...

Dat eiwit, α-synucleïne, is van nature aanwezig bij gezonde personen, maar niet in geaggregeerde vorm. Er waren al vermoedens dat die laatste vorm een rol speelt bij de pathogenese van de ziekte, aangezien hij in grote hoeveelheden wordt teruggevonden in de lewylichaampjes, hoopjes eiwitten die typisch zijn voor parkinson, maar ook omdat familiale vormen van de ziekte van Parkinson net veroorzaakt worden door mutaties van het gen dat codeert voor dat eiwit. Dr. Dehay et al. hebben eerst α-synucleïne afgenomen in de hersenen van overleden mensen. De eiwitten werden gezuiverd en daarna in het striatum van muizen en makaken ingespoten. Dat is de plaats van de ziekte van Parkinson. Het eiwit veranderde de organisatie van de α-synucleïnes van de gastheer en het fenomeen zette zich voort van neuron tot neuron, met uiteindelijk een disfunctie en degeneratie van de cellen. Na vier maanden bij de muizen en negen maanden bij de apen hebben de vorsers een degeneratie van de dopaminerge neuronen waargenomen. Die neurodegeneratie nam tijdens de follow-up almaar toe. 14 maanden na de injectie hadden zich aggregaten van het eiwit gevormd in de hersenen van de dieren en hadden die zich uitgebreid naar hersenzones op een afstand van het striatum. De wetenschappers willen nu nagaan of dat ook zo is bij de mens. (referentie: Annals of Neurology, 16 november 2013, doi: 10.1002/ana.24066)