Apothekers stellen vast dat bepaalde 'goedkoopste' geneesmiddelen niet of nauwelijks beschikbaar zijn. Dat ondermijnt het (al dan niet automatische) Vos. De patiënt dreigt het gelag te betalen.
...
Apothekers stellen vast dat bepaalde 'goedkoopste' geneesmiddelen niet of nauwelijks beschikbaar zijn. Dat ondermijnt het (al dan niet automatische) Vos. De patiënt dreigt het gelag te betalen.De Algemene Pharmaceutische Bond merkt dat zich in de dagelijkse praktijk al problemen voordoen met de regeling die sinds 1 april van kracht is. Bij een 'voorschrift op stofnaam' moet de apotheker het goedkoopste product afleveren, maar in sommige clusters van terugbetaalbare middelen is dat niet of nauwelijks verkrijgbaar.Geen responsJan Depoorter van het APB vertelt dat zijn organisatie de verwachte problemen al enkele maanden lang aankaart bij het Riziv en bij het kabinet van de minister van Volksgezondheid, maar dat ze nauwelijks respons krijgt. "Er zijn hooguit enkele minieme aanpassingen aan de lijst gebeurd."Het APB geeft enkele voorbeelden:• Van het antidepressivum escilatopram in verpakkingen van 56 x 10 mg is het goedkoopste middel niet beschikbaar.• De goedkoopste (enig terugbetaalbare) verpakking van het inhalatiecorticoïd budesonide (0,5 mg/20 x 2 ml - voor vernevelaar) wordt alleen geleverd via zogenaamde parallelinvoer. Deze wordt nauwelijks verspreid in de Belgische apotheken en kan niet bij de groothandelaar worden besteld.• Voor amoxicilline in verpakkingen van 16 x 500 mg is van de cluster van de drie goedkoopste verpakkingen voor de lijst van de maand juni er een niet beschikbaar, terwijl de twee andere maar heel beperkt beschikbaar zijn - ze vertegenwoordigen samen nog geen 3% van de markt.Voor antibiotica zoals dit wordt het Vos vanaf 1 mei automatisch toegepast. In mei worden nog geen problemen verwacht omdat de cluster 'goedkoop' voor die maand andere middelen bevat. In juni mag men verwachten dat de hele jaarvoorraad van deze middelen op 10 dagen zal zijn opgebruikt.• De combinatiepreparaten voor amoxicilline/clavulaanzuur (verpakkingen van 16 x 500/125 mg) illustreren nog een ander probleem: de cluster van goedkoopste geneesmiddelen bevat geen enkele oplosbare vorm.Bij het samenstellen van de clusters wordt er dus blijkbaar niet over gewaakt om een onderscheid te maken tussen vaste en oplosbare orale vormen. Wat moet je dan doen bij patiënten met ernstige slikproblemen?Nieuw voorschrift halen?Als de apotheker het goedkoopste middel niet kan afleveren, wordt het probleem doorgeschoven naar de patiënt. De apotheker kan hem een ander middel aanbieden dat niet bij de goedkoopste middelen hoort, maar dan moet de patiënt de prijs helemaal uit eigen zak betalen. Hij heeft geen recht op terugbetaling. Het alternatief is dat de patiënt teruggaat naar de arts en vraagt een nieuw voorschrift te maken dat niet op stofnaam is. Hoe geneigd zal de arts zijn om nog een Vos te maken wanneer dat enkele keren voorkomt?Vanaf 1 mei wordt bovendien elk voorschrift voor een antibioticum of antimycoticum automatisch beschouwd als een op stofnaam, tenzij de arts op het voorschrift vermeldt 'niet substitueerbaar omwille van therapeutische redenen'. Mag hij dat therapeutisch voorbehoud ook toepassen op de portemonnee van de patiënt?