...

Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) onderzocht de organisatie van de diensten pediatrie in de Belgische ziekenhuizen: hoe is de organisatie en financiering? Wat is de bezettingsgraad van de diensten pediatrie? Voor welke aandoeningen zijn er de meeste opnamen? En hoe staat het met de transmurale zorg voor kinderen? Dure kindergeneeskunde?In België krijgen kinderen vandaag de dag gespecialiseerde zorg bijna uitsluitend in het ziekenhuis. Een ziekenhuisopname is in vergelijking met vroeger wel aanzienlijk korter geworden - ook voor kinderen: de meeste ziekenhuisverblijven duren momenteel minder dan twee dagen. Een ziekenhuis is voor een kind een stressvolle plaats, de vraag rijst of ook voor kinderen ons land niet meer kan inzetten op ambulante zorg.België telt 91 ziekenhuizen met één of meer diensten pediatrie, verspreid over 99 locaties. 57 daarvan bevinden zich in Vlaanderen, 32 in Wallonië en 10 in Brussel (cijfers van 2018). De totale capaciteit komt overeen met 2.489 erkende bedden.Behalve zeer gespecialiseerde zorg, levert elke dienst kindergeneeskunde in principe alle zorg. Een volledige dienst pediatrie - groot of klein - 24 uur per dag open houden is duur. Bovendien kampen we met een tekort aan verpleegkundigen en aan kinderartsen.Organisatie op netwerkniveauSommige gebieden tellen een groot aantal kleine diensten pediatrie. Vele diensten zijn alleen tijdens de winterpiek bezet. Het grootste deel van het jaar is daar de bedbezetting zeer laag - soms minder dan 10%.Grotere diensten (meer dan 25 bedden) hebben een meer stabiele bezettingsgraad gedurende het hele jaar. Ze zijn ook minder vaak overbezet tijdens winterpieken. Het Kenniscentrum beveelt aan om met de invoering van locoregionale ziekenhuisnetwerken, de capaciteit van de diensten pediatrie en de verdeling over de ziekenhuizen op netwerkniveau te bekijken. Wel moet de geografische spreiding de vlotte bereikbaarheid blijven verzekeren, zodat elk gezin snel en makkelijk een dienst kindergeneeskunde kan bereiken.Maar uit de analyse van de KCE-onderzoekers blijkt dat samenwerking binnen netwerken - en tussen aangrenzende netwerken - het tevens mogelijk zou maken de seizoenspieken beter aan te pakken. Netwerken moeten dan een gemeenschappelijk dashboard in real time ontwikkelen dat een overzicht biedt van het aantal nog beschikbare pediatrische bedden in de verschillende ziekenhuizen.Nog een belangrijke bedenking: wanneer er in de nabije toekomst een vaccin tegen RSV-infecties op de markt zou komen, zou dit een aanzienlijke invloed hebben op de bezettingsgraad van pediatrische bedden.Ziekenhuiszorg aan huisIn 2020 verleenden in heel België vijf 'pediatrische liaisonteams' - multidisciplinair samengesteld met kinderarts, verpleegkundige, kinesitherapeut,... - zorg aan iets meer dan duizend kinderen. Die zorg was gericht op specifieke groepen: kinderen die langdurig ziek zijn, herhaaldelijk behandeld moeten worden of palliatieve zorg krijgen. De onderzoekers van het KCE interviewden de pediatrische liaisonteams over hun werking en om na te gaan in hoeverre hun model van transmurale zorg breder inzetbaar is in ons land. De transmurale zorg voor kinderen staat hier in vergelijking met het buitenland duidelijk nog in - jawel - de kinderschoenen. De buitenlandse voorbeelden bieden een breed gamma van modellen, naargelang het klinische profiel van de kinderen die worden verzorgd, het soort zorg dat wordt verleend, de kwalificaties van de artsen en/of verpleegkundigen in het team, het soort thuiszorgpersoneel waarmee het ziekenhuisteam samenwerkt, de coördinatie, financiering, enzovoort.Het Kenniscentrum laat de uiteindelijke keuze voor een bepaald model open, maar stelt nu voor om het huidige model van de pediatrische liaisonteams met coördinatie door het ziekenhuis uit te breiden. In het Nederlandse model wordt de coördinatie overigens toevertrouwd aan thuiszorgactoren. Dat is een alternatief, maar een gebrek aan thuisverpleegkundigen met voldoende expertise in de zorg voor kinderen kan een struikelblok zijn.Het KCE pleit voor 'pilots' met verschillende modellen om de organisatie en financiering van de ziekenhuiszorg aan huis te evalueren. Het geeft in het rapport de essentiële voorwaarden aan voor de uitvoering van dergelijke proefprojecten.Nieuw zorgprogrammaVoor het KCE moet de wet op het zorgprogramma kindergeneeskunde herschreven worden. Dat moet het huidige organisatiemodel vervangen door een waarin, naast de klassieke diensten pediatrie, meer plaats is voor andere zorgvormen. Zo beveelt het Kenniscentrum de erkenning en financiering van een 'voorlopige opname' aan (voor een aantal uren observatie van het kind in het ziekenhuis), naast een uitbreiding van de financiering van het pediatrische dagziekenhuis.Bij een positieve beoordeling van de pilots voor ziekenhuiszorg aan huis, zou deze vorm van zorg voor kinderen ook deel moeten gaan uitmaken van het zorgprogramma. Ten slotte oordeelt het Kenniscentrum dat er toch wel een betere taakverdeling moet komen tussen ziekenhuizen onderling - en tussen ziekenhuizen en de andere zorglijnen.Het KCE-rapport 358A - synthese, volledige studie en supplement - vindt u hier.