemie waren we allemaal erg gefocust op de ziekenhuissector door de beelden die we zagen in de Noord-Italiaanse ziekenhuizen. Wat er in Italië en Spanje in de woonzorgcentra gebeurde, kregen we pas later te horen.

"De ontoereikende investeringen, het gebrek aan expertise en procedures over hoe om te gaan met bepaalde risico's op infectie en overdracht heeft een zeer zware tol geëist. Daarom moeten investeringen in kwaliteitsvolle ouderenzorg hoog op de agenda blijven staan. Dat is een collectieve verantwoordelijkheid."

In de eerste fase van de pandemie waren we allemaal erg gefocust op de ziekenhuissector door de beelden die we zagen in de Noord-Italiaanse ziekenhuizen.

Er werd soms gelachen met de zeven of acht ministers van Volksgezondheid die rond de tafel zaten. Hoe schat u de impact van die versnippering van bevoegdheden in?

"Ik zeg al 10 jaar dat de bevoegdheidsverdeling in de gezondheidszorg niet bijdraagt tot een doelgericht, doeltreffend en efficiënt gezondheidszorgbeleid. Maar ik zeg er tegelijk bij dat er ondanks die complexe bevoegdheidsverdeling gelukkig veel samenwerking is tussen administraties. Dat heb ik altijd proberen te stimuleren. Al voor covid heb ik in de interministeriële conferentie een groep opgericht waarin de leidend ambtenaren verzameld waren. En ik heb ook gezien dat die zeven of acht ministers eigenlijk wel goed met elkaar willen samenwerken.

"Maar dat is niet het punt. De bevoegdheidsverdeling is een hindernis voor het gezondheidsbeleid en het gezondheidszorgbeleid. Of het nu gaat over het hervormen van het ziekenhuislandschap, het reorganiseren van de eerste lijn, of over de uitdagingen in de geestelijke gezondheidszorg aanpakt, de bevoegdheidsverdeling helpt echt niet. Als je in dit land iets wil beslissen, moet je eerst een uur bellen om de juiste mensen te horen. We steken daar ontzettend veel tijd en energie in die we beter zouden kunnen besteden.

"Op een bepaald moment wilden we extra capaciteit creëren in de ziekenhuizen. Sommige ziekenhuizen konden dat doen binnen de muren; andere wilden werken met tijdelijke containers. In het eerste geval zijn dat investeringen, en die worden gedragen door de deelstaten; in het tweede geval zijn het werkingskosten, en die worden door het federale niveau betaald.

"We hadden ook een spreidingsplan om patiënten naar andere ziekenhuizen te vervoeren als een ziekenhuis aan zijn limiet zat. Dringend patiëntentransport wordt federaal gefinancierd, en niet-dringend transport is voor de deelstaten. Dus moesten we ons buigen over de vraag of het verplaatsen van patiënten om een oversaturatie te voorkomen al dan niet dringend is.

"We moeten die bevoegdheidsverdeling dus echt aanpakken. Het is aan de politiek om te bepalen hoe dat zal gebeuren, in welke richting en volgens welk tempo."

Als je in dit land iets wil beslissen, moet je eerst een uur bellen om de juiste mensen te horen.

Er komen nog pandemieën op ons af. Ligt er een roadmap klaar om de strijd aan te gaan?

"Het zal dit keer geen honderd jaar duren vooraleer we opnieuw met een maatschappij-brede ontwrichtende pandemie geconfronteerd worden. Al meteen na de eerste golf lieten we het KCE een evaluatie maken en later volgde de parlementaire commissie die een reeks aanbevelingen formuleerde.

"Hoewel de COVID-19-pandemie nog niet zo lang geleden is, ontwikkelden we al een hele reeks instrumenten, structuren en processen. Die schoten in actie bij kleinere incidenten zoals Mpox, ebola, vogelgriep en Marburg. Wil ik daarmee zeggen dat alles in orde is? Zeker niet! De grote toets komt er bij iets groots. Dat kan een pandemie zijn, maar ook een biochemisch ongeluk.

"Gaan de structuren en de processen die stress testen overleven? Ik ga niet zeggen dat we daar al klaar voor zijn, want ik denk dat dat niet klopt. Ik denk dat we op de goeie weg zijn, maar dat er ook nog veel werk aan de winkel is. Zowel op federaal, Vlaams als Europees niveau wordt er gewerkt aan oplossingen.

