...

Patiënten met een vrouwelijke huisarts consulteren die sneller in geval van kankersymptomen dan patiënten met een man als huisarts. Dat blijkt uit nieuw Deens onderzoek.Uitstel in een kankerdiagnose kan aanzienlijke gevolgen hebben voor de prognose. Vraag is of dat uitstel gelinkt is aan kenmerken van de huisarts. Deense onderzoekers voerden een populatiegebaseerde cohortstudie uit in de regio Aarhus. 334 huisartsen en hun 1.525 nieuw gediagnosticeerde kankerpatiënten namen er aan deel. Het uitstel werd opgesplitst in patiëntgerelateerd (het duurt namelijk even voor de patiënt zijn huisarts raadpleegt), artsgerelateerd (de huisarts denkt niet meteen aan kanker) en systeemgerelateerd (tests aangevraagd door de huisarts, wachttijden in het ziekenhuis en de duur tot operatie, bestraling of chemo).Burn-out Geen enkel huisartsenkenmerk (leeftijd, praktijkorganisatie, patiëntenbestand, navorming, jobtevredenheid en burn-out) bleek gelinkt met artsgerelateerd uitstel. Toch een opvallende conclusie, want deze factoren worden vaak aangehaald als mogelijke oorzaken van vertraging in de diagnose, merken de auteurs op.Ook opmerkelijk: patiënten van vrouwelijke huisartsen consulteerden die twee keer sneller dan patiënten met een man als huisarts. Wellicht zijn vrouwelijke huisartsen toegankelijker, veronderstellen de onderzoekers. Patiënten met een vrouwelijke huisarts hebben dan weer wel meer kans op een langer systeemgerelateerd uitstel. Negatief effect Verder blijkt uit het onderzoek dat bij huisartsen die erg actief zijn en die weinig voorafgaande kennis hebben over hun patiënten, het systeemgerelateerd uitstel vaak korter is dan bij huisartsen die minder actief zijn en hun patiënten beter kennen. En ten slotte kregen patiënten met een lage therapietrouw te kampen met een langer systeemgerelateerd uitstel dan patiënten die hun behandeling wel trouw opvolgden. "Het mogelijke negatieve effect van het feit dat patiënten hun dokter goed kennen, moet verder worden onderzocht. Evenals kleine verschillen in systeemgerelateerd uitstel die kunnen wijzen op artsafhankelijke verschillen in de kwaliteit van de zorgcoördinatie", besluiten de auteurs.