...

In het KCE report 285AS onderzocht het Kenniscentrum de werkzaamheid, veiligheid en kosteneffectiviteit van bevacizumab (Avastin®) bij ovariumkanker - en bij uitbreiding van tumoren van de eileider en primitieve peritoneale kanker.Dat rapport vormt een aanvulling op een richtliijn over de diagnose, behandeling en follow-up van ovariumcarcinoom die dateert van vorig jaar.Eerste- en tweedelijnsbehandelingDe VEGF-inhibitor bevacizumab wordt, in combinatie met chemotherapie, toegediend als eerstelijnsbehandeling van uitgezaaide ovariumkanker in stadium IV. Daarnaast wordt het als tweedelijnsbehandeling gebruikt bij een recidief van ovariumkanker, en bij ovariumtumoren die niet reageren op de chemotherapie op voorwaarde dat die nog niet behandeld werden met een middel dat gericht was op de VEGF-receptor.Alleen in de eerste indicatie heeft bevacizumab ook een effect op de globale overleving. Als tweedelijnsbehandeling heeft het middel wel effect op de progressievrije overleving maar niet op de overleving in het algemeen.LevenskwaliteitHoewel de ernstige bijwerkingen beperkt blijven tot een aanvaardbaar niveau, heeft bevacizumab wel een negatieve impact op de ervaren levenskwaliteit. Bij een langdurige behandeling zou dit negatieve effect verdwijnen - maar de studies spreken elkaar op dit vlak tegen.Het KCE, die deze bevindingen baseert op een literatuurstudie, nam daarbij ook een paar patiëntbevragingen in beschouwing. Daaruit bleek dat vrouwen bereid zijn meer toxiciteit van een middel te aanvaarden als dat ook leidt tot een langere overleving. Voor een louter 'progressievrije overleving' blijken ze niet bereid levenskwaliteit op te geven. Het KCE vraagt dan ook om bij de overweging om het middel terug te betalen voor bepaalde indicaties, vooral rekening te houden met het effect op de overleving.KosteneffectiviteitHet KCE ontwikkelde op basis van de studies ook modellen om de kosteneffectiviteit van het middel te bereken. Hoe dan ook heeft het middel de meeste kosteneffectiviteit wanneer het ook een impact heeft op de overleving.De behandeling met bevacizumab bij ovariumkanker is in België mogelijk dankzij een overeenkomst tussen de FOD Volksgezondheid en de producent (zogenaamd 'artikel 81'. De precieze prijs die de overheid betaalt is 'vertrouwelijke informatie' die niet publiek wordt gemaakt.Om de kosteneffictiviteit te berekenen moest het Kenniscentrum daarom uitgaan van hypotheses over de korting die de overheid krijgt.Voor een eerstelijnsbehandeling bedroeg de kostprijs (ICER) per gewonnen kwaliteitsvol levensjaar meer dan 150.000 euro, naargelang van de studie waarop men de berekening baseerde. In de gunstigste hypothese, wanneer men de behandeling beperkte tot vrouwen met stadium IV van de aandoening, bedroeg de kostprijs 52.000 euro per QALY. Met een korting van 25% werd dat 40.000 euro en met een van 50% 27.000 euro.Voor de tweedelijnsbehandeling liepen de ICER's per QALY op tot meer dan 170.000 euro. Om de prijs in het meest gunstige scenario tot onder de 30.000 euro te krijgen, zou de overheid 90% korting moeten krijgen.Economische evaluatieDe firma diende een dossier in voor terugbetaling van bevacizumab als behandeling tegen ovariumkanker zonder een economische evalutatie. Zo een economische evaluatie is maar nodig (bij zogenaamde klasse 1-geneesmiddelen, wanneer de producent een toegevoegde therapeutische waarde claimt) bij een aanvraag voor een eerste indicatie. En bevacizumab wordt al terugbetaald in andere indicaties. Het KCE stelt voor dat een nieuwe economische evaluatie steeds zou worden ingediend.