"Waakzaamheid blijft geboden. Drie jaar geleden was volksgezondheid de topprioriteit van alle beleidsmakers. We merken nu dat in alle landen investeringen in het gezondheidscrisisbeheer worden afgebouwd. We moeten opletten dat we niet terug in dezelfde situatie belanden als tien jaar geleden toen de basis-strategische stocks niet meer aanwezig waren. We mogen niet indommelen. Dat is een reëel risico."

Lees hier het derde en laatste deel, waarin Pedro Facon vertelt over de periode toen hij zelf met gezondheidsproblemen uitviel.

Dit is het tweede deel van het interview dat in sterk gecondenseerde versie verscheen in Artsenkrant van 21 januari. Het eerste deel kan u hier lezen.Wat waren de troeven van het Belgische gezondheidszorgsysteem tijdens de pandemie? "Ik kan dat eenvoudig samenvatten. We konden kapitaliseren op alles wat goed werkte voor de crisis, op alle sterke punten die voor de crisis bestonden. We botsten daarentegen op alle verbeterpunten die we kenden uit bestaande rapporten zoals het performantierapport van het KCE, de gezondheidsenquête of meerdere OESO-rapporten. Dat toont nogmaals aan dat je je huis op orde moet zetten of het dak repareren wanneer de zon schijnt en niet wanneer het regent. "Een van de grote troeven is de flexibiliteit van ons gezondheidszorgsysteem, zowel van zorgverstrekkers als van ziekenhuisbeheerders die snel wisten te schakelen. Onze zorgverstrekkers zijn goed opgeleid, flexibel en in staat om te ondernemen en snel te ageren. De ziekenhuizen hebben zich, onder de regie van de overheid, heel snel hervormd. In de eerste lijn maakten we met de huisartsen de triagecentra, die nadien overgingen in vaccinatiecentra. "Ook de ziekteverzekering toonde haar flexibiliteit met nieuwe financieringssystemen. Over teleconsultatie werd al jaren gesproken. Plots was er de covidpandemie en werd het met bijzondere wetten en bijzondere besluiten meteen ingevoerd. "Het RIZIV en de organen van het RIZIV zorgden snel voor specifieke financiering van de triagecentra, de vaccinatiecentra en de laboratoria. Er werden voorschotten voorzien voor ziekenhuizen en specialisten, die plots geen niet-dringende activiteit meer mochten hebben. Met ons prestatiesysteem zouden ze anders plots zonder inkomen vallen. We maakten dat assistenten konden worden inzetten voor wacht. Zowel door het terrein als door de overheid en de ziekteverzekering is flexibel gereageerd. "In het buitenland kijkt men enorm op naar de manier waarop we de vaccinatiestrategie hebben opgezet. De prioriteit ging naar vaccinatie van ouderen met comorbiditeit. We waren vooral uniek in het feit dat we op basis van data van de ziekenfondsen chronisch zieken onder een bepaalde leeftijd konden detecteren. De wereld was jaloers dat wij data hebben die ons toelaten om goed vast te stellen waar kwetsbare personen zitten. Het toont aan dat als je in je reguliere gezondheidszorgsysteem over bepaalde data beschikt, je daarop in crisisperiodes dubbel en dik kan kapitaliseren. "Het toont aan dat het beste recept om ons voor te bereiden op de volgende crisis is ervoor te zorgen dat ons reguliere gezondheidszorgsysteem doeltreffend en doelgericht is, efficiënt functioneert en dat we beschikken over goed opgeleide en gemotiveerde zorgverstrekkers die zowel fysiek als mentaal in goede gezondheid verkeren. "Welke zwakheden betekenden een rem tijdens de pandemie?"Ik zie drie grote zwakheden. Ten eerste de gebrekkige aandacht in ons land voor alles wat te maken heeft met gezonde levensstijl en preventie. Stel dat we in januari, februari 2020 niet enkel maatregelen hadden genomen om de verspreiding van het virus tegen te gaan, maar dat we ook een groot project hadden opgestart om de gezondheid van mensen te verbeteren. "We weten dat behalve ouderen ook mensen met overgewicht of met een chronische problematiek kwetsbaar waren. Stel dat we ons tot doel hadden gesteld het overgewicht van mensen met obesitas terug te dringen door in te zetten op diëtisten en met levensstijladvies. Ik denk dat het effect gigantisch zou zijn geweest. "We waren sterk bezig met corrigerende maatregelen, maar de beste manier om je voor te bereiden, is zorgen voor een goede algemene gezondheid. Dat geldt zowel voor het systeem als voor de mensen. Er is te weinig aandacht voor gezonde levensstijl en preventie, zowel op het somatische als op het mentale. "Covid gaf ons wel het inzicht dat we moeten investeren in mentale gezondheid. Sommige groepen werden erg getroffen. Denk aan ouderen, maar ook aan jongeren. Als je met een crisis wordt geconfronteerd, wil je dat de mentale gezondheid en de mentale weerbaarheid van mensen zo hoog mogelijk is. Investering in mentale veerkracht is nuttig, zeker met het oog op wat er ons de komende jaren en decennia te wachten staat. "Een tweede zwakte die ons parten speelde, is de fragmentatie van ons gezondheidszorgsysteem. Voor de ziekenhuizen beschikten we over noodplannen. Die hielpen ons om snel te schakelen. De noodplannen waren wel niet globaal, maar per ziekenhuis. Dat volstond niet tijdens de pandemie."Ik richtte het Hospital & Transport Surge Capacity Committee (HTSC) op omdat we niet enkel noodplannen op ziekenhuisniveau nodig hadden, maar moesten zorgen dat er een overflow mogelijk was naar andere ziekenhuizen, zowel binnen als buiten de bestaande netwerken. "Dat is relatief goed gelukt omdat de ziekenhuissector weliswaar gefragmenteerd, maar toch relatief beperkt is. Je kan de vertegenwoordigers van de honderd ziekenhuizen bij wijze van spreken in één zaal verzamelen. En met de koepels was het makkelijk snel af te spreken. Met de ziekenhuizen kan ik relatief makkelijk mijn telefoon pakken en met een paar mensen afspraken maken. " De fragmentatie van de eerstelijnszorg baarde waarschijnlijk meer zorgen?"De eerste lijn is inderdaad een ander verhaal. Wanneer de eerste lijn onder druk komt door een pandemie en je wil zowel Covidpatiënten behandelen als tegelijk de reguliere zorg ontzien, dan lukt dat enkel als je samenwerkt. Er zijn natuurlijk lokale voorbeelden van artsen die onderling of met verpleegkundigen en apothekers samenwerkten. Er waren veel lokale variaties. "Maar waar je in de eerste lijn altijd op stoot, is het gebrek aan integratie en structuur. In Vlaanderen heb je wel de eerstelijnszones, maar dat is nog redelijk conceptueel. Om te dialogeren met de eerste lijn kan ik Domus Medica en SSMG uitnodigen, maar eigenlijk moet je ook de syndicaten rond de tafel brengen. Die hebben niet allemaal dezelfde visie. "Sommigen vonden dat elke arts zijn eigen praktijk moest managen, terwijl anderen meer geneigd waren over gezamenlijke structuren na te denken. Sommige huisartsen wilden vaccineren in het eigen kabinet, anderen in de vaccinatiecentra. Betrek je er ook de andere actoren van de eerste lijn bij, dan wordt het nog complexer. "Een derde pijnpunt was de sector van de ouderenzorg. Er zijn in België meer dan 30.000 mensen gestorven door Covid. Dat mogen we toch niet onderschatten. Dan spreek ik nog niet overal iedereen die ziek is geweest. Sommigen dragen daar nog de gevolgen van omdat ze hun job verloren of met langdurige symptomen blijven kampen. "Van de 30.000 overledenen was 90% ouder dan 65, met een belangrijk aandeel voor de 85-plussers. Zeker die oudste groep verbleef vaak in de ouderenzorginstellingen, die al jaren kampen met een tekort aan geschoold personeel en voldoende beschermingsmateriaal. "In de eerste fase van de pandemie waren we allemaal erg gefocust op de ziekenhuissector door de beelden die we zagen in de Noord-Italiaanse ziekenhuizen. Wat er in Italië en Spanje in de woonzorgcentra gebeurde, kregen we pas later te horen. "De ontoereikende investeringen, het gebrek aan expertise en procedures over hoe om te gaan met bepaalde risico's op infectie en overdracht heeft een zeer zware tol geëist. Daarom moeten investeringen in kwaliteitsvolle ouderenzorg hoog op de agenda blijven staan. Dat is een collectieve verantwoordelijkheid."Er werd soms gelachen met de zeven of acht ministers van Volksgezondheid die rond de tafel zaten. Hoe schat u de impact van die versnippering van bevoegdheden in?"Ik zeg al 10 jaar dat de bevoegdheidsverdeling in de gezondheidszorg niet bijdraagt tot een doelgericht, doeltreffend en efficiënt gezondheidszorgbeleid. Maar ik zeg er tegelijk bij dat er ondanks die complexe bevoegdheidsverdeling gelukkig veel samenwerking is tussen administraties. Dat heb ik altijd proberen te stimuleren. Al voor covid heb ik in de interministeriële conferentie een groep opgericht waarin de leidend ambtenaren verzameld waren. En ik heb ook gezien dat die zeven of acht ministers eigenlijk wel goed met elkaar willen samenwerken. "Maar dat is niet het punt. De bevoegdheidsverdeling is een hindernis voor het gezondheidsbeleid en het gezondheidszorgbeleid. Of het nu gaat over het hervormen van het ziekenhuislandschap, het reorganiseren van de eerste lijn, of over de uitdagingen in de geestelijke gezondheidszorg aanpakt, de bevoegdheidsverdeling helpt echt niet. Als je in dit land iets wil beslissen, moet je eerst een uur bellen om de juiste mensen te horen. We steken daar ontzettend veel tijd en energie in die we beter zouden kunnen besteden. "Op een bepaald moment wilden we extra capaciteit creëren in de ziekenhuizen. Sommige ziekenhuizen konden dat doen binnen de muren; andere wilden werken met tijdelijke containers. In het eerste geval zijn dat investeringen, en die worden gedragen door de deelstaten; in het tweede geval zijn het werkingskosten, en die worden door het federale niveau betaald. "We hadden ook een spreidingsplan om patiënten naar andere ziekenhuizen te vervoeren als een ziekenhuis aan zijn limiet zat. Dringend patiëntentransport wordt federaal gefinancierd, en niet-dringend transport is voor de deelstaten. Dus moesten we ons buigen over de vraag of het verplaatsen van patiënten om een oversaturatie te voorkomen al dan niet dringend is. "We moeten die bevoegdheidsverdeling dus echt aanpakken. Het is aan de politiek om te bepalen hoe dat zal gebeuren, in welke richting en volgens welk tempo." Er komen nog pandemieën op ons af. Ligt er een roadmap klaar om de strijd aan te gaan?"Het zal dit keer geen honderd jaar duren vooraleer we opnieuw met een maatschappij-brede ontwrichtende pandemie geconfronteerd worden. Al meteen na de eerste golf lieten we het KCE een evaluatie maken en later volgde de parlementaire commissie die een reeks aanbevelingen formuleerde. "Hoewel de COVID-19-pandemie nog niet zo lang geleden is, ontwikkelden we al een hele reeks instrumenten, structuren en processen. Die schoten in actie bij kleinere incidenten zoals Mpox, ebola, vogelgriep en Marburg. Wil ik daarmee zeggen dat alles in orde is? Zeker niet! De grote toets komt er bij iets groots. Dat kan een pandemie zijn, maar ook een biochemisch ongeluk. "Gaan de structuren en de processen die stress testen overleven? Ik ga niet zeggen dat we daar al klaar voor zijn, want ik denk dat dat niet klopt. Ik denk dat we op de goeie weg zijn, maar dat er ook nog veel werk aan de winkel is. Zowel op federaal, Vlaams als Europees niveau wordt er gewerkt aan oplossingen. "Waakzaamheid blijft geboden. Drie jaar geleden was volksgezondheid de topprioriteit van alle beleidsmakers. We merken nu dat in alle landen investeringen in het gezondheidscrisisbeheer worden afgebouwd. We moeten opletten dat we niet terug in dezelfde situatie belanden als tien jaar geleden toen de basis-strategische stocks niet meer aanwezig waren. We mogen niet indommelen. Dat is een reëel risico."Lees hier het derde en laatste deel, waarin Pedro Facon vertelt over de periode toen hij zelf met gezondheidsproblemen uitviel.